ECLI:NL:RBAMS:2022:3923
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verweerder niet aansprakelijk voor beslissing vergunninghouder; intrekking beroep onder voorwaarde niet rechtsgeldig
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft eiser op 16 december 2021 een beroepschrift ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaarschrift van 20 juni 2021. Eiser heeft op 5 april 2022 en 13 april 2022 zijn beroep ingetrokken, waarbij hij verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op 28 april 2022 gereageerd op dit verzoek en op 3 mei 2022 een verweerschrift ontvangen van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de intrekking van het beroep op 5 april 2022 onder voorwaarde was, wat niet rechtsgeldig is. Pas met de brief van 13 april 2022 heeft eiser zijn beroep rechtsgeldig ingetrokken. De rechtbank heeft ook gekeken naar de communicatie tussen eiser en de vergunninghouder, waaruit blijkt dat er overleg plaatsvond. Eiser en vergunninghouder hebben afgesproken dat het bezwaar zou worden ingetrokken als zij overeenstemming bereikten. De rechtbank concludeert dat verweerder niet aansprakelijk kan worden gehouden voor beslissingen die bij de vergunninghouder liggen, inclusief het bereiken van een compromis.
De rechtbank heeft het verzoek van eiser om verweerder te veroordelen in de proceskosten afgewezen, omdat de intrekking van het beroep niet rechtsgeldig was. Wel is besloten dat het betaalde griffierecht van € 181,- door de griffier zal worden teruggestort. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J. Dondorp en is openbaar uitgesproken op 6 juli 2022. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.