ECLI:NL:RBAMS:2022:4512

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/720301
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar ondertoezichtstelling van minderjarigen met betrekking tot contact met ouders

Op 14 juli 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tijdens de mondelinge behandeling waren zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad aanwezig. De ouders hebben het verzoek van de Raad niet betwist, maar er zijn zorgen geuit over het contact tussen de kinderen en hun vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen, vooral door het gebrek aan contact met hun vader. De moeder heeft grote bezwaren geuit tegen dit contact, terwijl de vader deze bezwaren betwist. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat er wordt gewerkt aan herstel van het contact met hun vader. Daarom is besloten om de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van zes maanden, met de verplichting voor de Raad en Jeugdbescherming om te onderzoeken hoe dit contact kan worden hersteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/13/720301 / JE RK 22-503
Datum uitspraak: 14 juli 2022

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Amsterdam,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedag] 2014 te [geboorteplaats] (Syrië),

hierna te noemen: [minderjarige 1] ,

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedag] 2019 te [geboorteplaats] (Turkije),

hierna te noemen: [minderjarige 2] ,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Braspenning te Amsterdam,

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. S. Toughza te Amsterdam.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het mondelinge verzoek van de Raad van 14 juli 2022, gedaan bij gelegenheid van de gelijktijdige maar niet gevoegde mondelinge behandeling van de zaak met zaaknummer C/13/718262 / FA RK 22/3351.
Met instemming van partijen is dit verzoek mondeling gedaan en -mede gelet op de samenhang met voornoemde zaak- niet apart schriftelijk toegelicht.
Tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren op 14 juli 2022 zijn verschenen:
- de vader, bijgestaan door mr. S. Toughza en een tolk;
- de moeder, bijgestaan door mr. S. Braspenning en een tolk;
- mw. [naam] als vertegenwoordigster van de Raad.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt uitgevoerd door de ouders.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Het standpunt van de belanghebbenden

De belanghebbenden hebben zich niet verweerd tegen het verzoek van de Raad.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
De concrete bedreigingen in de ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn dat zij geen contact meer met hun vader hebben, terwijl zij nog jong zijn en terwijl zij in beginsel vrij en onbelast contact met hun beide ouders zouden moeten kunnen hebben. Van de zijde van de moeder zijn grote zorgen en bezwaren geuit tegen contact met de vader en zijn familie, die van de zijde van de vader betwist zijn terwijl er ook bij de Raad zorgen zijn. De Raad en (binnen de ondertoezichtstelling) Jeugdbescherming zullen moeten onderzoeken hoe er kan worden gewerkt aan herstel van het contact tussen de vader en de kinderen, op een manier die in het belang van de kinderen is.
De kinderrechter zal daarom [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht stellen voor de duur van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht van Jeugdbescherming Regio Amsterdam met ingang van 14 juli 2022 tot 14 januari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2022 door mr. E. Dinjens, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 19 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.