ECLI:NL:RBAMS:2022:4263

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
22 juli 2022
Zaaknummer
9932336 KK EXPL 22-350
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot verwijdering van duivenverblijf in sociale huurwoning na klachten van overlast

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Ymere (eiseres) en een huurder (gedaagde) die duiven houdt in zijn sociale huurwoning. Ymere vorderde dat de huurder zijn duiven, die overlast veroorzaken voor omwonenden, binnen twee maanden zou verwijderen. De huurder had de zolderruimte zonder toestemming van Ymere ingericht als duivenverblijf, wat in strijd was met de huurovereenkomst. Ymere had eerder al klachten ontvangen van buren over geluidsoverlast door de duiven. De kantonrechter oordeelde dat de huurder zich niet als goed huurder had gedragen en dat de vordering van Ymere voor toewijzing gereed lag. De rechter gaf de huurder echter een termijn van twee maanden om aan de veroordeling te voldoen, in plaats van de gevorderde 21 dagen, en matigde de dwangsom tot €100 per dag met een maximum van €15.000. De huurder werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9932336 KK EXPL 22-350
vonnis van: 20 juli 2022

vonnis van de kantonrechterkort geding

i n z a k e

de stichting STICHTING YMERE

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. H.M.G. Brunklaus
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A.J. Engelsma

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 16 juni 2022, met producties, heeft Ymere een voorziening gevorderd.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juli 2022. Ymere is verschenen bij [naam 1] , vergezeld door de gemachtigde. [gedaagde] is niet verschenen. Wel zijn namens hem zijn ouders verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben op voorhand stukken in het geding gebracht. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. Ymere heeft pleitnotities overgelegd. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
[gedaagde] huurt met ingang van 23 augustus 2013 van Ymere de woning inclusief bijbehorende zolderruimte aan het adres [adres] , hierna: de woning.
1.2.
In 2014 heeft [gedaagde] , met toestemming van Ymere, vanuit de woning toegang gecreëerd naar de bovengelegen zolderruimte en aldaar een dakraam geplaatst.
1.3.
In de op de huurovereenkomst van toepassing verklaarde algemene voorwaarden is in artikel 6 lid 8 bepaald, voor zover relevant, dat de huurder geen overlast of hinder aan buren of omwonenden mag veroorzaken.
1.4.
In artikel 8 lid 1 van de algemene voorwaarden, waarin wordt verwezen naar de brochure ‘Woning veranderen’, staat dat veranderingen in de woning mogen worden aangebracht, onder de voorwaarde dat er geen overlast voor omwonenden wordt veroorzaakt. Voor het inrichten van een dierenverblijf in een woning, zo blijkt uit voornoemde brochure, is toestemming van Ymere vereist. In de toelichting van de brochure staat dat een dierenverblijf alleen mag worden ingericht als er geen overlast is voor omwonenden.
1.5.
Bij brief van 26 juli 2016 heeft de gemachtigde van Ymere aan [gedaagde] bericht dat Ymere klachten van omwonenden heeft ontvangen over het duivenverblijf dat op de zolderruimte is gecreëerd. Ymere heeft [gedaagde] gesommeerd om het duivenverblijf binnen twee weken te verwijderen en ervoor te zorgen dat er geen duiven meer de woning binnenvliegen.
1.6.
Op 28 januari 2022 hebben twee medewerkers van Ymere, [naam 2] en [naam 1] , een bezoek gebracht aan de woning. Daarbij waren ook aanwezig [gedaagde] met zijn ouders. In het door Ymere opgemaakte gespreksverslag staat dat is geconstateerd dat de helft van de zolder als duivenverblijf was ingericht en een groot aantal duiven aanwezig waren.
1.7.
Bij brief van 2 februari 2022 heeft de gemachtigde van Ymere aan [gedaagde] bericht dat het onacceptabel is dat de bergruimte is verbouwd tot duivenverblijf. [gedaagde] is gesommeerd de bergruimte in de oorspronkelijke staat terug te brengen en de duiven elders onder te brengen. [gedaagde] heeft niet aan deze sommatie voldaan.

