ECLI:NL:RBAMS:2022:4700

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/718002 / KG ZA 22-448
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van conservatoir derdenbeslag en verbod tot identiteitsfraude in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee besloten vennootschappen. De eiseres, een B.V., vorderde de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door de gedaagde, eveneens een B.V., waren gelegd onder de ABN AMRO Bank. De eiseres stelde dat zij verzekerd was voor de aansprakelijkheid die voortvloeide uit de werkzaamheden die zij aan een auto had verricht, en dat het beslag onnodig was omdat de gedaagde de verkeerde partij aansprakelijk had gesteld. De gedaagde had de eiseres aansprakelijk gesteld voor schade aan de auto, die was ontstaan na aanpassingen aan de auto door de eiseres. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij verzekerd was en dat het beslag een directe bedreiging vormde voor haar bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter heeft het beslag opgeheven en de gedaagde verboden zich voor te doen als personeel van de eiseres, omdat er aanwijzingen waren voor identiteitsfraude. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/718002 / KG ZA 22-448 AB/MvG
Vonnis in kort geding van 11 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres bij dagvaarding van 9 juni 2022,
advocaat mr. T.J.K. van Santen te Den Bosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.J. Dekker te Den Haag.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 29 juni 2022 heeft [eiseres] de vorderingen toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [gedaagde] tevens een pleitnotitie.
Vonnis is bepaald op vandaag.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van [eiseres] : [naam 1] , [functie] , met mr. Van Santen;
- aan de zijde van [gedaagde] : mr. Dekker en mr. M. Nariman.
[gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen de akte vermeerdering van eis, voor zover deze ziet op het verstrekken van gegevens op grond van 843a Rv en de bij die akte overgelegde producties, omdat haar advocaat de akte met producties niet 24 uur voor de zitting had ontvangen. Ter zitting is bepaald dat de vermeerdering van eis en de producties worden toegelaten, omdat [gedaagde] daardoor niet onredelijk in haar verdediging wordt geschaad.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] , de persoonlijke holding van [naam 2] , heeft in oktober 2020 bij [naam bedrijf] een Audi RS6 gekocht voor een bedrag van € 228.855,54.
2.2.
[eiseres] heeft de Audi begin december 2020 ‘getuned’ door onder meer de katalysator en het roetfilter in de uitlaat van de auto te verwijderen. [gedaagde] is daarna nog een aantal keer bij [eiseres] teruggekomen vanwege foutmeldingen op het dashboard.
2.3.
[eiseres] heeft in februari 2021 (de software van) de auto aangepast door het start-stopsysteem uit te schakelen en een zogenaamd ‘pop and bang’ systeem te installeren.
2.4.
In 2021 is [gedaagde] twee keer bij [eiseres] langs geweest vanwege een melding op het dashboard dat het roetfilter moest worden gereinigd. [eiseres] heeft geprobeerd dit probleem op te lossen, onder meer door de software van de auto aan te passen.
2.5.
In december 2021 is de auto stil komen te staan.
2.6.
[gedaagde] heeft [eiseres] aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade aan de turbo’s en de motor van de auto als gevolg van de werkzaamheden die [eiseres] aan de auto heeft verricht.
2.7.
Bij verzoekschrift van 15 maart 2022 heeft [gedaagde] de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om haar vordering op [eiseres] inclusief rente en kosten te begroten op € 144.392,14 en om ten laste van haar conservatoir derdenbeslag te mogen leggen onder de ABN AMRO Bank. Bij beschikking van 17 maart 2022 is het verlof verleend, met begroting van de vordering inclusief rente en kosten op € 38.000,00.
2.8.
Op 17 maart 2022 heeft [gedaagde] derdenbeslag gelegd ten laste van [eiseres] onder de ABN AMRO Bank. Het beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van (afgerond) € 44.000,00.
2.9.
Bij dagvaarding van 29 maart 2022 is [gedaagde] een bodemprocedure gestart tegen [eiseres] . In die procedure vordert zij [eiseres] te veroordelen tot betaling van circa € 117.500,00 en een nader te begroten bedrag aan schadevergoeding omdat de auto in waarde is verminderd.
2.10.
