ECLI:NL:RBAMS:2022:4165

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
C/13/703937 / FA RK 21-4059
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van buitenlandse adoptiebeslissingen en de toepassing van het Haags Adoptieverdrag in de context van interlandelijke adoptie

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 13 juli 2022, is de erkenning van buitenlandse adoptiebeslissingen van twee minderjarigen, geboren in China en Ethiopië, aan de orde. Verzoekers, een echtpaar dat in de Verenigde Staten woonde, hebben een adoptieprocedure doorlopen voor hun kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de verzoeken op basis van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De rechtbank heeft de adoptie van [minderjarige 1] in China erkend, waarbij werd vastgesteld dat de Chinese autoriteiten de adoptie in het belang van het kind hebben onderzocht. De rechtbank oordeelde dat de erkenning van de buitenlandse adoptie naar Nederlands recht in het belang van [minderjarige 1] is en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft de overgelegde ‘Certificate of adoption registration’ van de Department of Civil Affairs te Guangxi d.d. 23 augustus 2006 erkend.

Voor [minderjarige 2] werd de Ethiopische adoptie erkend, waarbij de rechtbank oordeelde dat de adoptieprocedure aan de toen geldende rechtsregels voldeed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de familierechtelijke betrekkingen met de biologische familie van [minderjarige 2] niet zijn verbroken door de Ethiopische adoptie, waardoor de adoptie in Nederland ook als zwakke adoptie wordt erkend. De rechtbank heeft besloten dat de adoptie van [minderjarige 2] moet worden omgezet in een sterke adoptie naar Nederlands recht, in het belang van het kind. De rechtbank heeft ook de noodzakelijke gegevens voor de geboorteakten van beide minderjarigen vastgesteld en gelast dat deze aan de registers van de burgerlijke stand worden toegevoegd.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie en Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/703937 / FA RK 21-4059 (LH / MG)
Beschikking van 13 juli 2022 betreffende erkenning buitenlandse adoptiebeslissing
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: ‘ [verzoekster] ’
advocaat mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar,
en
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: ‘ [verzoeker] ’,
advocaat mr. E.P.J. Appelman te Alkmaar.
Als belanghebbenden is aangemerkt:
1. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag,
hierna: ‘de ambtenaar’,
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio [plaats 2] ,
locatie [plaats 2] ,
hierna te noemen: ‘de Raad’.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, ingekomen op 24 juni 2021;
  • brief van de Raad, ingekomen op 29 juli 2021;
  • brief van de ambtenaar, ingekomen op 5 oktober 2021;
  • reactie van de ambtenaar, ingekomen op 21 oktober 2021;
  • het F9-formulier met bijlagen, ingekomen op 23 november 2021;
  • brief van de Raad, ingekomen op 20 december 2021;
  • het Raadsrapport, ingekomen op 9 maart 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 16 juni 2022.
Verschenen zijn:
- verzoekers, bijgestaan door hun advocaat.
1.3.
De minderjarigen zijn, gelet op hun leeftijd, in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.
2. De feiten
2.1.
Verzoekers zijn met elkaar gehuwd op 28 juni 1997 te [plaats 1] . Zij hadden een kinderwens en de mogelijkheid om een adoptieprocedure te doorlopen. Verzoekers hadden – in ieder geval – van 2005 tot 2010 hun gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika. Dit betekent dat verzoekers ten tijde van de adoptieprocedure van [minderjarige 1] in China, alsmede ten tijde van de adoptieprocedure van [minderjarige 2] in Ethiopië hun gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika hadden.
2.2.
Op [geboortedatum 1] 2005 is te [geboorteplaats] , China geboren: [minderjarige 1] .
2.3.
Op [geboortedatum 2] 2008 is te [geboorteplaats] , Ethiopië geboren: [minderjarige 2] .
2.4.
Beide minderjarigen staan ingeschreven op het adres van verzoekers in [woonplaats] . Uit het uittreksel uit de basisregistratie personen van de gemeente [plaats 2] blijkt dat de vrouw en de minderjarigen sinds 21 juli 2010 in Nederland zijn gevestigd.
