7.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende maatregel en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Winkeldiefstal is een hinderlijk en veel voorkomend feit dat schade en overlast bij de detailhandel veroorzaakt. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat verdachte in de afgelopen jaren met grote regelmaat voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 27 juni 2022, opgemaakt door [naam] . Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Verdachte komt sinds 2018 veelvuldig in beeld bij justitie, veelal wegens vermogensdelicten. Verdachte staat tevens geregistreerd als veelpleger en voldoet momenteel voor de tweede keer aan de criteria om de onvoorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd te kunnen krijgen. Inzake parketnummer 09/016774-19 kreeg verdachte de voorwaardelijke ISD-maatregel met bijzondere voorwaarden waaronder een reclasseringstoezicht opgelegd. De toezichttermijn is reeds verlopen en betrokkene heeft zich aan de meldplicht en de gemaakte afspraken gehouden. Verdachte komt nu, na ongeveer twee jaar uit beeld te zijn geweest bij politie/justitie weer actief in beeld. Een factor die mogelijk bijdraagt aan zijn delictgedrag is dat het verdachte momenteel ontbreekt aan stabiele huisvesting en dat hij als gevolg daarvan is gaan rondzwerven door Nederland. Verdachte lijkt de problemen binnen zijn huidige situatie zelf niet te kunnen overzien. Hij streeft maatschappelijk geaccepteerde doelen na maar lijkt daarbij nauwelijks inzicht te hebben in zijn eigen delictgedrag of het ontstaan van de problemen binnen zijn leefsituatie. Hij lijkt vooralsnog gemotiveerd te zijn om geholpen te worden, alleen zou de hulpverlening wel laagdrempelig ingezet dienen te worden. De reclassering ziet voldoende mogelijkheden om opnieuw invulling te geven aan een reclasseringstoezicht ter voorkoming van recidive. Binnen een eerder reclasseringstoezicht is het hem ook gelukt om niet te recidiveren. Gelet op het voorgaande wordt ontraden om in dit stadium de onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Geadviseerd wordt om een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen, te weten: een meldplicht, begeleid wonen en meewerken aan ambulante behandeling.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering van 30 juni 2022 opgemaakt door [naam] . Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Na contact met de officier van justitie – die aangaf dat de eerder geadviseerde straf mogelijk niet zou kunnen worden opgelegd – is er besloten om een gewijzigd advies uit te brengen. De reclassering adviseert om een voorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte op te leggen met bijzondere voorwaarden, te weten: een meldplicht, begeleid wonen en meewerken aan ambulante behandeling. Weliswaar staat verdachte geregistreerd als veelpleger en voldoet hij voor de tweede keer aan de criteria om de ISD-maatregel opgelegd te krijgen, maar er worden nog voldoende mogelijkheden gezien om interventies in te zetten ter voorkoming van recidive en stabilisatie van zijn leefsituatie. Eerder heeft verdachte ook laten zien zich te kunnen conformeren aan een reclasseringstoezicht binnen het kader van een voorwaardelijke ISD-maatregel, waardoor een onvoorwaardelijke ISD-maatregel nog niet wenselijk wordt geacht.
Verder heeft de rechtbank ter terechtzitting van 1 juli 2020 reclasseringswerker [naam] , verbonden aan Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering te Amsterdam, als deskundige gehoord. Zij heeft benadrukt dat het van belang is dat verdachte zorg krijgt. Indien een voorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte zal worden opgelegd zal de reclassering zich inspannen om een passende woonplek voor verdachte te vinden. In eerste instantie zal dit waarschijnlijk een plek binnen de nachtopvang zijn waarna zal worden getracht verdachte binnen een instelling te plaatsen.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt.
Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 13 juni 2022 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan het bewezen verklaarde feit ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf/maatregel, terwijl het in dit vonnis bewezen verklaarde feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen/maatregelen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
Blijkens het uittreksel Justitiële Documentatie van 13 juni 2022 is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit.
Daarnaast eist de veiligheid van personen of goederen in beginsel het opleggen van deze maatregel, gezien het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten. Aldus is voldaan aan de formele eisen voor het opleggen van een ISD-maatregel.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de ISD-maatregel in dit geval ook als meest passend moet worden beschouwd.
Op grond van de bevindingen van mevrouw [naam] en het feit dat het verdachte tijdens een eerder voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel is gelukt om zich aan de voorwaarden te houden en langere tijd uit beeld van justitie is gebleven, zal de rechtbank verdachte nog een kans geven om zijn leven op orde te krijgen zonder oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. Het is aan verdachte om te laten zien dat hij ook zonder onvoorwaardelijke oplegging van die maatregel in staat is niet te vervallen in recidive. De rechtbank zal thans volstaan met het voorwaardelijk opleggen van de ISD-maatregel, maar wel met voorwaarden die een strak kader vormen om verdachte de hulp en structuur te bieden die hij nodig heeft om succesvol aan zijn problemen te werken. Als het met deze voorwaarden toch niet blijkt te werken, dan zal tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel nodig zijn om de maatschappij tegen verdachte te beschermen.
De rechtbank zal de voorwaardelijke ISD-maatregel opleggen voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest.
Daarbij gelden als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, verblijf in een begeleid wonen instelling en een ambulante behandeling.
De rechtbank ziet op grond van de reclasseringsadviezen aanleiding om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan indien er geen behandeling of begeleiding van de verdachte plaatsvindt.