ECLI:NL:RBAMS:2022:4514

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/714484
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot gezamenlijk gezag en zorgregeling in een familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 juli 2022 een beschikking gegeven in een familierechtelijke procedure tussen een vader en een moeder met betrekking tot het gezag en de zorgregeling voor hun kinderen. De vader heeft verzocht om gezamenlijk gezag over hun erkende kind, [minderjarige 1], en om erkenning van een tweede kind, [minderjarige 2]. De moeder heeft zich niet verzet tegen de erkenning van [minderjarige 2], maar heeft wel bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de vader voor gezamenlijk gezag en de zorgregeling. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders problematisch is en dat dit heeft geleid tot een gebrek aan contact tussen de vader en de kinderen. De Raad heeft geadviseerd om de verzoeken aan te houden in afwachting van hulpverlening, en de rechtbank heeft besloten om een voorlopige omgangsregeling en informatieregeling vast te stellen. De moeder moet wekelijks een e-mail sturen naar de vader over de kinderen, en de vader krijgt wekelijks op vrijdag contact met de kinderen op een neutrale plek. De rechtbank heeft verder bepaald dat de resterende verzoeken tot gezamenlijk gezag en een definitieve zorgregeling pro forma worden voortgezet, in afwachting van de hulpverleningstrajecten bij Altra en/of Unalzorg.

De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter mr. E. Dinjens, en partijen zijn opgedragen zich aan te melden voor de hulpverlening. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan, en partijen moeten uiterlijk tien dagen voor de pro forma datum een schriftelijke update geven over de stand van zaken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/714484 / FA RK 22/1288
Beschikking van 14 juli 2022 betreffende verzoek inzake het gezag en de zorgregeling
in de zaak van:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. A.M. Buitenhuis te Nieuw-Vennep
tegen
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. M.M. de Boer te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift van de vader, ingekomen bij de griffie op 17 februari 2022;
  • de nagekomen stukken van de vader, ingekomen bij de griffie op 14 maart 2022;
  • het verweerschrift van de moeder, ingekomen bij de griffie op 7 juli 2022;
  • de reactie op verweerschrift van de vader, ingekomen bij de griffie op 11 juli 2022.
1.2.
De zaak is vervolgens mondeling behandeld ter zitting met gesloten deuren van 14 juli 2022.
Verschenen zijn:
  • partijen, bijgestaan door hun advocaten;
  • mw. [naam] als vertegenwoordigster van de Raad.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad.
Uit deze relatie is geboren:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2021,
hierna te noemen [minderjarige 1] of het kind.
2.2.
[minderjarige 1] is erkend door de vader. De moeder is van rechtswege belast met de uitoefening van het gezag. [minderjarige 1] woont bij de moeder.
2.3.
De moeder was ten tijde van de indiening van het verzoekschrift in verwachting van een ongeboren vrucht, waarvan beide ouders denken dat de vader de vader is. Volgens informatie van partijen is op [geboortedag 2] 2022 [minderjarige 2] geboren.

3.Het verzoek van de vader

De vader heeft primair verzocht gezamenlijk met de moeder te worden belast met het gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] te mogen erkennen en ook over [minderjarige 2] gezamenlijk met de moeder te worden belast met het gezag. Daarnaast heeft de vader verzocht om een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te bepalen, zoals weergegeven in zijn verzoekschrift. Verder heeft de vader verzocht de Raad voor de Kinderbescherming te benoemen, om onderzoek te doen of erkenning, gezag en omgang in het belang van de kinderen is. Ten slotte heeft de vader gevraagd een informatieverplichting te bepalen, zoals weergegeven in zijn verzoekschrift.

4.Het verweer van de moeder

De moeder heeft zich niet verweerd tegen het verzoek tot erkenning van [minderjarige 2] . De moeder heeft zich wel verweerd tegen het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag en om afwijzing daarvan gevraagd. De moeder heeft zich ook verweerd tegen de door de vader verzochte zorgregeling. De moeder kan zich vinden in een informatieverplichting, zoals die bij de mondelinge behandeling is besproken.

5.Het advies van de Raad

De Raad heeft geadviseerd de verzoeken wat betreft het gezag en het bepalen van een zorgregeling aan te houden, in afwachting van de in te zetten hulpverlening. Daarbij kan worden gedacht aan Altra, vermoedelijk Ouderschap Blijft, maar ook aan Unalzorg, een traject gericht op contactherstel. De ouders vinden het allebei van belang dat er contact is tussen de vader en de kinderen, maar het lukt hen nog onvoldoende om dat zelfstandig vorm te geven. In afwachting van het op te starten hulpverleningstraject, adviseert de Raad een begeleide omgangsregeling vast te leggen in de beschikking zoals die bij de mondelinge behandeling is besproken. De Raad ziet momenteel geen aanleiding tot het doen van onderzoek.

6.De beoordeling

6.1.
De rechtbank overweegt het volgende. De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen de erkenning van [minderjarige 2] door de vader. Nu partijen het hierover eens zijn en zij dit zelf kunnen regelen, hoeft de rechtbank op dit punt geen beslissing meer te nemen.
6.2.
De moeder heeft aangegeven dat zij partijen, via het consultatiebureau, heeft aangemeld bij Altra voor hulp en begeleiding bij het uitvoeren van de zorgregeling en de verbetering van de communicatie. De vader heeft aangegeven dat hij openstaat voor dit traject.
6.3.
Vast staat dat de communicatie tussen partijen niet goed is en dat die onlangs opnieuw is verslechterd. Dat heeft mede tot gevolg gehad dat de vader geen contact meer heeft met de kinderen. Het lukt de ouders niet het belang van de kinderen voorop te zetten en in hun belang samen te werken aan het uitoefenen van een zorgregeling. Partijen zullen daar professionele hulp en begeleiding bij nodig hebben, ook om van de hervatting van het contact tussen de vader en de kinderen een succes te maken. Het is niet in het belang van de kinderen dat het contact wordt hervat en vervolgens weer wordt gestaakt, zoals tot dusver het geval is geweest. Daarom zal de rechtbank de behandeling van de verzoeken wat betreft het gezag en de zorg- of omgangsregeling aanhouden, in afwachting van het in te zetten hulpverleningstraject bij Altra of Unalzorg.
6.4.
Omdat het in het belang van de kinderen is dat het contact met de vader zo snel mogelijk wordt hervat, zal de rechtbank hierna de voorlopige omgangsregeling bepalen die door partijen bij de mondelinge behandeling is overeengekomen. Datzelfde geldt voor de informatieregeling zoals partijen die bij de mondelinge behandeling hebben afgesproken. Daarom beslist de rechtbank het volgende.

7.De beslissing

De rechtbank:
- bepaalt als
voorlopige informatieregelingdat de moeder wekelijks op woensdag een e-mail aan de vader stuurt (met een kopie aan de advocaten) over het wel en wee van de kinderen, hoe de afgelopen week is verlopen, eventueel met foto’s van de kinderen en waarbij de moeder een neutrale plek voorstelt waar de vader die week contact met de kinderen kan hebben op de vrijdag. De vader reageert vervolgens op donderdag, uitsluitend per e-mail en uitsluitend met een reactie op de voorgestelde neutrale plek en zal verder geen contact met de moeder opnemen;
- bepaalt als
voorlopige omgangsregelingdat de vader wekelijks op vrijdag van 16.00 tot 18.00 uur contact met de kinderen zal hebben op een neutrale plek, in aanwezigheid van de vader van de moeder, maar waarbij de vader van de moeder zich verder afzijdig zal houden;
- bepaalt dat het resterende deel van de verzoeken tot gezamenlijk gezag en het bepalen van een definitieve zorg- of omgangsregeling, in afwachting van een in te zetten hulpverleningstraject, zoals het traject Ouderschap Blijft bij Altra en/of een traject bij Unalzorg, en/of een ander hulpverleningstraject, pro forma zal worden voortgezet op
23 januari 2023;
- draagt partijen op zich voor zover nodig zo snel mogelijk aan te melden voor een dergelijk traject en verzoekt partijen uiterlijk tien dagen vóór de pro forma datum een schriftelijke update van de stand van zaken door te geven, indien gewenst met informatie van Altra en/of Unalzorg en/of een andere hulpverlenende instantie, en de door hen gewenste volgende stap in de procedure kenbaar te maken;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. E. Dinjens, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier, op 14 juli 2022. [1]
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 juli 2022.

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).