2.5.
De man had in de periode van 2005 tot 2010 eveneens zijn gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika, maar stond in die periode op het adres van partijen in [plaats 2] ingeschreven.
2.6.
De man heeft de Nederlandse nationaliteit. De vrouw en de minderjarigen hebben de Amerikaanse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekers verzoeken de rechtbank om:
primair:
te erkennen de hierbij overgelegde ‘Certificate of adoption registration’ van de Department of Civil Affairs te Guangxi d.d. 23 augustus 2006;
te erkennen de hierbij overgelegde uitspraak d.d. 23 juni 2009 van de ‘Federal First Instance Court’ te Ethiopië;
De uitspraak van de ‘Federal First Instance Court’ te Ethiopië d.d. 23 juni 2009 om te zetten in een sterke adoptie;
subsidiair:
4. te erkennen de overgelegde ‘Order of Foreign Adoption’ d.d. 20 mei 2009 van de Family Court te New York, V.S.;
5. te erkennen de overgelegde ‘Final Adoption Decree’ d.d. 23 augustus 2009 van de District Court te Tarrant County, Texas;
6. de ‘Final adoption Decree’ d.d. 23 augustus 2009 van de District Court te Tarrant County Texas, om te zetten in een sterke adoptie (e.e.a. voor zover zou blijken dat de Final Adoption Decree, ondanks dat hierbij de adoptie van de minderjarige werd uitgesproken, het gevolg mist dat de familiebanden tussen de minderjarige en de oorspronkelijke familie uit Ethiopië werd verbroken; dit omdat de oorspronkelijke adoptie van de Federal First Instance Court d.d. 23 juni 2009 een zwakke adoptie betreft);
meer subsidiair:
7. de adoptie uit te spreken van de minderjarigen.

4.De beoordeling

Erkenning van de adoptie van [minderjarige 1]
Rechtsmacht
4.1.
Nu verzoekers hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, is de Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van de onderhavige verzoeken op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: ‘Rv’).
Toepasselijk recht
4.2.
Op 29 mei 1993 is te ’s-Gravenhage tot stand gekomen het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie (Trb. 1993, 197) (hierna: ‘Haags Adoptieverdrag’). Nederland is sinds 1 oktober 1998 aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag en voornoemd verdrag is voor China op 1 september 2006 – aldus vóór de adoptie van [minderjarige 1] – in werking getreden.
4.3.
China is weliswaar partij bij het Haags Adoptieverdrag, maar een schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 23 van het Haags Adoptieverdrag ontbreekt. Evenmin is er een beginseltoestemming zoals neergelegd in artikel 17 van het Haags Adoptieverdrag. In onderhavige zaak is er dan ook geen sprake van een verdragsadoptie.
4.4.
De ambtenaar merkt op dat nu het Haags Adoptieverdrag niet van toepassing is, de vraag of de buitenlandse adoptie kan worden erkend moet worden beantwoord aan de hand van de bepalingen van titel 6 van afdeling 3 van boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: ‘BW’).
4.5.
Nu er geen sprake is van een verdragsadoptie zal de rechtbank de vraag of de Chinese adoptie kan worden erkend in Nederland niet beantwoorden aan de hand de bepalingen in boek 10 BW, maar aan de hand van de destijds van toepassing zijnde Wet conflictenrecht adoptie (hierna: ‘WCAd’). Deze wet gold van 1 januari 2004 tot 1 januari 2012. In hoofdstuk 3 (artikel 5 tot en met 9) WCAd zijn de bepalingen opgenomen ten aanzien van erkenning van een buitenlandse adoptie en haar rechtsgevolgen.
Inhoudelijke beoordeling
4.6.
