ECLI:NL:RBAMS:2022:4507

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 juni 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
C/13/716169
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot eenhoofdig gezag na echtscheiding met complicaties door detentie van de vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 juni 2022 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om eenhoofdig gezag over haar kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.J. Robbers, heeft het verzoek ingediend omdat de vader, met wie zij een relatie heeft gehad, niet in staat is om zijn gezag uit te oefenen. De vader is gedetineerd in Frankrijk en heeft geen contact meer met de moeder of de kinderen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift van de moeder, en heeft de zaak op 21 juni 2022 mondeling behandeld. De vader is niet verschenen op de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk gezag hebben over de kinderen, maar dat de vader zijn verplichtingen niet nakomt. De moeder heeft aangegeven dat het voor haar bijzonder lastig is om met de vader samen te werken in het belang van de kinderen, vooral na de echtscheiding. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de mening van de kinderen, die hun zorgen hebben geuit over de situatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders, en dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder alleen met het gezag wordt belast.

De rechtbank heeft daarom besloten het ouderlijk gezag van de vader te beëindigen en de moeder voortaan met de uitoefening van het gezag over de kinderen te belasten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/716169/ FA RK 22/2215
Beschikking van 21 juni 2022 betreffende verzoek inzake het gezag
in de zaak van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. A.J. Robbers,
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
voor wie zich geen advocaat heeft gesteld.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift van de moeder, ingekomen bij de griffie op 8 april 2022.
1.2.
De zaak is vervolgens mondeling behandeld ter zitting met gesloten deuren van 21 juni 2022. Verschenen zijn de moeder en haar advocaat. Opgeroepen en niet verschenen is de vader.
1.3.
Het hierna te noemen kind [minderjarige 2] heeft in een brief aan de rechter haar mening kenbaar gemaakt. Het hierna te noemen kind [minderjarige 1] heeft in een gesprek met de rechter op 13 juni 2022 haar mening kenbaar gemaakt.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad.
Uit deze relatie zijn geboren:
[minderjarige 1],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2006,
hierna te noemen [minderjarige 1] ;
[minderjarige 2],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 2] 2008,
hierna te noemen [minderjarige 2] ,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
2.2.
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen.

3.Het verzoek van de moeder

3.1.
De moeder heeft verzocht te worden belast met het eenhoofdig gezag over de kinderen.
3.2.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft de moeder onder meer het volgende aangevoerd. Na de echtscheiding is het voor de moeder bijzonder lastig gebleken om met de vader invulling te geven aan het gezamenlijk ouderschap. De vader heeft geen uitvoering gegeven aan de door de rechtbank vastgestelde zorgregeling van een dagdeel per week. Hij is niet betrokken geweest bij het opgroeien van de kinderen. Dit was met name problematisch toen [minderjarige 2] moest worden aangemeld voor bijzonder onderwijs. De vader stond daar niet afwijzend tegenover, maar ondernam geen actie waardoor een ontwikkelingsachterstand ontstond. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming afgewezen, omdat de vader uiteindelijk alsnog toestemming heeft gegeven. Nadien heeft de moeder, als er zaken geregeld moesten worden, met kunst- en vliegwerk de zaken geregeld als de vader, op momenten dat het hem uitkwam, langskwam om de kinderen te zien. Op 26 januari 2022 had de moeder een afspraak staan voor het aanvragen van paspoorten voor de kinderen. Die afspraak is in verband met een coronabesmetting afgezegd. De moeder heeft na 31 januari 2022 geen contact meer met de vader gehad en hij is voor de moeder en zijn eigen familie onbereikbaar. Nadat de vader door zijn zus als vermist is opgegeven, heeft de politie zijn zus geïnformeerd dat de vader is aangehouden en gedetineerd in Frankrijk. Het is de moeder niet gelukt het detentieadres van de vader te achterhalen. De moeder heeft bij wijze van provisioneel verzoek, voor zover hier van belang, gevraagd om schorsing van het gezag van de vader. Bij beschikking van 18 mei 2022 is voor recht verklaard dat het gezag van de vader van rechtswege is geschorst.
3.3.
De moeder heeft gedurende de afgelopen jaren met veel moeite weten te bewerkstelligen dat zij de nodige toestemming van de vader kreeg. De vader is echter nu gedetineerd en niet beschikbaar en heeft niet de moeite genomen de moeder te (laten) informeren over zijn toestand. De vader is feitelijk verdwenen. Voor de moeder is het noodzakelijk om beslissingen over de kinderen te kunnen nemen. Nu de vader feitelijk geen invulling kan geven aan zijn gezag en onduidelijk is hoe lang dat het geval zal zijn, acht de moeder het in het belang van de kinderen dat zij zal worden belast met het eenhoofdig gezag over de kinderen. Hoewel het ouderlijk gezag van de vader op dit moment van rechtswege is geschorst, kan dat herleven als de vader weer opduikt en verzoekt om weer mede met het gezag te worden belast. Niet te voorspellen valt wanneer dat zal zijn en het valt niet te verwachten dat in geval van herleving van het gezamenlijk gezag de eerdere problemen bij de uitoefening daarvan tot het verleden zullen behoren. De moeder is bang dat de vader zijn gezag zal misbruiken, zoals hij dat in haar ervaring ook in het verleden heeft gedaan. In dat geval bestaat er een onaanvaardbaar risico dat de kinderen klem en verloren zullen raken tussen de ouders.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank overweegt het volgende. Op grond van artikel 1:251a Burgerlijk Wetboek, kan de rechter na ontbinding van het huwelijk op verzoek van een ouder bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt, als
er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
4.2.
De vader heeft zich niet verweerd tegen het verzoek van de moeder en daarom ligt het in beginsel voor toewijzing gereed. Hoewel het gezag van de vader op dit moment van rechtswege is geschorst, heeft de moeder toch belang bij haar verzoek omdat het gezamenlijk gezag met de vader kan herleven als hij zich weer meldt en verzoekt om weer mede met het gezag te worden belast. Van het gezamenlijk ouderlijk gezag tussen de ouders staat onweersproken vast dat dit in het verleden met veel kunst- en vliegwerk van de zijde van de moeder is uitgeoefend. Dat is niet in het belang van de kinderen, met name niet omdat [minderjarige 2] naar het bijzonder onderwijs gaat en van de ouders met gezag veelvuldig toestemming wordt gevraagd.
4.3.
het voorgaande brengt de rechtbank tot de conclusie dat zowel de moeder als de kinderen moeten weten waar ze aan toe zijn, ook als de vader ineens wel weer in hun leven verschijnt. De rechtbank acht het daarom in het belang van de kinderen noodzakelijk dat de moeder voortaan alleen met het gezag over hen zal zijn belast.
Daarom beslist de rechtbank het volgende.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beëindigt het ouderlijk gezag van
[de vader], geboren te [geboorteplaats 2] (Marokko) op [geboortedatum 3] 1977, en belast
[de moeder], geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 3] 1977 voortaan met de uitoefening van het gezag over
[minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2006 en
[minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 2] 2008;
- draagt de griffier op aantekening van deze gezagsbeslissing te laten opnemen in het gezagsregister;
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. E.M. Devis, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier, op 21 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).