Vordering

2. Ymere vordert, na wijziging van eis, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
2.1.
[gedaagde] te veroordelen c.q. te gebieden om de duiven die hij houdt op de zolderruimte in de door hem gehuurde woning aan de [adres] uiterlijk binnen 21 dagen na het te wijzen vonnis elders, buiten de door hem gehuurde woning, onder te brengen c.q. te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt;
2.2.
[gedaagde] te veroordelen c.q. te gebieden om de duiventil die hij op de zolderruimte behorend bij de door hem gehuurde woning heeft aangebracht, te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt;
2.3.
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3. Ymere stelt hiertoe dat de buren van [gedaagde] klagen over geluidsoverlast vanwege de postduiven die [gedaagde] op zolder houdt. De overlast bestaat uit permanent gekoer en geluiden die ontstaan door het tweemaal per dag schoonmaken van de zolder. Ymere heeft [gedaagde] in 2016 gesommeerd om het op zolder gecreëerde duivenverblijf te verwijderen en verwijderd te houden. Nadat Ymere opnieuw klachten ontving bleek dat het duivenverblijf nog niet was verwijderd. Daarom is in 2022 nogmaals gesommeerd en is de woning geïnspecteerd. Het is op grond van de huurovereenkomst niet toegestaan de zolder te gebruiken als dierenverblijf, tenzij daarvoor toestemming is verleend. Die toestemming is niet gevraagd noch verleend.

Verweer

4. [gedaagde] voert aan dat hij de zolderruimte met toestemming van Ymere heeft aangepast naar een hobbyruimte. [gedaagde] heeft na zijn geboorte een hersenvliesontsteking gehad, waardoor hij moeilijk in staat is om met veranderingen om te gaan en zich niet goed kan aanpassen. Daarboven heeft hij ten gevolge van door derden afgestoken vuurwerk ernstig oogletsel opgelopen, waardoor hij slechts een zeer beperkt zicht heeft. Het houden van postduiven ten behoeve van de duivensport is voor [gedaagde] therapeutisch van groot belang. De postduiven worden door [gedaagde] goed verzorgd en komen bijna niet buiten. De postduiven hebben een keer per week een wedstrijd en als het mooi weer is maken de duiven trainingsvluchten. Als de duiven aankomen bij de woning landen zij op de daknok om vervolgens via de aangebrachte plank bij het dakraam de zolder binnen te gaan. Hiermee gaat geen overlast voor de buren gepaard. Enige tijd geleden is al een oplossing gevonden voor de krabgeluiden die gepaard gingen met het schoonmaken. Op de vloer van het duivenverblijf liggen nu houtkrullen waar de duiven op poepen. [gedaagde] verwijdert eens per week de houtkrullen met poep. De stokken waar de duiven op zitten worden dagelijks door [gedaagde] schoongekrabt. Sindsdien heeft [gedaagde] nooit meer een klacht gehoord. In het verleden is overlast geweest van straatduiven doordat een buurvrouw deze voederde. Dat had echter niets met [gedaagde] van doen. Verder zijn er in Amsterdam-Noord meer duivensport beoefenaars, die ook een woning van Ymere huren. [gedaagde] heeft al jarenlang 20 postduiven. Dat is geen grote belasting voor de woning, reden waarom Ymere in de periode 2016 tot 2022 niets van zich heeft laten horen. Andere dierenbezitters worden door Ymere ook niet lastiggevallen.