De Raad is van mening dat de erkenning van de buitenlandse adoptie naar Nederlands recht dan wel adoptie naar Nederlands recht in het belang is van [minderjarige 1] . De Raad adviseert de rechtbank om het verzoek tot erkenning van de buitenlandse adoptie dan wel adoptie naar Nederlands recht toe te wijzen. De Raad stelt dat uit de informatie is gebleken dat de autoriteiten in China onderzocht hebben of de adoptie in het belang van [minderjarige 1] was. Hierbij werd overwogen dat [minderjarige 1] te vondeling was gelegd en dat was voldaan aan de wettelijke vereisten van de ‘Adoption Law of the Peoples Republic of China’. De Chinese adoptie is bevestigd bij de ‘Certificate of adoption registration’ van de Department of Civil Affairs te Guangxi d.d. 23 augustus 2006 en later bevestigd in de ‘Order of Foreign Adoption’ d.d. 20 mei 2009 van de Family Court te New York, V.S. De Raad merkt dan ook op dat [minderjarige 1] officieel naar Amerikaans recht is geadopteerd door verzoekers.
4.7.
De rechtbank zal thans beoordelen of de buitenlandse adoptie zoals voormeld tot stand is gekomen, vatbaar is voor erkenning. Artikel 6 lid 1 WCAd bepaalt:
Een buitenlands gegeven beslissing waarbij adoptie tot stand is gekomen, wordt in Nederland van rechtswege erkend indien zij is uitgesproken door:
een ter plaatse bevoegde autoriteit van de vreemde staat waar de adoptiefouders en het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als en tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden, of:
een ter plaatse bevoegde autoriteit van de vreemde staat waar hetzij de adoptiefouders, hetzij het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden.
4.8.
Gelet op de stukken oordeelt de rechtbank dat de bij de Chinese adoptieprocedure de toen geldende rechtsregels door de ter plaatse bevoegde autoriteit zijn toegepast.
4.9.
De ambtenaar heeft ten aanzien van de woonplaats van verzoekers opgemerkt dat hij niet kan vaststellen of verzoekers ten tijde van de adoptie – zoals door hen gesteld – hun gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika hadden. In de brief heeft de ambtenaar aangegeven de daartoe door verzoekers overgelegde stukken (Amerikaans rijbewijs van de man) niet te hebben gezien, terwijl de man ingeschreven stond op het Nederlandse adres in [woonplaats] van partijen. Partijen hebben naar aanleiding van de brief van de ambtenaar nadere stukken overgelegd, waaronder een belastingaangifte van de man in de Verenigde staten van Amerika. Op grond van de door verzoekers nader indiende stukken oordeelt de rechtbank dat verzoekers aannemelijk hebben gemaakt dat beide verzoekers hun gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika hadden ten tijde van de adoptie.
4.10.
De adoptie van [minderjarige 1] heeft op 23 augustus 2006 in China plaatsgevonden. [minderjarige 1] woonde ten tijde van de adoptie in China. Zoals hiervoor beschreven hadden verzoekers hun gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika, zodat aan de vereisten van artikel 6 lid 1 WCAd is voldaan.
4.11.
Artikel 6 lid 2 WCAd bepaalt voorts:
‘Aan een beslissing houdende adoptie wordt erkenning onthouden indien
an die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
in het geval, bedoeld in het eerste lid, onder b, de beslissing niet is erkend in de staat waar het kind, onderscheidenlijk de staat waar de adoptiefouders zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak hun gewone verblijfplaats hadden; of
de erkenning van die beslissing kennelijk in strijd met de openbare orde zou zijn’.
4.12.
Nu de rechtbank niet gebleken is van een van de weigeringsgronden en de Raad eveneens erkenning van de adoptie in het belang van [minderjarige 1] acht, kan op grond van artikel 6 lid 1 sub b WCAd de adoptie die is uitgesproken in Guangxi worden erkend. De rechtbank zal dan ook het verzoek toewijzen en de overgelegde ‘Certificate of adoption registration’ van de Department of Civil Affairs te Guangxi d.d. 23 augustus 2006 erkennen.
Inschrijving van de Chinese geboorteakte
4.13.