[eiseres] heeft dit geschil met [gedaagde] gemeld bij Nationale Nederlanden, haar WA-verzekeraar. Nationale Nederlanden heeft een deskundige ingeschakeld die de auto op 31 maart 2022 heeft onderzocht.
2.11.
Bij verzoekschrift van 5 april 2022 heeft [gedaagde] de voorzieningenrechter van deze rechtbank opnieuw verzocht om ten laste van [eiseres] beslag te mogen leggen onder de ABN AMRO Bank en om haar vordering inclusief rente en kosten te begroten op € 130.417,87. Bij beschikking van 7 april 2022 is het verlof verleend met begroting van de vordering op € 108.600,00.
2.12.
[gedaagde] heeft vervolgens weer beslag gelegd ten laste van [eiseres] onder de ABN AMRO Bank. Het beslag heeft geen doel getroffen.
2.13.
Bij e-mail van 16 mei 2022 heeft Nationale Nederlanden [eiseres] bericht dat uit het expertiserapport van de deskundige blijkt dat [naam bedrijf] de opdrachtgever is geweest voor het ‘tunen’ van de auto en dat de verzekering geen dekking biedt voor schades, die ontstaan ten gevolge van transacties met autobedrijven en -handelaren. Verder staat in deze e-mail dat de verzekering geen dekking biedt voor schade, als blijkt dat de aansprakelijkheid van [eiseres] niet is aangetoond en dat uit het expertiserapport volgt dat dit het geval is, omdat [gedaagde] onvoldoende heeft aangetoond dat de schade aan de auto is ontstaan door werkzaamheden van [eiseres] . Tot slot staat in deze e-mail dat als de bodemprocedure nadelig uitpakt voor [eiseres] , zij het vonnis naar Nationale Nederlanden kan sturen, die dan opnieuw zal beoordelen of er dekking is voor de schade.
2.14.
[gedaagde] heeft ook een deskundige (DEKRA) ingeschakeld die de auto heeft onderzocht. Die deskundige heeft op 8 juni 2022 een (concept) rapport gestuurd naar [gedaagde] .
2.15.
[eiseres] koopt een deel van haar software in bij Sedox Performance AS te Noorwegen. In juni 2022 is met het e-mailadres [e-mailadres] bij Sedox Performance gevraagd naar de software die in de auto is geplaatst en verzocht om toezending van de facturen die daar betrekking op hebben. De gevraagde informatie en facturen heeft Sedox Performance naar dat e-mailadres gestuurd.
2.16.
[gedaagde] heeft facturen van Sedox Performance aan [eiseres] in het geding gebracht.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert, na vermeerdering van eis, [gedaagde] :
I. primair: te veroordelen de conservatoire derdenbeslagen onder ABN AMRO binnen twee dagen na betekening van dit vonnis op te heffen, op straffe van een dwangsom;
subsidiair: te veroordelen, op straffe van een dwangsom, de conservatoire derdenbeslagen onder ABN AMRO binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en binnen twee dagen na ontvangst van de bankgarantie overeenkomstig het als productie 13 overgelegde concept op te heffen, met dien verstande dat:
- bij de overwegingen in dit concept voor # moet worden ingevuld ‘de vordering zoals verwoord in de dagvaarding die de begunstigde op 29 maart 2022 aan debiteur heeft laten betekenen’ en;
- de garantie geldig is tot een maximum bedrag van € 2.794,82, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag;
II. te veroordelen, op straffe van een dwangsom, om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de volgende gegevens aan [eiseres] te verstrekken:
- een afschrift van alle beschikbare rapporten, al dan niet in conceptvorm, van DEKRA over de auto,
- een afschrift van alle tussen DEKRA enerzijds en [gedaagde] (of namens haar) anderzijds gevoerde (e-mail)correspondentie die betrekking heeft op het onderzoek naar de auto,
III. te verbieden, op straffe van een dwangsom, om direct en/of indirect, ongeacht in welke vorm, zich voor te doen als [eiseres] of als haar personeel, bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend door, het gebruik van het e-mailadres [e-mailadres] ,
IV. te veroordelen in de proces- en nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiseres] stelt hiertoe dat [gedaagde] de verkeerde partij aansprakelijk heeft gesteld voor de vermeende schade. [gedaagde] heeft zaken gedaan met [naam bedrijf] die op haar beurt opdracht heeft gegeven aan [eiseres] om de auto te tunen. Voor zover [gedaagde] wel de opdrachtgever is van [eiseres] betwist zij dat zij tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Het bestaan, en voor zover van toepassing, de hoogte van de schade wordt betwist. Er bestaat geen causaal verband tussen de vermeende tekortkoming en de schade aan de auto.
