ECLI:NL:RBAMS:2022:4360

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
9753538 CV EXPL 22-3915
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Privacy schending door cameratoezicht in gemeenschappelijke ruimtes van een appartementencomplex

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een appartementseigenaar, aangeduid als [gedaagde], aangeklaagd wegens het ophangen van camera's in zijn appartement die gericht zijn op de gemeenschappelijke galerij. De VvE vorderde dat de gedaagde deze camera's zou verwijderen, omdat deze de privacy van andere bewoners zouden schenden. De gedaagde stelde dat hij camera's had opgehangen uit een gevoel van onveiligheid, na meerdere incidenten in de buurt. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde geen toestemming had van de VvE of andere bewoners om de gemeenschappelijke ruimtes te filmen, en dat er geen gerechtvaardigd belang was voor het gebruik van de camera's die gericht waren op de galerij. De rechter bepaalde dat de gedaagde de camera's die op de galerij gericht waren, moest verwijderen, maar dat de camera's die gericht waren op zijn eigen balkon en voordeur mochten blijven hangen. Tevens werd er een dwangsom opgelegd voor het niet naleven van deze beslissing. De gedaagde werd ook veroordeeld tot het betalen van de proceskosten aan de VvE.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9753538 CV EXPL 22-3915
vonnis van: 18 juli 2022

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de vereniging Vereniging van Eigenaars Gebouw [naam gebouw]

gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres
nader te noemen: de VvE
gemachtigde: mr. H. Verstegen
t e g e n

W.J.E. [gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M. Rooimans

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende stukken bevinden zich in het procesdossier:
- de dagvaarding van 4 maart 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het instructievonnis waarin een comparitie is gelast;
De comparitie is gehouden op 20 juni 2022. Daar waren namens de VvE aanwezig dhr. [naam 1] (secretaris), dhr. [naam 2] (penningmeester) en dhr. [naam 3] (voorzitter) alsmede de gemachtigde. [gedaagde] is verschenen in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten naar voren gebracht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De VvE heeft ter zitting een van haar vorderingen ingetrokken. Van het verhandelde ter zitting heeft de griffier aantekening gehouden. Na verder debat is vonnis gevraagd en dat is bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[gedaagde] is eigenaar van het appartementsrecht dat recht geeft op het exclusieve gebruik van het appartement aan de [adres] dat zich bevindt in het gebouw [naam gebouw] dat bestaat uit in totaal 61 appartementen. [gedaagde] is daarmee van rechtswege lid van de VvE.
1.2.
[gedaagde] heeft in zijn appartement vier (of meer) camera’s geplaatst, waarvan er twee gericht zijn op de gevel en een deel van de galerij. Eerder heeft hij camera’s en sponnetjes laten opgehangen in de gemeenschappelijke ruimte. Deze zijn na sommaties door de VvE uiteindelijk door [gedaagde] verwijderd. De hierdoor ontstane schade heeft [gedaagde] vergoed.
1.3.
In de splitsingsakte zijn de buitengevel en galerij als gemeenschappelijke gedeelten aangemerkt.
1.4.
Artikel 11 van het toepasselijke Modelreglement 1983 bepaalt:
“iedere eigenaar en gebruiker heeft het gebruik van de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken volgens de bestemming daarvan. Hij moet daarbij inachtnemen het reglement en het huishoudelijk reglement en hij mag geen inbreuk maken op het recht van medegebruik van de andere eigenaars en gebruikers.

Vordering en verweer

2. De VvE vordert, na vermindering van eis, kort gezegd, dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot het verwijderen en verwijderd houden van alle camera’s en subsidiair dat de camera’s niet langer zichtbaar zijn vanaf de straat/galerij, op straffe van een dwangsom. Tevens vordert zij om [gedaagde] te verbieden camera’s rond zijn woning te hangen die gericht zijn op de gemeenschappelijke en openbare ruimtes, eveneens op straffe van een dwangsom.
3. De VvE legt hieraan ten grondslag dat [gedaagde] zonder toestemming van de ALV camera’s heeft opgehangen die gericht zijn op de gemeenschappelijker of openbare ruimte, waarmee hij de privacy van anderen schendt en daarom een onrechtmatige situatie oplevert. Alleen de VvE mag, na goedkeuring door de ALV, camera’s ophangen die gericht zijn op gemeenschappelijke ruimtes en ook alleen als er een objectiveerbare zorg voor de veiligheid van de bewoners en hun zaken bestaat. Ook handelt [gedaagde] hiermee in strijd met het modelreglement. Nu [gedaagde] de stand van de camera’s zou kunnen wijzigen, dienen alle camera’s die zichtbaar zijn vanaf de galerij te worden verwijderd, aldus de VvE. Nu [gedaagde] al eerder regels heeft overtreden, heeft de VvE belang bij een dwangsom. Dat sprake zou zijn geweest van incidenten rond de woning van [gedaagde] betwist de VvE uitdrukkelijk.
4. [gedaagde] voert aan dat hij meerdere incidenten heeft meegemaakt in en rond zijn woning waardoor een gevoel van onveiligheid is ontstaan. Ook heeft hij te maken gehad met inbraak. [gedaagde] heeft zijn camera’s zodanig opgehangen dat één camera zijn balkon aan de voorkant filmt, één de hal en voordeur en twee de galerij aan de achterzijde. De galerij wordt alleen gebruikt door [gedaagde] en zijn directe buren. Aan de galerij zijn verder geen voordeuren gelegen en men heeft een sleutel nodig om er te kunnen komen. Alleen de bewoners hebben zo’n sleutel. [gedaagde] is van mening dat hij niemands privacy schendt, zijn buren hebben immers ook niet geklaagd. Voor het opleggen van een dwangsom is geen enkele aanleiding, aldus [gedaagde] .