De ambtenaar heeft aangegeven dat er geen geboorte akte van [minderjarige 1] is ingeschreven in de daartoe bestemde registers bij de gemeente Den Haag. Het bij het verzoekschrift overgelegde Chinese notariële certificaat betreffende de geboorte van [minderjarige 1] voldoet niet aan de legalisatievereisten, zodat deze niet vatbaar is voor inschrijving in de registers van de burgerlijke stand. De naar aanleiding van de adoptie in Amerika opgemaakte geboorteakte van [minderjarige 1] is voorzien van een apostille en komt in principe wel voor inschrijving in aanmerking.
4.14.
Voornoemde Amerikaanse geboorteakte betreft een herregistratie van de geboorteakte na adoptie. Deze bevat niet de oorspronkelijke geboortegegevens van [minderjarige 1] . De ambtenaar merkt op dat de inschrijving van deze geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag leidt tot een onjuiste (en naar Nederlandse begrippen onbegrijpelijke) geboorteakte. De ambtenaar stelt dat het daarom voor de hand ligt dat de geboortegegevens van [minderjarige 1] conform artikel 1:25c BW opnieuw worden vastgesteld.
Vaststelling geboortegegevens
4.15.
De ambtenaar heeft geen bezwaar tegen het vaststellen van de geboortegegevens als volgt:
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam 1]
Voornamen: [voornaam]
Dag van geboorte: [geboortedatum 1] -2005
Plaats van geboorte: [geboorteplaats] , China
Geslacht: F (vrouwelijk)
Geslachtsnaam vader: -
Voornamen vader: -
Geslachtsnaam moeder: -
Voornamen moeder: -
4.16.
De rechtbank oordeelt als volgt. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot [minderjarige 1] niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte akte van geboorte. De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgevonden. De rechtbank zal dan ook ingevolge 1:25c lid 3 BW de geboortegegevens als voormeld vaststellen.
Latere vermelding
4.17.
Bij de Chinese adoptie is de naam van [voornaam] [geslachtsnaam 1] gewijzigd in [minderjarige 1] . Op grond van artikel 1:24 BW wordt een door een buitenlandse adoptie verkregen geslachtsnaam en voornamen van rechtswege in Nederland erkend. Nu de rechtbank zal overgaan tot erkenning van de buitenlandse adoptie, gelast de rechtbank de ambtenaar van de wijziging van de naam van ‘ [voornaam] [geslachtsnaam 1] ’ in ‘ [minderjarige 1] ’ een latere vermelding van aan de op te maken geboorteakte toe te voegen.
Erkenning van de adoptie van [minderjarige 2]
Rechtsmacht
4.18.
Nu verzoekers hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, is de Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van de onderhavige verzoeken op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: ‘Rv’).
Toepasselijk recht
4.19.
Ethiopië is geen verdragsstaat van het Haags Adoptieverdrag 1993. De rechtbank zal de erkenning van de Ethiopische adoptie toetsen aan de hand van de WCAd.
Inhoudelijke beoordeling
4.20.
Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor opgenomen in overweging 4.7 en gelet op de stukken oordeelt de rechtbank dat bij de Ethiopische adoptieprocedure de toen geldende rechtsregels door de ter plaatse bevoegde autoriteit zijn toegepast.
4.21.
Zoals hiervoor overwogen in overweging 4.9 gaat de rechtbank uit van het feit dat verzoekers hun gewone verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika hadden ten tijde van de adoptie. [minderjarige 2] woonde ten tijde van de adoptie in Ethiopië, zodat aan de vereisten van artikel 6 lid 1 WCAd is voldaan.
4.22.
De Raad acht de erkenning van de adoptie in belang van [minderjarige 2] . De rechtbank is niet gebleken van een weigeringsgrond zoals neergelegd in artikel 6 lid 2 WCAd, zodat de adoptie op grond van artikel 6 lid 1 sub b WCAd de adoptie die in Ethiopië is uitgesproken worden erkend. De rechtbank zal dan ook het verzoek toewijzen en de overgelegde uitspraak d.d. 23 juni 2009 van de ‘Federal First Instance Court’ te Ethiopië erkennen.
