ECLI:NL:RBAMS:2022:4167

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juli 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
C/13/718832 / FA RK 22-3684
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 8 juli 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotisch toestandsbeeld in het kader van een schizofrene ontwikkeling of cannabisgebruik. De betrokkene, geboren in Afghanistan, heeft in het verleden zijn buurvrouw lastiggevallen en is hiervoor veroordeeld tot een contactverbod en gevangenisstraf. Ondanks de aanstaande verhuizing van de betrokkene, oordeelde de rechtbank dat het ernstig nadeel niet was weggenomen en dat er een risico bestond dat hij opnieuw contact zou zoeken met zijn buurvrouw.

De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zorg nodig heeft om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarom werd verplichte zorg noodzakelijk geacht. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden opgelegd, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank oordeelde dat de verplichte zorg evenredig en effectief was, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 14 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM.
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/718832 / FA RK 22-3684
kenmerk: ZM / IND / 78660
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 8 juli 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( Afghanistan ),
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
zorgaanbieder: Arkin,
advocaat: mr. R.P.G. van der Weide.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 16 juni 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 juli 2022 in het gebouw van de rechtbank. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- F. Vissers, waarnemend arts;
- C. Sissing, arts-assistent.
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een psychotisch toestandsbeeld in kader van een schizofrene ontwikkeling dan wel cannabisgebruik. Er spelen mogelijk ook onderliggende trauma’s, maar betrokkene geeft daar weinig informatie over waardoor deze conclusie niet definitief kan worden getrokken.
2.2.
Anders dan de advocaat, is de rechtbank van oordeel dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel en dat dit voldoende is onderbouwd. Betrokkene heeft vanuit wanen en hallucinaties zijn buurvrouw de afgelopen tijd meerdere keren lastiggevallen en gestalkt. Betrokken is in december 2021 door de politierechter veroordeeld voor belaging van zijn buurvrouw, waarbij aan betrokkene een contactverbod is opgelegd van twee jaar. Wegens schending van dat contactverbod is hij in mei 2022 door de politierechter veroordeeld tot één week gevangenisstraf. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat het probleem met de buurvrouw opgelost is, omdat hij deze maand verplicht gaat verhuizen naar een andere woning. De waarnemend arts heeft tijdens de mondelinge behandeling echter toegelicht dat het ernstig nadeel daarmee niet wordt weggenomen. Betrokkene zoekt, ondanks het contactverbod en de recente veroordeling, nog steeds contact met zijn buurvrouw en het is niet uitgesloten dat hij dat na de verhuizing zal blijven doen. In het verleden heeft betrokkene goed met medicatie gefunctioneerd en hij liet zijn buurvrouw toen met rust, aldus de waarnemend arts op de zitting. De rechtbank acht daarom van belang dat het toestandsbeeld van betrokkene middels medicatie stabiliseert, zo nodig in een accommodatie.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
-levensgevaar
-ernstig lichamelijk letsel
-ernstige psychische schade;
-maatschappelijke teloorgang;
-de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie voor de duur van zes maanden;
  • verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening voor de duur van zes maanden;
  • beperken van de bewegingsvrijheid, telkens voor de duur van maximaal twee maanden;
  • insluiten, telkens voor de duur van maximaal één week;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene, telkens voor de duur van maximaal één week ;
  • onderzoek aan kleding of lichaam, telkens voor de duur van maximaal twee maanden;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, telkens voor de duur van maximaal twee maanden;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, telkens voor de duur van maximaal twee maanden;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten voor de duur van zes maanden. Deze vorm van verplichte zorg ziet ook op het nakomen van de afspraken tussen de ambulante behandelaren en betrokkene, zoals omschreven in het zorgplan;
  • opnemen in een accommodatie, telkens voor de duur van maximaal twee maanden.
2.5.
De rechtbank beperkt de duur van de opname en de daarmee samenhangende vormen van zorg tot telkens maximaal twee maanden, omdat voor de laatste opname een periode van ongeveer twee maanden voldoende was om het toestandsbeeld van betrokkene voldoende te stabiliseren.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( Afghanistan ), inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.4 genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 8 januari 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 8 juli 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 14 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.