ECLI:NL:RBAMS:2022:4518

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/718533
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vervangende toestemming voor reisdocumenten en vakantie met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 4 juli 2022 een beschikking gegeven in een verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verkrijgen voor het aanvragen van reisdocumenten en voor het maken van een buitenlandse reis met haar minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. L. Scheffer, heeft aangevoerd dat de ouders gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenen, maar dat er weinig contact is tussen hen. De vader reageert niet op verzoeken van de moeder, wat leidt tot de vrees dat hij geen toestemming zal geven voor de reis. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek van de moeder toe te wijzen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader zich niet heeft verweerd tegen het verzoek, waardoor het verzoek in beginsel voor toewijzing gereed ligt. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat zij over geldige identiteitsbewijzen beschikken en met de moeder op vakantie kunnen naar veilige landen. De rechtbank verleent daarom aan de moeder vervangende toestemming voor het aanvragen van reisdocumenten en voor het reizen naar het buitenland met de kinderen, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/718533 / FA RK 22/3502
Beschikking van 4 juli 2022
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. L. Scheffer te Amsterdam
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
voor zie zich geen advocaat heeft gesteld.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,regio Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de Raad.
Als informant is aangemerkt: de Gecertificeerde Instelling
Jeugdbescherming Regio Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI), gevestigd te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen van de moeder ingekomen bij de griffie op 10 juni 2022;
- de reactie van de GI, ingekomen bij de griffie op 20 juni 2022.
1.2.
De zaak is vervolgens mondeling behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 30 juni 2022.
Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam] als vertegenwoordigster van de Raad.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de vader;
- de GI, met bericht waarom zij niet zal verschijnen.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen waarop deze procedure betrekking heeft:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008,
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010
en
[minderjarige 3],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
2.2.
De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over de kinderen uit.

3.Het verzoek van de moeder

3.1.
De moeder heeft de rechtbank gevraagd toestemming te geven om met de kinderen naar het buitenland te reizen en reisdocumenten voor hen aan te vragen, welke toestemming die van de vader zal vervangen.
3.2.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft de moeder onder meer het volgende aangevoerd. De ouders hebben slechts minimaal contact met elkaar, enkel over het contact van de vader met de kinderen. Dat contact is heel minimaal: de vader belt af en toe. De moeder neemt alle beslissingen die de kinderen aangaan alleen, communiceren met de vader daarover is niet mogelijk vanwege de spanningen die er nog altijd zijn tussen de ouders. Recent wilde de vader voor een onderzoek voor school voor [minderjarige 3] geen toestemming geven, ondanks dat hulpverleners hem daar om hebben gevraagd. De paspoorten of identiteitsbewijzen van de kinderen moeten worden verlengd, omdat deze binnenkort verlopen of al zijn verlopen. De moeder heeft de vader vooral over het verlopen van het paspoort van [minderjarige 2] berichten gestuurd per e-mail en per WhatsApp, maar de vader reageert nergens op. De moeder wil graag in de zomervakantie met de kinderen naar het buitenland reizen. Nu de vader nergens op reageert, vreest de moeder dat de vader geen toestemming zal geven als zij hem daar om vraagt. De advocaat van de moeder heeft de vader per e-mail een brief gestuurd over het geven van toestemming voor een buitenlandse reis, maar de vader heeft daar niet op gereageerd.

4.Het verweer van de vader

4.1.
De vader heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de moeder.

5.Het advies van de Raad

5.1.
De Raad heeft bij de mondelinge behandeling geadviseerd het verzoek van de moeder toe te wijzen.

6.De beoordeling

6.1.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht, omdat partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. Nederlands recht is van toepassing.
6.2.
Ingevolge het bepaalde in artikel 1:253a Burgerlijk Wetboek kunnen in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag geschillen hieromtrent op verzoek van de ouders of één van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt. Artikel 34 lid 2 van de Paspoortwet bepaalt dat, bij gebreke van het geven van toestemming voor het aanvragen van een reisdocument ten behoeve van een minderjarige door een gezaghebbende ouder, deze op verzoek van de andere gezag hebbende ouder door de toestemming van de rechter kan worden vervangen.
6.3.
De vader heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de moeder, waardoor het verzoek in beginsel voor toewijzing gereed ligt. De rechtbank acht het in het belang van de kinderen dat zij over geldige identiteitsbewijzen kunnen beschikken en dat zij, ook als de vader daarvoor geen toestemming geeft, met de moeder op vakantie kunnen naar veilige landen. Daarom beslist de rechtbank het volgende.

7.De beslissing

De rechtbank:
- verleent aan de moeder vervangende toestemming, die de toestemming van de vader vervangt, voor
het aanvragen van reisdocumenten ten behoeve van de minderjarige kinderen van partijen:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008,
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010
en
[minderjarige 3],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013;
- verleent aan de moeder vervangende toestemming, die de toestemming van de vader vervangt, voor het reizen naar het buitenland, voor zover het veilige landen betreft waar geen negatief reisadvies voor geldt, met de minderjarige kinderen van partijen:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008,
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010
en
[minderjarige 3],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden, rechter, tevens kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier,
op 4 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).