Op 3 augustus 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel binnendringen van een vrouw, terwijl hij wist dat zij in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde. De zaak kwam ter terechtzitting op 20 juli 2022, waar de officier van justitie, mr. R. Leuven, de vordering indiende. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.J. Nierop, heeft de beschuldigingen ontkend. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door haar raadsvrouw mr. A.P.M. Janssen, heeft ook haar standpunt naar voren gebracht.
De tenlastelegging betrof een periode van 5 tot en met 6 september 2020 in Katwoude, waar de verdachte en de aangeefster samen alcohol en drugs gebruikten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de verdachte en de aangeefster over de gebeurtenissen die nacht uiteenlopen. De aangeefster verklaarde dat zij zich niet goed voelde en op bed ging liggen, waarna de verdachte haar zou hebben gepenetreerd terwijl zij sliep. De verdachte ontkende echter dat de aangeefster buiten bewustzijn was en stelde dat zij het initiatief nam.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de aangeefster ten tijde van de seksuele handelingen in een staat van bewusteloosheid verkeerde. Er was geen duidelijkheid over de hoeveelheid alcohol en drugs die zij had gebruikt, en er waren geen andere bewijsmiddelen die haar verklaring ondersteunden. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.