Op 11 juli 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1986 en momenteel gedetineerd. De zaak betreft een moordzaak waarbij de verdachte wordt beschuldigd van het opzettelijk doden van een slachtoffer op 6 juli 2021 in Amsterdam. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op verschillende data behandeld, waarbij de verdachte en zijn raadslieden, mrs. A. Çimen en A.J. Admiraal, hun standpunten naar voren hebben gebracht. Ook de nabestaanden en benadeelde partijen, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben hun inbreng gedaan.
Na sluiting van het onderzoek op 30 juni 2022 heeft het Openbaar Ministerie op 5 juli 2022 nieuwe stukken aan de rechtbank gestuurd, wat aanleiding gaf tot de heropening van het onderzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig was en heeft besloten het onderzoek te heropenen om de nieuwe bewijsstukken te bespreken met de verdediging en het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte en een tolk voor de Poolse taal bevolen, en de benadeelde partijen en hun advocaten zullen schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de volgende zitting.
Dit tussenvonnis is gewezen door de voorzitter mr. G. Oldekamp en de rechters mrs. C.M. Berkhout en C. Huizing-Bruil, in aanwezigheid van griffier mr. D. Spaan, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juli 2022.