Uitspraak
1.[eiser 1] ,
- mr. Van Schuppen
- [gedaagde]
- Mr. Beelaerts van Blokland
Rechtbank Amsterdam
Op 15 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers, waaronder de besloten vennootschap LLOYD’S ACS HISTOREAL B.V., en gedaagde. De zaak betreft de vraag of gedaagde de woning aan de [adres] moet ontruimen en of zij de huurpenningen uit de onderhuurovereenkomst aan eisers moet afdragen. De eisers hebben op 3 juni 2022 dagvaarding ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. van Schuppen, terwijl gedaagde werd bijgestaan door advocaat mr. N.J.M. Beelaerts van Blokland.
Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en producties ingebracht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende aannemelijkheid is dat de bodemrechter de vordering tot ontruiming zal toewijzen. Dit is gebaseerd op verklaringen van de zuster van [naam 1], [naam 2] en buren, alsook op correspondentie met de notaris, waaruit blijkt dat gedaagde jarenlang de partner van [naam 1] was en dat het de bedoeling van [naam 1] was dat gedaagde na zijn overlijden in de woning kon blijven wonen.
De voorzieningenrechter concludeert dat eisers in een bodemprocedure moeten aantonen dat er sprake is van vervalsing van documenten en een onwettige schenking, maar in dit kort geding kan niet worden vastgesteld dat gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft. De vorderingen van eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 314,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.