Het beslag is onnodig. [eiseres] is voor aansprakelijkheid jegens [gedaagde] verzekerd bij Nationale Nederlanden. Nationale Nederlanden heeft dekking van de hand gewezen, omdat niet [eiseres] maar [naam bedrijf] de contractspartij is van [gedaagde] en omdat uit het deskundigenrapport volgt dat [gedaagde] onvoldoende heeft aangetoond dat de schade is ontstaan door werkzaamheden van [eiseres] . In het geval dat in de bodemprocedure wordt geoordeeld dat [eiseres] jegens [gedaagde] aansprakelijk is, is Nationale Nederlanden jegens [eiseres] verplicht om de schade van [gedaagde] te vergoeden. Het belang van [eiseres] bij opheffing van het beslag weegt zwaarder dan het belang van [gedaagde] bij behoud van het beslag. Het beslag vormt een directe bedreiging voor het voortbestaan van [eiseres] .
[eiseres] heeft van de door Nationale Nederlanden ingeschakelde deskundige vernomen dat de deskundige van [gedaagde] ook tot de conclusie is gekomen dat [eiseres] niet aansprakelijk is voor de vermeende schade aan de auto. [eiseres] heeft er belang bij om een afschrift van het (concept)rapport van de deskundige van [gedaagde] en alle daarover gewisselde correspondentie te ontvangen. Dit belang heeft zij niet alleen in dit kort geding, om aan te tonen dat de vordering van [gedaagde] summierlijk ondeugdelijk is, maar ook om haar verweer in de bodemprocedure nader te onderbouwen.
[gedaagde] heeft facturen van Sedox Performance aan [eiseres] en e-mails van Sedox Performance in het geding gebracht. Daarbij is het e-mailadres waarnaar Sedox Performance de informatie heeft gestuurd zwart gelakt. [eiseres] is via Sedox Performance aan deze e-mails gekomen. Het zwart gelakte e-mailadres is [e-mailadres] . Dit is geen e-mailadres van [eiseres] . Zij gebruik info@essingperformancecenter.com (dus:
centerin plaats van
centers). Iemand heeft zich tegenover Sedox Performance als [eiseres] voorgedaan en heeft bij haar specifiek gevraagd naar de software die in de auto is geplaatst en facturen die daar betrekking op hebben. Uit het feit dat met een nep e-mailadres informatie is gevaagd die specifiek betrekking heeft op de auto van [gedaagde] en zij deze informatie vervolgens in deze procedure overlegt, volgt dat [gedaagde] zich als [eiseres] heeft voorgedaan. Dit is een strafbaar feit en onrechtmatig jegens [eiseres] .
3.3.
[gedaagde] heeft hiertegen aangevoerd dat [eiseres] haar contractspartij is. [eiseres] is tekort geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Als gevolg van deze tekortkoming heeft [gedaagde] schade geleden.
Het beslag is niet onnodig. Het is onzeker of Nationale Nederlanden de schade vergoedt indien in de bodemprocedure wordt geoordeeld dat [eiseres] jegens [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade. Er is geen verklaring van Nationale Nederlanden in het geding gebracht waarin staat dat zij de schade aan [gedaagde] zal voldoen. Gezien de zwakke financiële situatie van [eiseres] zal zij waarschijnlijk niet in staat zijn om de vordering van [gedaagde] te voldoen.
[gedaagde] beschikt alleen over een conceptrapport van de door haar ingeschakelde deskundige. [eiseres] heeft geen (spoedeisend) belang om te beschikken over dat concept. Als het definitieve rapport beschikbaar is zal dit door de advocaat van [gedaagde] aan (de advocaat van) [eiseres] worden toegestuurd.
