ECLI:NL:RBAMS:2022:4702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/718523 / KG ZA 22-500
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming informatieregeling en lijfsdwang in kort geding tussen ouders van minderjarige

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vordert de eiser, de vader van een minderjarige, dat de gedaagde, de moeder, de informatieregeling nakomt die is vastgesteld in eerdere gerechtelijke uitspraken. De ouders hebben een relatie gehad en zijn de ouders van een minderjarige die onder toezicht staat van Jeugdbescherming Regio Amsterdam. De vader heeft in het verleden meerdere keren verzocht om informatie over de minderjarige, maar de moeder heeft deze verplichtingen niet nagekomen. De rechtbank heeft eerder al geoordeeld dat lijfsdwang een te zwaar middel is, maar in deze procedure wordt opnieuw gekeken naar de mogelijkheid om lijfsdwang op te leggen als de moeder de informatieregeling niet naleeft. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de moeder de informatieregeling moet nakomen en dat bij niet-nakoming lijfsdwang kan worden opgelegd, maar met beperkingen. De rechter heeft bepaald dat de moeder maximaal drie keer voor telkens vier uur in gijzeling kan worden genomen als zij de informatieregeling niet naleeft. De beslissing is genomen met het belang van de minderjarige in het achterhoofd, waarbij de rechter benadrukt dat het niet in het belang van de minderjarige is om de moeder in gijzeling te nemen, maar dat zij dit zelf in de hand heeft door de informatieregeling na te komen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/718523 / KG ZA 22-500 EAM/MvG
Vonnis in kort geding van 20 juli 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 14 juni 2022,
advocaat mr. M.B. Chylinska te Zaandam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.J.M. Kleiweg te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 6 juli 2022, waarbij de advocaten van partijen aanwezig waren, heeft [eiser] de vordering toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. [eiser] heeft producties in het geding gebracht. Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad. Zij zijn de ouders van [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2015. [eiser] heeft [minderjarige] erkend. [gedaagde] heeft thans alleen het gezag over [minderjarige] , die sinds 23 februari 2016 onder toezicht staat van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA).
2.2.
[minderjarige] woont bij [gedaagde] . Er is geen omgangsregeling tussen [eiser] en [minderjarige] . De afgelopen jaren zijn er tussen partijen diverse procedures gevoerd over [minderjarige] .
2.3.
Bij beschikking van 3 april 2019 van deze rechtbank is een informatieregeling bepaald waarin [gedaagde] gehouden is [eiser] eenmaal per twee maanden per e-mail via JBRA te informeren over [minderjarige] , omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van [minderjarige] .
2.4.
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van 14 januari 2020 van het gerechtshof Amsterdam is voornoemde beschikking vernietigd en is een nieuwe informatieregeling bepaald. Die regeling houdt in dat [gedaagde] in elke even maand aan [eiser] per e-mail een update zal geven over [minderjarige] , dat zij elke maand februari en oktober een recente goed gelijkende kleurenfoto aan [eiser] zal sturen en dat zij [eiser] (een kopie van) ieder schoolrapport zal e-mailen. Dit alles op straffe van een dwangsom.
2.5.
Tussen partijen is in juli 2020 een kortgedingprocedure aanhangig geweest. [eiser] heeft aanspraak gemaakt op een bedrag aan dwangsommen dat [gedaagde] zou hebben verbeurd door de informatieregeling niet goed na te leven. [gedaagde] heeft opheffing van het in dat verband gelegde beslag gevorderd. Bij vonnis van 17 juli 2020 is die vordering afgewezen.
2.6.
Bij beschikking van 9 december 2020 van deze rechtbank is het gezamenlijk gezag van partijen beëindigd en is [gedaagde] belast met het eenhoofdig gezag over [minderjarige] . Het verzoek van [gedaagde] om de bij beschikking van 14 januari 2020 van het gerechtshof Amsterdam opgelegde informatieregeling op te heffen is afgewezen.
2.7.
[eiser] heeft op 18 februari 2021 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 9 december 2020. Daarbij heeft hij verzocht de beschikking te vernietigen en heeft hij onder meer verzocht om lijfsdwang te verbinden aan niet nakoming door [gedaagde] van de in de beschikking van 14 januari 2020 bepaalde informatieregeling.
2.8.