Beoordeling

5. Niet in geschil is dat [gedaagde] , voor zover zijn camera’s beelden registreren en opslaan van voorwerpen of mensen die zich buiten zijn woning bevinden, persoonsgegevens verwerkt als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna de AVG). Dit is slechts toegestaan met toestemming van degene die of wiens eigendommen worden gefilmd, dan wel moet er sprake zijn van een gerechtvaardigd belang voor deze privacy schending.
6. Toestemming van de VvE, althans alle individuele eigenaars van het appartementencomplex, om de gemeenschappelijke eigendommen (de gevel en de galerij) alsmede langslopende personen te filmen, heeft [gedaagde] niet, zodat het aankomt op de vraag of [gedaagde] een gerechtvaardigd belang heeft bij de camera’s die beelden buiten zijn woning registreren.
7. Gesteld noch gebleken is dat zich in de buurt en/of het appartementencomplex veel inbraken voordoen. Bovendien hangen er in het appartementencomplex, zo is onweersproken gebleven, bij de toegangsdeuren en in de parkeergarage camera’s, zodat de eigendommen van [gedaagde] ook hierdoor al extra beveiligd worden. Een objectieve reden voor [gedaagde] om naast zijn eigendommen ook de galerij te filmen ontbreekt dan ook.
8. [gedaagde] heeft wel het idee dat zich rond zijn woning verschillende incidenten hebben voorgedaan, maar (objectief) bewijs daarvoor ontbreekt terwijl dat wel is vereist, zo oordeelt de kantonrechter. Zeker in het geval [gedaagde] mocht menen dat een van de bewoners zijn eigendommen zou beschadigen, welke beschuldigingen door hem in het verleden ook zijn geuit maar waarvan de gegrondheid tot op heden niet is vastgesteld.
9. Nu er dus geen bewijs is voor de vermoedens van [gedaagde] , heeft hij geen gerechtvaardigd belang bij het ophangen van de twee camera’s die deels zijn gericht op de gemeenschappelijke eigendommen van de leden van de VvE en ook langslopende personen kunnen registreren. Dat deze camera’s slechts een klein stuk van de gevel en galerij bestrijken, doet daaraan niet af. [gedaagde] zal zijn camera’s dienen te verwijderen en dat zo houden.
10. De camera die [gedaagde] heeft gericht op het balkon aan de voorzijde, waar, zo begrijpt de kantonrechter, geen mensen kunnen komen zonder toestemming van [gedaagde] nu [gedaagde] daarvan het exclusieve gebruik heeft, alsmede de camera die is gericht op hal en voordeur aan de binnenkant van zijn woning, kunnen naar het oordeel van de kantonrechter blijven hangen. [gedaagde] heeft voldoende duidelijk gemaakt dat deze camera’s statisch zijn en dus niet zomaar van filmrichting kunnen worden veranderd, zoals de VvE vreest. De privacy van derden en eigendommen van anderen is met deze camera’s derhalve niet in het geding.
11. Nu het niet de eerste keer is dat [gedaagde] camera’s heeft opgehangen en het evenmin de eerste keer is dat [gedaagde] in een gerechtelijke procedure met de VvE en/of een van haar bewoners is verwikkelt, zal aan de veroordeling van [gedaagde] ook een dwangsom worden verbonden als hierna te melden.
12. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [gedaagde] als de meest in het ongelijke partij met de proceskosten belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de twee camera’s die zijn gericht op de achtergevel en galerij te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 25,- per dag of dagdeel, met een maximum van € 10.000,-;
verbiedt [gedaagde] om een of meer camera’s in of rond zijn woning te hangen die is of zijn gericht op gemeenschappelijke dan wel openbare ruimtes van het appartementencomplex, op straffe van een dwangsom van € 25,- per dag of dagdeel, met een maximum van € 10.000,-;
veroordeelt [gedaagde] tot voldoening van de proceskosten, aan de zijde van de VvE
tot op heden begroot op € 322,- griffierecht, € 248,- aan salaris van de gemachtigde
en € 103,33 aan explootkosten, in totaal derhalve € 673,33, één en ander voor zover
verschuldigd inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 120,- aan
salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.