De domeinnaam [e-mailadres] is anoniem geregistreerd. Het is niet bekend wie achter dit domein zit. [gedaagde] heeft hier niets mee te maken.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of, zo het beslag is gelegd voor een geldvordering, indien voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
4.2.
Los daarvan kan ook een belangenafweging leiden tot opheffing van het gelegde beslag. Dat is hier het geval.
4.3.
[eiseres] heeft aan de hand van de overgelegde verzekeringspolis voldoende aannemelijk gemaakt dat zij voor dit soort gevallen van aansprakelijkheid is verzekerd bij Nationale Nederlanden. Dat is slechts anders als [eiseres] zaken heeft gedaan met autobedrijven en -handelaren. [gedaagde] is de persoonlijke holding van [gedaagde] en houdt zich niet bezig met de handel in auto’s. Volgens Nationale Nederlanden heeft [gedaagde] met [eiseres] de verkeerde partij gedagvaard, omdat zij zaken gedaan zou hebben met [naam bedrijf] . Niettemin is Nationale Nederlanden zich actief met deze zaak gaan bemoeien en heeft zij een deskundige ingeschakeld voor onderzoek aan de auto. Daarmee is voldoende gewaarborgd dat [gedaagde] , mocht zij in de bodemprocedure als contractspartij van [eiseres] worden aangemerkt en in het gelijk worden gesteld, verhaal voor haar toewezen vordering zal kunnen vinden. Dat maakt het beslag onnodig. Daar komt bij dat [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar bedrijfsvoering ernstig wordt geraakt door het gelegde beslag, dat voor € 44.000,00 doel heeft getroffen. Het belang van [eiseres] bij de opheffing van het beslag is gelegen in de mogelijkheid vrijelijk te kunnen beschikking over de bankrekening en tegoeden bij ABN AMRO Bank. Zij gebruikt deze rekening voor het doen van betalingen ten behoeve van haar bedrijfsvoering, zoals salarisbetalingen aan werknemers en andere gebruikelijke vaste lasten. Nu het belang van [gedaagde] bij verzekering van het verhaal van haar vordering door de aansprakelijkheidsverzekering is gewaarborgd, valt de belangenafweging uit in het voordeel van [eiseres] .
4.4.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van [eiseres] om de beslagen op te heffen zal worden toegewezen. Om praktische reden zal de voorzieningenrechter de beslagen zelf opheffen.
4.5.
De advocaat van [gedaagde] heeft ter zitting toegezegd dat hij het definitieve deskundigenrapport van DEKRA zodra dat in zijn bezit is aan de advocaat van [eiseres] zal toesturen, evenals de correspondentie die is gevoerd met de deskundige naar aanleiding van het conceptrapport. Op het woord van een advocaat mag worden vertrouwd. [eiseres] heeft haar (spoedeisend) belang bij het verkrijgen van het conceptrapport onvoldoende duidelijk gemaakt. De vordering onder 3.1. onder II zal daarom worden afgewezen.
4.6.
Via een daarvoor aangemaakt e-mailadres, dat één letter afwijkt van het e-mailadres van [eiseres] is bij Sedox Performance naar informatie gevraagd over de auto van [gedaagde] . De door Sedox Performance naar dat e-mailadres gestuurde informatie is vervolgens door [gedaagde] ingebracht in deze procedure. Daarmee is voldoende aannemelijk dat ten behoeve van [gedaagde] identiteitsfraude is gepleegd. Haar zal daarom worden verboden zich daaraan schuldig te maken dan wel daartoe opdracht te geven.
De hieraan te verbinden dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
4.7.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 108,41 aan kosten dagvaarding, € 676,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat.
4.8.
De gevorderde nakosten worden toegewezen op de wijze als in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
heft op de door [gedaagde] ten laste van [eiseres] onder ABN AMRO Bank gelegde conservatoire derdenbeslagen,
5.2.
verbiedt [gedaagde] om direct en/of indirect, ongeacht in welke vorm, zich voor te doen als (personeel van) [eiseres] , bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, door het gebruik van het e-mailadres [e-mailadres] , op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per keer dat zij in strijd handelt met dit verbod, tot een maximum is bereikt van € 250.000,00,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 1.800,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis, tot aan de voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis, tot aan de voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MvG