4.23.
Nu de Ethiopische adoptie een zwakke adoptie betrof, is artikel 8 lid 2 WACd van belang. Hierin wordt bepaald:
‘Ingeval de adoptie in de staat waar zij plaatsvond niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, mist de adoptie ook in Nederland dat gevolg’.
Dit betekent dat nu de familierechtelijke betrekkingen tussen [minderjarige 2] en haar biologische familie niet zijn verbroken door de Ethiopische adoptie, deze in beginsel ook bij een Nederlandse erkenning in stand blijven.
4.24.
Hierdoor is artikel 9 WACd van belang, waarin is bepaald:
‘In het in artikel 8, tweede lid, bedoelde geval kan, indien het kind in Nederland gewone verblijfplaats heeft en daar voor permanent verblijf bij de adoptiefouders is toegelaten, een verzoek tot omzetting in een adoptie naar Nederlands recht worden ingediend. Artikel 11, tweede lid, van de Wet tot uitvoering van het op 29 mei 1993 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 3, tweede lid, van deze wet is van overeenkomstige toepassing op de toestemming van de ouders wier toestemming tot de adoptie vereist was’.
Nu [minderjarige 2] haar gewone verblijfplaats bij verzoekers in Nederland heeft, dient de omzetting van de adoptie naar Nederlands recht te worden beoordeeld.
4.25.
Artikel 11 Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie bepaalt hieromtrent:
1.
Ingeval een in de staat van herkomst in overeenstemming met het verdrag tot stand gekomen adoptie door personen die hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, ziet de vergunninghouder erop toe dat in Nederland een verzoek tot omzetting in een adoptie naar Nederlands recht wordt ingediend.
2.
Het verzoek wordt toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang is van het kind en op de dag van de indiening ervan is voldaan aan artikel 228, eerste lid, onder a en d, van Boek 1 van Het Burgerlijk Wetboek. De omzetting heeft de gevolgen, bedoeld in de artikelen 229 tot en met 232 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
3.
Van de omzetting wordt een verklaring afgegeven overeenkomstig artikel 10.
De rechtbank oordeelt dat het in het belang is van [minderjarige 2] dat de adoptie wordt omgezet in een sterke adoptie met toepassing van Nederlands recht.
4.26.
De rechtbank stelt vast dat [minderjarige 2] ten tijde van de adoptie minderjarig was en dat geen der ouders de adoptie tegenspreekt, zodat is voldaan aan artikel 1:228 lid 1 sub a en d BW. Ingevolge artikel 1:229 BW komt [minderjarige 2] door de omzetting van de Ethiopische adoptie in familierechtelijke betrekking tot verzoekers te staan.
Inschrijving van de Ethiopische geboorteakte
4.27.
De ambtenaar heeft aangegeven dat er geen geboorteakte van [minderjarige 2] is ingeschreven in de daartoe bestemde registers bij de gemeente Den Haag. De ambtenaar stelt voorts dat de door verzoekers overgelegde Ethiopische geboorteakte niet voor inschrijving in aanmerking komt omdat deze niet is voorzien van de vereiste legalisatie. De geboorteakte die in Amerika is opgemaakt is wel voorzien van de vereiste apostille en komt dan ook in principe in aanmerking voor inschrijving.
4.28.
Voornoemde Amerikaanse geboorteakten van [minderjarige 2] betreffen echter allebei herregistraties van de geboorte na adoptie. Deze herregistratie bevat niet de oorspronkelijke geboortegegevens van [minderjarige 2] . De ambtenaar merkt op dat de inschrijving van deze geboorteakte in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag leidt tot een onjuiste (en naar Nederlandse begrippen onbegrijpelijke) geboorteakte. De ambtenaar stelt dat het daarom voor de hand ligt dat de geboortegegevens van [minderjarige 2] conform artikel 1:25c BW opnieuw worden vastgesteld.
4.29.