Bij beschikking van 26 oktober 2021 van het gerechtshof Amsterdam is het verzoek van [eiser] omtrent de lijfsdwang afgewezen en is de beschikking van
9 december 2020 bekrachtigd. Voor zover van belang in deze procedure heeft het gerechtshof daartoe het volgende overwogen:
“5.13 (…) Het hof acht het niet in het belang van [minderjarige] indien de vrouw, zijn enige opvoeder en centrale figuur in zijn leven, gegijzeld wordt indien zij zich niet aan de afgesproken informatieregeling houdt. Immers, [minderjarige] is zes jaar oud en volledig afhankelijk van zijn moeder. Een dergelijke maatregel of dreiging met deze maatregel zou enorme impact op zijn leven kunnen hebben. Dat staat volgens het hof niet in verhouding tot het belang van de man om informatie over [minderjarige] te krijgen. Het voorgaande laat onverlet dat de vrouw zich, zoals hiervoor vermeld, op grond van artikel 1:377b BW aan de bepaalde informatieregeling dient te houden, op straffe van een dwangsom. Ter zitting heeft de advocaat van de vrouw aangegeven er op te willen toezien dat de vrouw de bepaalde informatieregeling nakomt. Het hof acht het, mede gelet op deze toezegging, thans een te zwaar middel om de informatieregeling af te dwingen door middel van lijfsdwang. (…)”.
2.9.
In april 2022 is bij deze rechtbank een kort geding aanhangig geweest tussen partijen. In die procedure vorderde [eiser] nakoming van de informatieregeling door [gedaagde] op straffe van een hogere dwangsom dan opgelegd in de beschikking van 14 januari 2020 van het gerechtshof Amsterdam en tevens op straffe van lijfsdwang. Bij vonnis van 11 april 2022 zijn de vorderingen van [eiser] afgewezen. Voor zover van belang in deze procedure heeft de voorzieningenrechter daartoe het volgende overwogen:

4.4. De eerder opgelegde dwangsommen hebben er – ook na betekening en beslaglegging op haar uitkering – niet toe geleid dat [gedaagde] is overgegaan tot het verschaffen van informatie. Voldoende aannemelijk is dat een hogere dwangsom evenmin tot het door [eiser] gewenste resultaat zal leiden. De gevorderde veroordeling tot nakoming op straffe van een hogere dwangsom zal dan ook worden afgewezen.
(…)
4.6
[eiser] stelt dat alles is geprobeerd en alle dwangmiddelen zijn doorlopen, zodat op dit moment alleen lijfsdwang als oplossing resteert. Daarin wordt hij niet gevolgd. Hoewel de voorzieningenrechter het met hem eens is dat hij nu al te lang op de informatie moet wachten, is het in het belang van [minderjarige] dat eerst wordt getracht de informatieverstrekking op gang te laten komen door JBRA via de nieuwe gezinsmanager, zoals door de (advocaat van) [gedaagde] is voorgesteld. [eiser] stelt wel dat hij er geen vertrouwen in heeft dat het met de nieuwe gezinsmanager goed zal komen, maar onbetwist is dat het in het verleden wel enige tijd goed is gegaan met de informatieverschaffing via de gezinsmanager. Er zijn thans geen aanwijzingen om aan te nemen dat het met de nieuwe gezinsmanager niet zal lukken. Hetgeen het gerechtshof in rechtsoverweging 5.13 van de beschikking van 26 oktober 2021 heeft overwogen (…) geldt bovendien onverkort. De voorgestelde opbouw in duur van de lijfsdwang zal bij de eerste overtredingen misschien weinig impact hebben op het leven van [minderjarige] , maar zal bij meerdere overtredingen op de langere termijn des te meer impact hebben, wat niet in verhouding zal staan tot het belang van [eiser] om informatie over [minderjarige] te krijgen. De gevorderde veroordeling tot nakoming op straffe van lijfsdwang zal daarom eveneens worden afgewezen.
4.7
Dit alles laat onverlet dat [gedaagde] de informatieregeling gewoon dient na te komen. Voor zover [gedaagde] angst voelt voor [eiser] en daarom van mening is dat het verschaffen van informatie niet van haar kan worden gevergd, wordt zij daarin niet gevolgd. Onvoldoende is gebleken dat zij zich heeft ingezet om aan die angsten te werken, terwijl dat in het belang van [minderjarige] wel van haar mag worden gevergd. (…)
2.10.
Op 12 mei 2022 heeft [eiser] via Jeugdbescherming Regio Amsterdam van [gedaagde] schoolwerk toegezonden gekregen, dat door [minderjarige] zou zijn gemaakt.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, samengevat, te bepalen dat [gedaagde] de informatieverplichting moet nakomen op verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per keer dat zij hieraan niet voldoet, tot een maximum is bereikt van € 75.000,00, en op straffe van een in duur oplopende lijfsdwang, althans in goede justitie een beslissing te nemen, met compensatie van de proceskosten.
3.2.
[eiser] stelt hiertoe dat [gedaagde] weigert om de informatieregeling na te komen. Telkens wordt toegezegd dat met behulp van een derde de informatieregeling zal worden nagekomen, maar dit gebeurt niet.