Beoordeling

5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van Ymere in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6. Zowel op grond van de huurovereenkomst als op grond van de wet dient [gedaagde] zich als een goed huurder te gedragen en mag hij geen overlast veroorzaken.
7. Niet in geschil is dat [gedaagde] hobbymatig circa 20 postduiven houdt op de zolderruimte behorend bij de door hem van Ymere gehuurde woning. [gedaagde] heeft de zolderruimte met toestemming van Ymere aangepast door daarnaartoe een doorgang te creëren en daar een dakraam te plaatsen. Niet is gebleken dat [gedaagde] aan Ymere toestemming heeft gevraagd om (een deel van) de zolderruimte in te richten als dierenverblijf, laat staan dat Ymere hiervoor toestemming heeft gegeven. Die toestemming is op grond van de huurovereenkomst wel vereist.
8. Door Ymere is in dat opzicht verder gesteld, en door [gedaagde] niet betwist, dat voor de inrichting van een dierenverblijf niet alleen technische eisen worden gesteld, maar er ook toestemming moet zijn van de buren. Ook hiervan is niet gebleken.
9. Niet in debat is dat de postduiven zich het overgrote deel van de dag binnenshuis op zolder bevinden. Het is dan ook niet onaannemelijk dat dan (koer-)geluiden zijn waar te nemen. Zeker in wat oudere, gehorige woningen zoals die van [gedaagde] . Bovendien is het kennelijk noodzakelijk om twee keer per dag schoonmaakwerkzaamheden uit te voeren, wat ook geluiden met zich brengt.
10. Onbetwist is gebleven dat meerdere buren van [gedaagde] bij herhaling bij Ymere hebben geklaagd over geluidsoverlast ten gevolge van de duiven die [gedaagde] houdt. Nu Ymere verantwoordelijk is voor het woongenot van haar huurders, en ook verantwoordelijk is voor het nemen van maatregelen tegen overlast die derden ervaren, mag zij maatregelen nemen om te zorgen dat het woongenot niet wordt aangetast. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat Ymere voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de duiven geluidsoverlast voor omwonenden met zich brengen. De door Ymere ter zitting afgespeelde geluidsbestanden, opnames vanuit de woning van de buren, bevestigen dit. Dat betekent dat omwonenden niet het genot van hun woningen hebben dat zij redelijkerwijs mogen verwachten.
11. Nu sprake is van een zonder toestemming gecreëerd dierenverblijf, waarin duiven worden gehouden die voor omwonenden voor geluidsoverlast zorgen, ligt de vordering van Ymere voor toewijzing gereed. Daar kunnen de door [gedaagde] gestelde persoonlijke omstandigheden, hoe moeilijk ook, niet aan afdoen. De aangevoerde persoonlijke omstandigheden ontslaan [gedaagde] niet van zijn verplichting zich als goed huurder te gedragen en geen overlast te veroorzaken. Dat het moeilijk is om de postduiven te verplaatsen – ze vliegen namelijk weer terug – en waarschijnlijk moeten worden gedood, maakt dit niet anders. Voor zover [gedaagde] nog heeft aangevoerd dat Ymere in Amsterdam-Noord meerdere huurders heeft die zich met duivensport bezighouden, dan is dat verweer door Ymere betwist en door [gedaagde] verder niet onderbouwd, zodat hieraan voorbij wordt gegaan. [gedaagde] zal op zoek moeten gaan naar alternatieven om de duivensport te kunnen blijven uitoefenen.
12. Vanwege de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] wordt evenwel aanleiding gezien hem een ruimere termijn te geven om te voldoen aan dit vonnis dan de termijn van 21 dagen zoals door Ymere gevorderd. Een termijn van twee maanden wordt onder de gegeven omstandigheden passend geacht.
13. De kantonrechter ziet aanleiding om de gevorderde dwangsom te matigen en maximeren als na te melden. Indien [gedaagde] vrijwillig aan onderstaande veroordeling voldoet binnen de gestelde termijn van twee maanden, dan is hij geen dwangsommen verschuldigd.
13. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] de duiven die hij houdt op de zolderruimte in de door hem gehuurde woning gelegen aan het adres [adres] uiterlijk binnen twee maanden na dit vonnis elders, buiten de door hem gehuurde woning, onder te brengen c.q. te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt;
veroordeelt [gedaagde] het duivenverblijf dat hij op de zolderruimte behorend bij de door hem gehuurde woning heeft aangebracht, binnen twee maanden na dit vonnis te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 15.000,00 is bereikt;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Ymere begroot op:
exploot € 127,43
salaris € 498,00
griffierecht € 128,00
-----------------
totaal € 753,43
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter