Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 augustus 2022 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2022.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de tijdigheid van een aanvraag voor de NOW-3. Eiseres, gevestigd in Badhoevedorp, had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de loonkosten op grond van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-3). Verweerder had deze aanvraag afgewezen, stellende dat deze te laat was ingediend. Eiseres was van mening dat zij tijdig had aangevraagd en dat verweerder ten onrechte had geconcludeerd dat de aanvraag niet op tijd was ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 11 december 2020 een begin van een aanvraag heeft ingediend, maar dat deze aanvraag niet volledig was omdat het ondertekende aanvraagformulier en het bankafschrift niet waren geüpload. Verweerder had eiseres echter niet de gelegenheid gegeven om de aanvraag aan te vullen binnen een door hem gestelde termijn, zoals vereist door artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte had geconcludeerd dat de aanvraag te laat was ingediend en dat hij de aanvullende gegevens die eiseres op 18 januari 2021 had ingediend, had moeten beschouwen als een aanvulling op de eerdere aanvraag.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht diende te vergoeden. De uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om aanvragers de gelegenheid te geven om hun aanvraag aan te vullen indien deze niet volledig is ingediend.