ECLI:NL:RBAMS:2022:4517

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/714222
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van het gezag over minderjarige kinderen na echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 juli 2022 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om eenhoofdig gezag over haar kinderen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. L. Scheffer, heeft verzocht om het gezamenlijk gezag met de vader te beëindigen, omdat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. De vader heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gezamenlijke gezagsuitoefening in de praktijk tot problemen leidt, zoals het weigeren van toestemming door de vader voor belangrijke beslissingen, waaronder schoolonderzoeken en reisdocumenten. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is dat de moeder met het eenhoofdig gezag wordt belast, gezien de langdurige afwezigheid van samenwerking tussen de ouders. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/714222/ FA RK 22/1134
Beschikking van 6 juli 2022 betreffende verzoek inzake wijziging van het gezag
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. L. Scheffer te Amsterdam
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
voor zie zich geen advocaat heeft gesteld.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,regio Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de Raad.
Als informant is aangemerkt: de Gecertificeerde Instelling
Jeugdbescherming Regio Amsterdam, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI), gevestigd te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen van de moeder, ingekomen bij de griffie op 21 februari 2022;
- de nagekomen stukken van de moeder, ingekomen bij de griffie op 11 maart 2022;
- de reactie van de GI, ingekomen bij de griffie op 20 juni 2022.
1.2.
Het hierna te noemen kind [minderjarige 1] heeft in een brief aan de rechtbank zijn mening kenbaar gemaakt.
1.3.
De zaak is vervolgens mondeling behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 30 juni 2022.
Verschenen en gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam] als vertegenwoordigster van de Raad.
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de vader;
- de GI, met bericht waarom zij niet zal verschijnen.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen waarop deze procedure betrekking heeft:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008,
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010
en
[minderjarige 3],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
2.2.
De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over de kinderen uit.

3.Het verzoek van de moeder

3.1.
De moeder heeft de rechtbank verzocht te bepalen dat zij met het eenhoofdig gezag over de kinderen zal worden belast.
3.2.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft de moeder onder meer het volgende aangevoerd. Sinds de echtscheiding hebben de ouders minimaal contact met elkaar, er wordt slechts gecommuniceerd over het contact tussen de vader en kinderen. Dat contact is erg minimaal, de vader belt af en toe. De moeder neemt alle beslissingen die de kinderen aangaan alleen. Communiceren met de vader daarover is vanwege de nog altijd bestaande spanningen tussen partijen niet mogelijk. Recent heeft de moeder die onmogelijkheid nog ondervonden, toen de vader geen handtekening wilde zetten voor een onderzoek voor school voor [minderjarige 3] . Dit terwijl hulpverleners de vader daar om hebben gevraagd. De vader reageert ook afwijzend op contactverzoeken van instanties in het belang van de kinderen. De moeder voorziet verder problemen in terugkerende formele zaken, waarbij zij in geval van voortduring van het gezamenlijk ouderlijk gezag de handtekening of fysieke instemming van de vader nodig heeft. Nu de moeder in de praktijk de enige is die alle belangrijke beslissingen voor de kinderen neemt en zij niet kan rekenen op medewerking van de vader, is het voor de moeder ondoenlijk nog langer invulling te geven aan het gezamenlijk ouderlijk gezag. De kinderen dreigen daarom klem en verloren te komen tussen de ouders als zij het gezamenlijk ouderlijk gezag over hen behouden.

4.. Het standpunt van de vader

4.1.
De vader heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de moeder.

5.Het advies van de Raad

5.1.
De Raad heeft bij de mondelinge behandeling geadviseerd de beslissing voor twee weken aan te houden, om nog een laatste poging te doen contact met de vader te leggen.
6. De beoordeling
6.1.
De rechtbank overweegt het volgende. Op grond van artikel 1:251a Burgerlijk Wetboek, kan de rechter na ontbinding van het huwelijk op verzoek van een ouder bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt, als
er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
6.2.
De rechtbank is, op grond van hetgeen door de moeder naar voren is gebracht en waartegen geen verweer is gevoerd, van oordeel dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is dat de moeder met het eenhoofdig gezag over hen wordt belast. Vast staat dat de gezamenlijke gezagsuitoefening in de praktijk tot problemen leidt. Zo heeft de vader geen toestemming willen geven voor een onderzoek op school voor [minderjarige 3] en ook niet voor het aanvragen van reisdocumenten voor de kinderen. De moeder heeft daarom ook een procedure moeten starten voor het aanvragen van reisdocumenten. In die procedure heeft de rechtbank de moeder vervangende toestemming verleend. Er is, door het keer op keer en gedurende lange tijd weigeren van ieder contact door de vader, een onaanvaardbaar risico dat de kinderen klem en verloren raken tussen hun beide gezag dragende ouders, als het gezamenlijk gezag voortduurt. De rechtbank heeft er geen enkel vertrouwen in dat daarin binnen afzienbare tijd verandering zal komen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om de beslissing nog twee weken aan te houden.
6.3.
Ook is het wat de rechtbank betreft in het belang van de kinderen dat het gezag wordt gewijzigd. Zowel de moeder als de kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn en de juridische situatie moet in overeenstemming worden gebracht met de feitelijke situatie, waarin de moeder al lange tijd alle beslissingen voor de kinderen alleen neemt. Daarom beslist de rechtbank het volgende.

7.De beslissing

De rechtbank:
- beëindigt het ouderlijk gezag van
[de vader], geboren te [geboorteplaats] (Irak) op [geboortedag] 1962, en belast
[de moeder], geboren te [geboorteplaats] (Libanon) op [geboortedag] 1980 voortaan met de uitoefening van het gezag over:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008,
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010
en
[minderjarige 3],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013,
- draagt de griffier op aantekening van deze gezagsbeslissing te laten opnemen in het gezagsregister;
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. L. van der Heijden, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier, op 6 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).