Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van 25 februari 2022,
- de tussenbeschikking van 31 maart 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het verweerschrift met bijlagen van 9 mei 2022,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling gehouden op 16 mei 2022, met de daarin genoemden (proces)stukken.
2.Feiten
3.Het verzoek en het verweer
hindsight biasof
outcome biasde beoordeling van de deskundige zal vertroebelen. Daarom stelt het VUmc zich op het standpunt dat aan de deskundige enkel het medisch dossier en de medische gegevens ter beschikking worden gesteld tot de opname van [naam] op de afdeling Longziekten, zodat een situatie wordt gecreëerd vergelijkbaar met de situatie waarin de behandelend artsen zich bevonden.
4.De beoordeling
Voorlopig deskundigenonderzoek
biaszal ontstaan. Dit laatste wordt in de terzake relevante literatuur onderkend. Onzeker is dan ook of winst kan worden behaald met het schiften van het dossier, zoals door het VUmc beoogd.
hindsightof
outcome biasbestaat en bij voorkeur in zijn rapport te motiveren waarom hij desondanks tot zijn conclusie is gekomen.
5.De beslissing
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- dat de deskundige [verzoekster] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van haar inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in art. 7:464 lid 2 onder b BW en, indien [verzoekster] als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [verzoekster] (eventueel onder gesloten couvert via zijn advocaat) moet toesturen en [verzoekster] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [verzoekster] gebruik wil maken van haar blokkeringsrecht (waarbij [verzoekster] zich van commentaar op het concept moet onthouden),
- dat, indien [verzoekster] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van haar blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk moet staken en dit aan de rechtbank moet mededelen,
- dat, indien [verzoekster] geen gebruik maakt van haar inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de advocaten van partijen moet toezenden