3.3.
[gedaagde] voert aan dat zij door [eiser] lijdt aan PTSS en daarom niet de informatieregeling kan nakomen. De moeder van [gedaagde] is in samenwerking met de advocaat van [gedaagde] bereid om te helpen bij het nakomen van de informatieregeling. Verhogen van de dwangsom is daarom niet nodig. Lijfsdwang is een te zwaar middel en niet in het belang van [minderjarige] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De gevorderde veroordeling tot nakoming van de informatieregeling op straffe van een hogere dwangsom zal worden afgewezen. Een hogere dwangsom zal er naar verwachting niet toe leiden dat [gedaagde] haar informatieverplichting zal gaan nakomen.
4.2.
Uitgangspunt is dat rechterlijke uitspraken dienen te worden nagekomen en dat niet geduld kan worden dat personen niet aan die verplichting voldoen. Toepassing van lijfsdwang om tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak te komen dient daarbij, gelet op het vrijheidsbenemende karakter van dit dwangmiddel, echter alleen te worden ingezet als laatste redmiddel, omdat niets anders blijkt te werken.
4.3.
Geoordeeld wordt dat hiervan in dit geval sprake is.
4.4.
In de beschikking van 26 oktober 2021 heeft het gerechtshof Amsterdam geoordeeld dat de door [eiser] gevorderde lijfsdwang niet in het belang van [minderjarige] is. Mede gelet op de toezegging van de advocaat van [gedaagde] om erop toe te zien dat [gedaagde] de informatieregeling zou nakomen, achtte het gerechtshof lijfsdwang toen een te zwaar middel om de informatieregeling af te dwingen door middel van lijfsdwang. Gebleken is dat de informatieregeling via de advocaat van [gedaagde] niet op gang is gekomen.
4.5.
In het vonnis van 11 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de door [eiser] gevorderde nakoming van de informatieregeling op straffe van lijfsdwang afgewezen. Geoordeeld werd dat dit niet in het belang is van [minderjarige] , mede omdat er vertrouwen was dat de informatieregeling door [gedaagde] via de nieuwe gezinsmanager zou worden nagekomen. Gebleken is dat de informatieregeling opnieuw niet op gang is gekomen.
4.6.
Anders dan in de vorige procedures tussen partijen wordt er door [gedaagde] thans geen serieus alternatief geschetst waardoor er op kan worden vertrouwd dat de informatieregeling door [gedaagde] nu opeens wel zal worden nagekomen.
4.7.
Dat [gedaagde] aan PTSS lijdt en daardoor de informatieregeling niet kan nakomen heeft zij niet met stukken onderbouwd. Er moet daarom, mede gelet op de lange voorgeschiedenis, vanuit worden gegaan dat geen sprake is van onmacht waardoor de informatieregeling niet wordt nagekomen, maar van onwil. Een aanwijzing voor dat laatste is ook dat, zoals door de advocaat van [gedaagde] ter zitting werd erkend, de informatieregeling uiterst overzichtelijk is en met weinig inspanning kan worden uitgevoerd, eventueel door de moeder van [gedaagde] .
4.8.
[eiser] heeft een zwaarwegend belang bij nakoming van de informatieregeling door [gedaagde] . Op dit moment is er geen omgang tussen [eiser] en [minderjarige] . Door de informatieregeling blijft hij enigszins op de hoogte van [minderjarige] en kan hij een beeld vormen van hoe [minderjarige] opgroeit. Het is ook in het belang van [minderjarige] dat zijn vader op de hoogte blijft van wat er speelt in zijn leven.
4.9.
Uiteraard is het niet in het belang van [minderjarige] dat [gedaagde] in gijzeling wordt genomen. Daar staat echter tegenover dat [gedaagde] dit zelf in de hand heeft. Als zij de informatieregeling nakomt, zal zij simpelweg niet in gijzeling worden genomen.
4.10.
De voorzieningenrechter ziet, gelet op alle feiten en omstandigheden in deze zaak, alsmede gelet op het verstrekkende karakter van lijfsdwang, aanleiding de lijfsdwang te beperken tot maximaal drie keer voor telkens vier uur.
4.11.
Partijen dragen de eigen proceskosten, zoals gebruikelijk is in een familiegeschil.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat de beschikking van 14 januari 2020 van het gerechtshof Amsterdam ten aanzien van de daarin aan [gedaagde] opgelegde informatieregeling maximaal drie keer ten uitvoer kan worden gelegd bij lijfsdwang voor de duur van telkens vier uur voor iedere keer dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis geen (volledige) uitvoering geeft aan de informatieregeling,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
verrekent de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MvG