De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte opzettelijk MDMA, cocaïne en hennep aanwezig heeft gehad (feiten 1 en 2) en de Mercedes, de Peugeot en € 8.111,60 heeft witgewassen (feit 3).
3.3.1.Geen vormverzuim
Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een melding Meld Misdaad Anoniem (MMA) op 26 juni 2018 en verschillende TCI-meldingen dat er onder een wooncomplex aan het [adres 1] overdrachten van cocaïne plaatsvinden. De woning aan het [adres 1] zou als stashlocatie worden gebruikt. Uit nader onderzoek is gebleken dat het om de woning aan de [BRP-adres] te [plaats] zou gaan. Verdachte stond als bewoner van de woning ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Vervolgens heeft er cameraobservatie plaatsgevonden. Op 14 november 2019 is de woning aan de [BRP-adres] doorzocht met machtiging daartoe van de rechter-commissaris. De advocaat heeft zich op het standpunt gesteld dat de doorzoeking onrechtmatig was. De rechtbank begrijpt het standpunt van de advocaat zo dat hij heeft bedoeld dat de rechter-commissaris op grond van de gebrekkige startinformatie van de MMA-melding en de niet geconcretiseerde TCI-meldingen de machtiging voor het doorzoeken van de woning niet had mogen afgeven.
De rechtbank vindt de doorzoeking rechtmatig. Voor de doorzoeking is een machtiging van de rechter-commissaris aangevraagd. De feiten en omstandigheden die tot de verdenking hebben geleid zijn in die aanvraag goed weergegeven. Daarin staat namelijk dat uit nader onderzoek blijkt dat het gaat om de woning aan de [BRP-adres] en niet om de woning aan de [adres 1] in Amsterdam. Er is dan ook geen sprake van een vormverzuim.
3.3.2.Het opzettelijk aanwezig hebben van MDMA, cocaïne en hennep (feiten 1 en 2)
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II vast dat in de woning van verdachte
88,01 gram cocaïne, 1,82 gram MDMA en 55,7 gram hennep is aangetroffen. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat de MDMA van hem is en dat hij wist dat er hennep in zijn woning lag. Van de cocaïne in zijn woning wist hij niets en dat moet iemand anders daar hebben neergelegd. De rechtbank vindt dit deel van verdachtes verklaring niet aannemelijk. De cocaïne is gevonden in de slaapkamerkast in een sokkenmandje en in de keuken in twee koffiefilters, verdachte woont alleen in de woning en niemand anders heeft de sleutel. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat verdachte wist van de MDMA, cocaïne en hennep in de woning en hij daar ook over kon beschikken.
3.3.3.Het witwassen van twee auto’s en geld (feit 3)
Om in deze zaak tot een veroordeling voor witwassen te komen, moet bewezen worden dat verdachte de auto’s en het geld voorhanden heeft gehad, die van misdrijf afkomstig waren en dat verdachte dit wist of redelijkerwijs moest vermoeden.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen in bijlage II de volgende feiten en omstandigheden vast.
Voorwerpen voorhanden gehad
Op 14 november 2019 is in de woning aan de [BRP-adres] en bij verdachte in totaal € 8.111,60 aangetroffen. Daarnaast is onder verdachte een Peugeot inbeslaggenomen die sinds 30 september 2019 op zijn naam staat. Van 8 februari 2019 tot en met 16 oktober 2019 is verdachte de te naam gestelde geweest van een Mercedes. Verdachte heeft verklaard dat het contante geld en de Peugeot van hem zijn. Verder heeft hij verklaard dat hij de eigenaar van de Mercedes is geweest.
De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat verdachte de auto’s en het geld voorhanden heeft gehad.
Van misdrijf afkomstig en wetenschap
De rechtbank kan op basis van het dossier geen specifiek misdrijf vaststellen waaruit de auto’s en het geld afkomstig zouden zijn. Ook als niet een concreet misdrijf aan te wijzen valt, kan onder omstandigheden worden bewezen dat in dit geval de auto’s en het geld van misdrijf afkomstig zijn. Er moet dan sprake zijn van een stevig witwasvermoeden op basis van de feiten en omstandigheden waaronder de auto’s en het geld zijn aangetroffen. Als dat vermoeden er is, is het aan verdachte om een verklaring te geven over de legale herkomst van de auto’s en het geld. Die verklaring moet concreet zijn, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Als de verklaring van verdachte daaraan voldoet, is het Openbaar Ministerie aan zet om nader onderzoek naar de herkomst van de auto’s en het geld te doen.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen in bijlage II vast dat het verdachte ontbreekt aan legale inkomsten om het contante geldbedrag en de auto’s te verklaren. In de Peugeot is een verborgen ruimte aangetroffen. In de woning van verdachte zijn harddrugs, een geldtelmachine, een weegschaal en een sealapparaat aangetroffen.
De rechtbank stelt op basis van deze omstandigheden, de waarde van de auto’s en de hoogte van het contante geldbedrag vast dat er een ernstig vermoeden is dat de auto’s en het geld van misdrijf afkomstig zijn.
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij de Mercedes voor € 10.500,- heeft verkocht. Hiervan is € 1.000,- op zijn bankrekening gestort, de rest heeft hij contant gekregen. Met dit geld heeft hij voor € 14.000,- de Peugeot gekocht en contant betaald. Het verschil tussen het verkoopbedrag van de Mercedes en het aankoopbedrag van de Peugeot heeft hij met zijn spaargeld en zijn inkomsten uit zijn handel betaald. Verdachte heeft voor het eerst op de zitting verklaard dat hij vanaf zijn vijftiende tot nu geld heeft verdiend met de handel in legale goederen. De betalingen daarvoor gebeurden contant. Hij heeft per jaar € 3.000,- tot € 5.000,- ontvangen. Verdachte heeft hiervan geld gespaard. Tussen zijn vijftiende en twintigste heeft verdachte in totaal circa € 100.000,- gepind en contant bewaard.
De rechtbank vindt dat de verklaring van verdachte niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de legale herkomst van het geld waarmee hij de Mercedes heeft aangeschaft. De verklaring dat hij jarenlang, kennelijk zwart, veel geld heeft verdiend met handelen is niet te verifiëren en pas heel laat gegeven, terwijl verdachte eerder voldoende gelegenheid is geboden om een verklaring over de herkomst van het geld en de auto’s te geven. Bovendien heeft verdachte wisselend en soms tegenstrijdig verklaard. Zo zou het contante geld eerder afkomstig zijn geweest van de verkoop van de Mercedes, terwijl verdachte in een latere verklaring zegt met dat geld de Peugeot te hebben aangekocht.
De rechtbank concludeert dat het niet anders kan zijn dan dat de auto’s en het geld afkomstig zijn uit misdrijf en dat verdachte dat ook wist. Verdachte heeft deze voorwerpen in de periode van 8 februari 2019 tot en met 14 november 2019 witgewassen.