ECLI:NL:RBAMS:2022:3867

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 mei 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
C/13/716008 / KG ZA 22-294
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen vennoten van een vennootschap onder firma over beëindiging samenwerking en financiële verplichtingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee vennoten van een vennootschap onder firma. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. Keukens, heeft vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, die wordt bijgestaan door advocaat mr. O.J. Hennis. De procedure is gestart op 6 april 2022 met een dagvaarding, en de mondelinge behandeling vond plaats op 11 april 2022, met een voortzetting op 9 mei 2022. De partijen zijn in geschil over de beëindiging van hun samenwerking binnen de vennootschap en de financiële afwikkeling daarvan. De eiseres heeft haar eis vermeerderd en vorderingen ingesteld die onder andere betrekking hebben op het verkrijgen van informatie en het verbieden van bepaalde handelingen door de gedaagde. De gedaagde heeft verweer gevoerd en ook tegenvorderingen ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen de partijen over de beëindiging van de samenwerking, en heeft de vorderingen van de eiseres afgewezen. In reconventie zijn enkele vorderingen van de gedaagde toegewezen, waaronder het verbod voor de eiseres om zonder toestemming bedragen over te maken van de vennootschap naar haar privé rekening. De proceskosten zijn verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/716008 / KG ZA 22-294 IHJK/MvG
Vonnis in kort geding van 23 mei 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie bij dagvaarding op verkorte termijn van 6 april 2022,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. L. Keukens te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in (voorwaardelijke) reconventie,
advocaat mr. O.J. Hennis te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft [eiseres] haar eis vermeerderd.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling van dit kort geding op 11 april 2022 heeft [eiseres] de vorderingen toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd en tegenvorderingen ingesteld. [eiseres] heeft de tegenvorderingen bestreden. Partijen hebben producties en een pleitnotitie in het geding gebracht.
1.3.
Omdat nog niet alle onderwerpen van het geschil waren behandeld, is bepaald dat de mondelinge behandeling zou worden voortgezet op 9 mei 2022. Partijen zouden deze tussenliggende periode bovendien gebruiken om hun geschil alsnog onderling te regelen. Bij de voortzetting van de mondelinge behandeling heeft mr. Keukens een pleitnotitie overgelegd. Mr. Keukens heeft paragrafen 1.1, 1.2, 1.7 tot en met 1.9 en 2.1 tot en met 2.3 uit zijn pleitnotitie niet voorgelezen. Die gedeelten zijn bij de beoordeling buiten beschouwing gelaten.
1.4.
Tijdens de (voortgezette) mondelinge behandeling waren aanwezig:
- [eiseres] met haar partner en mr. Keukens:
- [gedaagde] met zijn partner en mr. Hennis en mr. Ruimschotel.
1.5.
[eiseres] wilde tijdens de mondelinge behandeling van 9 mei 2022 haar eis nogmaals vermeerderen. [gedaagde] heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ter zitting is beslist dat deze vermeerdering van eis niet is toegestaan.
1.6.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] en [gedaagde] zijn de vennoten van de vennootschap onder firma [naam vennootschap] (hierna ook: [naam vennootschap] ). [naam vennootschap] handelt ook onder de naam [handelsnaam] . [naam vennootschap] ontwikkelt en verkoopt impregneer- en reinigingsmiddelen voor beton, steen, hout en textiel. Deze producten worden volgens eigen receptuur en receptuur van de leveranciers ontwikkeld en geproduceerd in de productieruimte van [naam vennootschap] . [naam vennootschap] verkoopt haar producten (aanvankelijk) aan consumenten en (later ook) aan zakelijke klanten, onder meer via Bol.com en andere webshops. Verder heeft [naam vennootschap] websites in beheer waarop haar producten worden verkocht. De productieruimte van [naam vennootschap] bevindt zich in een door haar gehuurde bedrijfsruimte in [plaats] .
2.2.
Partijen hebben geen vennootschapsovereenkomst opgesteld.
2.3.
[naam vennootschap] gebruikt twee bankrekeningen: [naam vennootschap] -rekening, die op naam staat van [naam vennootschap] , en de GSS-rekening, die op naam staat van (de eenmanszaak van) [eiseres] . [naam vennootschap] -rekening wordt gebruikt voor betalingen van consumenten en de GSS-rekening voor betalingen van zakelijke klanten. De GSS-rekening wordt ook gebruikt voor het inkopen van grondstoffen.
2.4.
De zoon van [gedaagde] , [naam zoon] , is in loondienst bij [naam vennootschap] .
2.5.
Sinds 2020 spreken partijen over het beëindigen van hun samenwerking.
2.6.
Bij e-mail van 26 mei 2021 heeft de advocaat van [eiseres] aan [gedaagde] een eerste voorstel gestuurd om te komen tot beëindiging van de samenwerking binnen [naam vennootschap] . Dit voorstel kwam erop neer, samengevat, dat partijen het vermogen en de bezittingen van [naam vennootschap] 50/50 verdelen, [eiseres] verder gaat met de verkoop van producten aan zakelijke klanten en [gedaagde] met de verkoop aan consumenten.
2.7.
Bij e-mail van 11 juni 2021 heeft de advocaat van [gedaagde] aan de advocaat van [eiseres] bericht dat het voorstel voor [gedaagde] niet acceptabel is en partijen er goed aan doen om na te denken over een definitieve ontvlechting van [naam vennootschap] .
2.8.
Bij e-mail van 18 juni 2021 heeft [eiseres] , voor zover van belang, het volgende geschreven aan [gedaagde] :

