Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
21 juli 2022.
mr. A.M. Ruijs-Verweij en van wat verdachte en zijn advocaat mr. A. Çimen naar voren hebben gebracht.
2.Beschuldiging
- bij haar woning en de woning van haar moeder langs te komen en/of aan te bellen;
- haar te dwingen om in zijn auto te zitten en met hem te praten;
- bedreigende en beledigende berichten via WhatsApp, sms en e-mail te sturen;
- haar vaak (al dan niet geanonimiseerd) te bellen.
3.Waardering van het bewijs
19 september was beëindigd en zij geen contact meer met hem wilde, stelselmatig opzettelijk inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer door vaak en op verschillende manieren contact te blijven zoeken. Dat verdachte aangeefster heeft gedwongen om in zijn auto te gaan zitten, kan niet worden bewezen.
20 september 2021 is beëindigd, waardoor de contactmomenten op deze datum geen onderdeel uitmaken van de stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Omdat verdachte daarna ruim vier weken geen contact meer heeft gezocht, moet 22 oktober 2021 als startdatum voor de belaging worden genomen. Dat verdachte aangeefster heeft gedwongen om in zijn auto te gaan zitten, kan niet worden bewezen.
4.Bewezenverklaring
5.Bewijs
6.Motivering van de straf
150 uur, te vervangen door 75 dagen hechtenis als verdachte de taakstraf niet (goed) verricht. Daarnaast zou aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand moeten worden opgelegd, met een proeftijd van twee jaar.
stalkinggenoemd, is een zeer hinderlijk en angstaanjagend feit.
Stalkingheeft een grote impact op slachtoffers, die zich daardoor ernstig beperkt voelen in hun bewegingsvrijheid en constant geconfronteerd worden met ongewenst (en in dit geval onbehoorlijk) contact. Verdachte heeft op de zitting toegelicht in een slechte periode te hebben gezeten en niet te kunnen accepteren dat de relatie over was. Dat kan zo zijn, maar mag nooit een excuus zijn voor het zich op deze manier ongewenst in aangeefsters leven wringen. Uit de aangifte blijkt dat zij de handelswijze van verdachte ook zo heeft ervaren.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
rubriek 4 is vermeld.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstrafvan
150 (honderdvijftig) uur.
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 (vijfenzeventig) dagen.
50 (vijftig) uurvan deze taakstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee)jaar vast.
vervangende hechteniszal worden toegepast van
25 (vijfentwintig) dagen.