Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap VSB Verhuur Culemborg B.V.
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen VSB Verhuur Culemborg B.V. (eiseres) en een gedaagde die onder bewind is gesteld. De eiseres had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die een huurovereenkomst had gesloten voor de huur van een minigraver en rupsdumper. De gedaagde had de huurperiode verlengd, maar had vervolgens verschillende facturen niet voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2021 werd vastgesteld dat de gedaagde na het uitbrengen van de dagvaarding onder bewind was gesteld. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden om de bewindvoerder in de procedure te betrekken, maar de eiseres heeft dit nagelaten. Op 7 december 2021 heeft de eiseres verzocht om vonnis te wijzen op basis van het procesdossier.
De kantonrechter overwoog dat de gedaagde, als rechthebbende wiens goederen onder bewind zijn gesteld, geen zelfstandige beheers- en beschikkingsbevoegdheid heeft. Dit betekent dat de gedaagde procesonbevoegd is en dat de bewindvoerder als formele procespartij moet worden opgeroepen. Aangezien de bewindvoerder niet was opgeroepen, kon er geen vonnis tegen de gedaagde worden uitgesproken. De kantonrechter verklaarde de eiseres niet-ontvankelijk in haar vordering en veroordeelde haar in de proceskosten van de gedaagde.
De uitspraak benadrukt het belang van het betrekken van de bewindvoerder in procedures waarbij de gedaagde onder bewind is gesteld, om te waarborgen dat de rechten van de gedaagde correct worden vertegenwoordigd. De beslissing van de kantonrechter is in lijn met artikel 1:441 lid 1 BW, dat bepaalt dat alleen de bewindvoerder de onder bewind gestelde kan vertegenwoordigen in en buiten rechte.