Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De beschuldiging
3.De gedeeltelijke nietigheid van de dagvaarding
4.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
5.De waardering van het bewijs
6.De bewezenverklaring
7.De strafoplegging
8.De vorderingen van de benadeelde partijen
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. In het belang van [benadeelde partij 4] wordt, als extra waarborg voor betaling, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd. Verdachte wordt veroordeeld in de kosten die [benadeelde partij 4] heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
9.De toepasselijke wettelijke voorschriften
10.De beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
taakstrafvan
150 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen.
[benadeelde partij 5],
niet-ontvankelijkin zijn vordering tot schadevergoeding. Bepaalt dat verdachte en de benadeelde partij ieder hun eigen kosten zullen dragen.
[benadeelde partij 4]van
€ 800,- (achthonderd euro)en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [benadeelde partij 4] , van dit bedrag, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd tot de dag der algehele voldoening.
[benadeelde partij 4], van een bedrag van
€ 800,- (achthonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd tot de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal
16 dagen.