ECLI:NL:RBAMS:2022:4284

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
25 juli 2022
Zaaknummer
C/13/717949 / KG ZA 22/440
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een vordering tot ontruiming in kort geding met betrekking tot huurpenningen en gebruik van een woning

Op 15 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers, waaronder de besloten vennootschap LLOYD’S ACS HISTOREAL B.V., en gedaagde. De zaak betreft de vraag of gedaagde de woning aan de [adres] moet ontruimen en of zij de huurpenningen uit de onderhuurovereenkomst aan eisers moet afdragen. De eisers hebben op 3 juni 2022 dagvaarding ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. van Schuppen, terwijl gedaagde werd bijgestaan door advocaat mr. N.J.M. Beelaerts van Blokland.

Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en producties ingebracht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende aannemelijkheid is dat de bodemrechter de vordering tot ontruiming zal toewijzen. Dit is gebaseerd op verklaringen van de zuster van [naam 1], [naam 2] en buren, alsook op correspondentie met de notaris, waaruit blijkt dat gedaagde jarenlang de partner van [naam 1] was en dat het de bedoeling van [naam 1] was dat gedaagde na zijn overlijden in de woning kon blijven wonen.

De voorzieningenrechter concludeert dat eisers in een bodemprocedure moeten aantonen dat er sprake is van vervalsing van documenten en een onwettige schenking, maar in dit kort geding kan niet worden vastgesteld dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. De vorderingen van eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 314,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

proces-verbaal
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/717949 / KG ZA 22/440 AB/EB
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 15 juni 2022
in het kort geding van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LLOYD’S ACS HISTOREAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisers bij dagvaarding van 3 juni 2022,
advocaat mr. H. van Schuppen te Abcoude,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. N.J.M. Beelaerts van Blokland te Den Haag.
Tegenwoordig zijn mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, en mr. E. van Bennekom, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
  • mr. Van Schuppen
  • [gedaagde]
  • Mr. Beelaerts van Blokland
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Partijen hebben op de zitting over en weer het woord gevoerd. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 30p lid 3 Rv dit proces-verbaal opgemaakt, afgegeven op 16 juni 2022.
De voorzieningenrechter heeft de volgende uitspraak gedaan:

1.Inleiding

Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] de woning aan de [adres] moet ontruimen en of zij de huurpenningen uit de onderhuurovereenkomst moet afdragen aan eisers.

2.Gronden van de beslissing

2.1.
Een vordering tot ontruiming kan in kort geding alleen worden toegewezen als op voorhand voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter die vordering zal toewijzen. Dat is hier niet het geval.
2.2.
Aan de hand van verklaringen van de zuster van [naam 1] , [naam 2] en de buren en aan de hand van de correspondentie met de notaris is voldoende duidelijk geworden dat [gedaagde] jarenlang de partner van [naam 1] was, tot diens overlijden, en dat het de bedoeling van [naam 1] was dat zij na zijn overlijden kon blijven wonen in het deel van de woning aan de [adres] dat bij hen in gebruik was.
2.3.
In de verklaring van 28 februari 2007 staat dat zij in dat verband voor het leven de beletage en het souterrain zal mogen huren voor € 500 per maand. Weliswaar verklaarde [naam 1] dat als directeur van Peldayne Amsterdam B.V., die op dat moment eigenaar was van het pand aan de [adres] , maar het is onaannemelijk dat hij die verklaring teniet wilde doen bij de overdracht van het pand van zijn ene naar zijn andere vennootschap en bij de overdracht van de economische eigendom naar hemzelf.
2.4.
Eisers zullen in een bodemprocedure moeten aantonen dat allerlei stukken zijn vervalst en dat er per saldo sprake is van een onwettige schenking, maar in dit kort geding kan in ieder geval niet worden gezegd dat [gedaagde] er zonder recht of titel zit.
2.5.
Dit betekent dat de vorderingen zullen worden afgewezen, met verwijzing van eisers in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.

3.3. Beslissing

De voorzieningenrechter
- weigert de gevraagde voorzieningen,
- veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 314,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat,
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.