De ambtenaar merkt op dat Ethiopië sinds 11 november 1987 een namenreeks kent, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen geslachts- en voornamen. Een namenreeks is meestal opgebouwd uit een voornaam, voornaam vader en eventueel voornaam grootvader. Als een minderjarige geen juridische vader heeft, wordt de namenreeks een voornaam, voornaam moeder en eventueel voornaam grootvader (artikel 33 lid 2 Ethiopisch BW).
4.30.
Uit de Final Adoption Decree blijkt dat [minderjarige 2] voorheen ‘ [geslachtsnaam 2] ’ heette. Het is de ambtenaar onduidelijk waar deze naam vandaan komt, omdat deze niet in de overige overgelegde documenten voorkomt.
Vaststelling geboortegegevens
4.31.
De ambtenaar heeft geen bezwaar tegen het vaststellen van de geboortegegevens als volgt:
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam 2]
Voornamen: -
Dag van geboorte: [geboortedatum 2] -2008
Plaats van geboorte: [geboorteplaats] , Ethiopië
Geslacht: F (vrouwelijk)
Geslachtsnaam vader: -
Voornamen vader: -
Geslachtsnamen moeder: [geslachtsnaam moeder]
Voornamen moeder: -
4.32.
De rechtbank oordeelt als volgt. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot [minderjarige 2] niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte akte van geboorte. De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgevonden. De rechtbank zal dan ook ingevolge 1:25c lid 3 BW de geboortegegevens als voormeld vaststellen.
Latere vermelding
4.33.
Bij de Ethiopische adoptie is de naam van [geslachtsnaam 2] gewijzigd in [minderjarige 2] . Op grond van artikel 1:24 BW wordt een door een buitenlandse adoptie verkregen geslachtsnaam en voornamen van rechtswege in Nederland erkend. Nu de rechtbank zal overgaan tot erkenning van de buitenlandse adoptie, gelast de rechtbank de ambtenaar van de wijziging van de naam van ‘ [geslachtsnaam 2] ’ in ‘ [minderjarige 2] ’ een latere vermelding van aan de op te maken geboorteakte toe te voegen.
4.34.
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
ten aanzien van [minderjarige 1]
- verklaart voor recht dat de ‘Certificate of adoption registration’ van de Department of Civil Affairs te Guangxi d.d. 23 augustus 2006 (waarvan een kopie aan deze beschikking is gehecht), uitgesproken adoptie van [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2005, door verzoekers, waarbij de minderjarige de namen [minderjarige 1] heeft verkregen in Nederland kan worden erkend;
- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de Chinese adoptie aan de (op te maken) akte van geboorte toe te voegen;
- stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam 1]
Voornamen: [voornaam]
Dag van geboorte: [geboortedatum 1] -2005
Plaats van geboorte: [geboorteplaats] , China
Geslacht: F (vrouwelijk)
Geslachtsnaam vader: -
Voornamen vader: -
Geslachtsnaam moeder: -
Voornamen moeder: -
- wijst af het meer of anders verzochte;
ten aanzien van [minderjarige 2]
- verklaart voor recht dat de bij uitspraak d.d. 23 juni 2009 van de ‘Federal First Instance Court’ te Ethiopië uitgesproken adoptie van [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, door verzoekers, waarbij de minderjarige de namen [minderjarige 2] heeft verkregen in Nederland kan worden omgezet;
- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag een latere vermelding van de Ethiopische adoptie aan de (op te maken) akte van geboorte toe te voegen;
- stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
Geslachtsnaam: [geslachtsnaam 2]
Voornamen: -
Dag van geboorte: [geboortedatum 2] -2008
Plaats van geboorte: [geboorteplaats] , Ethiopië
Geslacht: F (vrouwelijk)
Geslachtsnaam vader: -
Voornamen vader: -
Geslachtsnamen moeder: [geslachtsnaam moeder]
Voornamen moeder: -
- wijst af het meer of anders verzochte;
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. L. van der Heijden, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M.T.W. Gerritsen, griffier, op 13 juli 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).