Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
subsidiair ten laste gelegd als medeplichtig aan afpersing;
subsidiair ten laste gelegd als medeplichtig aan poging afpersing in vereniging en meer subsidiair ten laste gelegd als voorbereiding van diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld en/of afpersing in vereniging.
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
5.Waardering van het bewijs
‘ben ik’neergezet bij de stills van de jongen (pagina A 212 van het dossier) die om 19:54:00 uur voor het portiek staat en waar bij de stills wordt omschreven dat NN3 een bivakmuts pakt. Op dat moment heeft verdachte zijn opvallende vest aan. Een seconde later pakt verdachte een bivakmuts, trekt deze over zijn hoofd en rent om 19:54:09 uur naar binnen. De verbalisanten hebben ook de geluidsfragmenten van deze videobestanden beluisterd. Op het moment dat [medeverdachte 1] bij aangever aanbelt is te horen dat hij een gesprek voert met [medeverdachte 2] en verdachte, waarbij er wordt gezegd:
‘Kijk of die ‘ding’ er is. Jongens kom, we gaan. Wij moeten snel in en uit gaan. [synoniem voor politie](in de straattaal: de politie)
brengen’.Om 20:00:48 uur rennen NN1 en NN2 het portiek uit. Op de beelden is verder niet te zien dat er in het korte tijdsbestek een andere jongen bij is gekomen of dat verdachte zijn vest uittrekt en dit vervolgens aan [medeverdachte 1] geeft.
stillsvan 2 maart 2021, een dag na de bovengenoemde woningoverval, is te zien dat verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij het portiek van de woning van aangever [persoon 2] staan. Verdachte heeft in zijn handen een rode tas vast van de supermarkt Vomar. Hij duwt met zijn hand tegen de portiekdeur kennelijk om te controleren of de deur open gaat. Te zien is dat alle drie de verdachten de omgeving ‘scannen’ en heen en weer lopen. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] drukken na elkaar op de bel, waardoor de deur van het portiek opengaat. [medeverdachte 1] gaat naar binnen, maar komt een paar seconden later weer terug naar buiten. Op dat moment heeft [medeverdachte 2] een bivakmuts in zijn handen en hij trekt de bivakmuts over zijn hoofd. Om 13:35 uur gaat [medeverdachte 1] nogmaals het portiek in met [medeverdachte 2] achter zich aan. Verdachte staat met de rode Vomartas en een bivakmuts in zijn handen klaar om ook het portiek in te gaan. Tijdens de aanhouding van [medeverdachte 1] is gebleken dat in de rode tas - die verdachte de hele tijd heeft vastgehouden - twee messen, tie wraps, een tape, een kniptang en een hamer zaten. Op de geluidsfragmenten is te horen dat NN3 (verdachte) nadat de portiekdeur opengaat zegt “
kom, gelijk naar binnen doe die deur open”.
stillsen de geluidsfragmenten is de rechtbank van oordeel dat de gedragingen van verdachte niet slechts aangeduid kunnen worden als ‘ondersteunend’. Verdachte houdt de omgeving in de gaten, hij kijkt samen met zijn medeverdachten aandachtig naar binnen en hij duwt tegen de deur van het portiek. Hij maant de anderen aan om naar binnen te gaan op het moment dat de deur wordt opengedaan. Op het moment dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] het portiek binnen gaan, haalt verdachte een bivakmuts uit de rode tas en staat hij klaar om ook naar binnen te gaan. De rechtbank is dan ook - met de officier van justitie - van oordeel dat verdachte zich als medepleger schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde poging tot diefstal met geweld en de poging tot afpersing. Niet vastgesteld kan worden dat verdachten wisten of hadden kunnen weten dat [aangever 2] in de woning van moeder en zoon [persoon 2] aanwezig was, dus verdachte zal van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
6.Bewezenverklaring
7.Bewijs
8.Strafbaarheid van de feiten
9.Strafbaarheid van verdachte
10.Motivering van de straf
first offender.
de Raadgeadviseerd om aan verdachte een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen, zodat hij de consequenties van zijn (delict)gedrag kan ervaren. Mocht de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke werkstraf, als stok achter de deur, noodzakelijk vinden dan kan de Raad zich daar ook in vinden. Er zijn weinig zorgen over verdachte. Hij doet zijn best voor school, hij heeft een bijbaantje en hij is niet negatief in beeld bij de wijkagenten. Het is wel van belang dat de vader om hulp vraagt als het even niet goed lijkt te gaan met zijn zoon, zodat er tijdig de juiste stappen gezet kunnen worden om eventuele recidive te voorkomen. Tot slot blijft het zorgelijk dat verdachte op zeer jonge leeftijd betrokken is geraakt bij de ten laste gelegde feiten.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
werkstraf voor de duur van 100 (honderd) uren.
60 (zestig) uren, van deze werkstrafnietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelastop grond van het overtreden van de na te noemen algemene voorwaarde.
1 (één) jaaronder de algemene voorwaarde dat veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit.