ECLI:NL:RBAMS:2022:432
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Herziening van WW-uitkering en terugvordering van teveel ontvangen bedragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een werknemer die een WW-uitkering ontving, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), de verweerder. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn WW-uitkering voor de maand oktober 2020, waarbij het UWV een teveel ontvangen bedrag van € 590,54 had verrekend met de uitkering van november 2020. De herziening was gebaseerd op het feit dat eiser meer uren had gewerkt dan de vrijgestelde uren die hem waren toegestaan.
Het UWV had eiser aanvankelijk een WW-uitkering toegekend met een gemiddeld aantal vrijgestelde uren van 4,33 per maand. Eiser had echter in oktober 2020 meer uren gewerkt, wat leidde tot de verplichting om het teveel ontvangen bedrag terug te betalen. Eiser stelde dat de wijziging van de vrijgestelde uren door het UWV verwarring had veroorzaakt, maar de rechtbank oordeelde dat het UWV niet onrechtmatig had gehandeld. De rechtbank benadrukte dat het UWV een gemaakte fout mocht herstellen en dat eiser financieel voordeel had genoten van de foutieve berekening van de vrijgestelde uren.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de herziening van de WW-uitkering en de terugvordering van het teveel ontvangen bedrag. Eiser had geen recht op vergoeding van proceskosten of griffierecht. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.