Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
stichting STICHTING DE ALLIANTIE,
[gedaagde] ,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord, met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 juli 2022 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting De Alliantie (eiseres) en een gedaagde. De Alliantie vorderde betaling van een huurachterstand van € 771,70, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat zij volledig aan haar huurverplichtingen had voldaan. De Alliantie had eerder een betalingsregeling getroffen met de gedaagde, maar de gedaagde had opnieuw een huurachterstand laten ontstaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zich aan de betalingsregeling heeft gehouden en dat er onduidelijkheid bestond over de kosten die door De Alliantie in rekening waren gebracht. De kantonrechter oordeelde dat De Alliantie geen bewijs had geleverd van de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke kosten, omdat de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden niet waren overgelegd. Hierdoor kon niet worden getoetst of de kosten eerlijk waren. Uiteindelijk werd de vordering van De Alliantie verminderd tot € 277,55 aan hoofdsom, met compensatie van de proceskosten tussen partijen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.