ECLI:NL:RBAMS:2022:4520

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/719681
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor aanvraag reisdocumenten voor onder toezicht gesteld kind

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 juli 2022 een beschikking gegeven in het kader van de aanvraag van reisdocumenten voor een minderjarige, die onder toezicht is gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (de GI). De minderjarige, geboren in 2018, verblijft in een pleeggezin en het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de moeder. De GI heeft de kinderrechter verzocht om toestemming te geven voor het aanvragen van reisdocumenten voor de minderjarige, waarbij de toestemming van de moeder vervangen zou worden.

De moeder heeft zich niet verzet tegen het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat volgens de Paspoortwet toestemming van de ouder met gezag vereist is voor het aanvragen van reisdocumenten voor een minderjarige. Aangezien de moeder geen bezwaar heeft gemaakt, was het verzoek in principe gereed voor toewijzing. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat zij over geldige reisdocumenten kan beschikken.

De kinderrechter heeft vervolgens de GI toestemming verleend om de reisdocumenten aan te vragen, waarbij deze toestemming de toestemming van de moeder vervangt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 12 juli 2022. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open, dat binnen drie maanden na dagtekening kan worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/719681 / JE RK 22/472
Beschikking van 7 juli 2022
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
locatie Amsterdam, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
Mw. [de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.J.M. Kleiweg, te Amsterdam;
de pleegouders van [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting Philadelphia Zorg,
hierna te noemen SPZ,
gevestigd te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI ingekomen bij de griffie op 5 juli 2022.
1.2.
De zaak is vervolgens mondeling behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 7 juli 2022.
Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar mentor, door een vertegenwoordigster van SPZ en
door haar advocaat mr. J.J.M. Kleiweg;
- mw. [naam] als vertegenwoordigster van de GI.

2.De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder. [minderjarige] is onder toezicht gesteld van de GI.
[minderjarige] verblijft met een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleeggezin, bij een zus van moeder en haar gezin.

3.Het verzoek en het verweer

De GI heeft de kinderrechter gevraagd toestemming te geven om reisdocumenten voor [minderjarige] aan te vragen, welke toestemming die van de moeder zal vervangen.
De moeder heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de GI.

4.De beoordeling

Artikel 34 van de Paspoortwet bepaalt dat bij een aanvraag (een verzoek tot verstrekking van een reisdocument) door of ten behoeve van een minderjarige een verklaring van toestemming wordt overgelegd van iedere persoon die het gezag uitoefent. Artikel 36 van de Paspoortwet bepaalt (samengevat) dat bij een aanvraag voor reisdocumenten ten behoeve van een minderjarige die onder toezicht is gesteld, de rechter daarvoor een verklaring van toestemming kan geven als een ouder met gezag die verklaring weigert.
De moeder heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de GI, waardoor het verzoek in beginsel voor toewijzing gereed ligt. De kinderrechter acht het in het belang van [minderjarige] dat zij over geldige reisdocumenten kan beschikken. Daarom beslist de kinderrechter het volgende.

5.De beslissing

De kinderrechter:
- verleent aan de GI toestemming, die de toestemming van de moeder vervangt, voor
het aanvragen van reisdocumenten ten behoeve van het minderjarige kind van de moeder:
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2018 te [geboorteplaats] ;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.P.G. Rietbergen, kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier,
op 7 juli 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).