Op 3 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 22 april 2022 te Amsterdam een poging tot zware mishandeling heeft gepleegd. De verdachte heeft met een kettingslot op de rug van het slachtoffer geslagen, wat leidde tot lichamelijk letsel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 20 juli 2022 heeft de officier van justitie, mr. S.J. Wirken, de vordering gedaan, terwijl de verdediging werd gevoerd door mr. J. van Weers. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en het bewijs in het dossier beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot zware mishandeling, ondanks de verdediging die stelde dat de impact van de klap minimaal was. De rechtbank heeft de ISD-maatregel voor de duur van twee jaar opgelegd, gezien de ernst van het feit en de recidive van de verdachte. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €750,- toegewezen aan de benadeelde partij voor immateriële schade, terwijl de materiële schade niet-ontvankelijk werd verklaard wegens onvoldoende onderbouwing. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter en twee andere rechters.