ECLI:NL:RBAMS:2022:4631
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en huurrecht in het kader van de Mudawwana
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 27 juli 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 28 augustus 1972 in Nador, Marokko, zijn gehuwd. De man heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De vrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, aangezien de gewone verblijfplaats van partijen zich in Nederland bevond ten tijde van de indiening van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen, nu dit niet is weersproken en op de wet is gegrond.
Daarnaast hebben beide partijen verzocht om het huurrecht van de woning in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen een groot belang hebben bij de toekenning van het huurrecht, maar oordeelt dat de belangen van de vrouw groter zijn dan die van de man. De vrouw heeft medische problemen en is aangewezen op de woning, terwijl de man, die ook medische problemen heeft, naar verwachting sneller vervangende woonruimte kan vinden. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de vrouw toegewezen en dat van de man afgewezen.
Ten aanzien van de afwikkeling van het huwelijksvermogen heeft de vrouw verzocht om een vergoeding van € 75.000 op grond van artikel 49 van de Mudawwana, het Marokkaanse familiewetboek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft over dit verzoek en dat Marokkaans recht van toepassing is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw niet heeft aangetoond dat zij heeft bijgedragen aan de vermogensaanwas van de man, waardoor het verzoek op grond van artikel 49 Mudawwana is afgewezen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, de vrouw als huurster van de woning aangewezen en het meer of anders verzochte afgewezen.