Fijn elkaar gisteren live gesproken te hebben.
In dit gesprek heb je aangegeven dat het je beter lijkt om onze werkzaamheden niet in een andere vorm te gieten maar volledig te beëindigen. En dat je al bezig bent om een voorstel vorm te geven waarbij het de bedoeling is dat jij uitgekocht zal worden. Je hebt aangegeven dat jij 1 juli nog steeds als haalbare datum ziet om dit met elkaar geregeld te hebben, dat is fijn te horen. Echter, geeft ons dit nog slechts 12 dagen om je voorstel te behappen en vervolgens tot concrete afspraken met elkaar te komen. Om de vaart er weer in te brengen en de verwachtingen helder te krijgen hoor ik graag wanneer ik dit voorstel van je kan verwachten.”
2.9.
Medio juni 2021 is [eiseres] namens [naam vennootschap] een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte aangegaan.
2.10.
Partijen en hun advocaten hebben tot medio maart 2022 gesproken en onderhandeld over de wijze waarop partijen tot een beëindiging van hun samenwerking binnen [naam vennootschap] kunnen komen.
2.11.
Bij brief van 17 februari 2022 van zijn advocaat heeft [gedaagde] de advocaat van [eiseres] bericht dat hij in de veronderstelling verkeerde dat [eiseres] de GSS-rekening op naam van [naam vennootschap] had geopend, maar recent van de bank heeft vernomen dat deze rekening op naam staat van (de eenmanszaak) van [eiseres] . [gedaagde] heeft [eiseres] in deze brief, voor zover van belang en samengevat, gesommeerd om te stoppen met het verrichten van betalingen van [naam vennootschap] -rekening naar de GSS-rekening, betalingen ten behoeve van [naam vennootschap] verricht op de GSS-rekening te storten op [naam vennootschap] -rekening, inkoopfacturen en financiële gegevens van op de GSS-rekening binnengekomen omzet over de jaren 2017-2019 te verstrekken en ervoor te zorgen dat alle betalingen voor en van [naam vennootschap] voortaan plaatsvinden via [naam vennootschap] -rekening.
2.12.
Bij brief van 18 maart 2022 heeft de advocaat van [eiseres] aan de advocaat van [gedaagde] geschreven dat [eiseres] recent erachter is gekomen dat [gedaagde] via verschillende websites van [naam vennootschap] zichzelf heeft verrijkt door het plaatsen van affiliate links op die websites en hij de omzet die daarmee wordt gemaakt op zijn privérekening laat uitbetalen. In deze brief heeft [eiseres] [gedaagde] gesommeerd, voor zover van belang, te stoppen met deze onrechtmatige gedraging.
2.13.
Bij dagvaarding van 1 april 2022, opgesteld door de advocaat van [gedaagde] , heeft [naam vennootschap] in kort geding vorderingen ingesteld tegen [eiseres] . Daags voor de mondelinge behandeling in die procedure, die tegelijk zou plaatsvinden met de mondelinge behandeling van dit kort geding, heeft [naam vennootschap] het kort geding tegen [eiseres] ingetrokken.
2.14.
Bij brief van 4 april 2022 van haar advocaat heeft [eiseres] het kantoor van de advocaat van [gedaagde] , AMS Advocaten, gesommeerd, voor zover van belang, inzage en afschrift te verstrekken van alle informatie die tussen AMS Advocaten en [gedaagde] is uitgewisseld over [naam vennootschap] .
2.15.
Op 8 april 2022 is er een incident geweest tussen [eiseres] en [naam zoon] .

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiseres] vordert, na vermeerdering van eis, [gedaagde] :
I. te veroordelen om de overeenkomst met [eiseres] na te komen door met haar in overleg te treden over het door hem te ontvangen redelijk te bepalen bedrag verbonden aan de reeds overeengekomen uitkoop van [gedaagde] als vennoot van [naam vennootschap] ;
II. te veroordelen om met onmiddellijke ingang de handelswijze waarbij hij zichzelf via affiliate links ongerechtvaardigd verrijkt ten nadele van [eiseres] (en ook [naam vennootschap] ) te staken en gestaakt te houden;
III. te veroordelen om met onmiddellijke ingang aan [eiseres] toegang te bieden tot [website] door de vereiste inloggegevens aan haar te verstrekken;
IV. te veroordelen om met onmiddellijke ingang inzage te geven aan [eiseres] in de omzet die via de ongerechtvaardigde verrijking door [gedaagde] is ontvangen op zijn bankrekening door afschrift te verstrekken van kopieën van de bankafschriften van zijn bankrekening in de periode 2018 tot en met heden;
V. te verbieden met onmiddellijke ingang om onbevoegd [naam vennootschap] te (laten) vertegenwoordigen in het bijzonder door namens [naam vennootschap] rechtshandelingen te verrichten en/of procedures te starten, zonder voorafgaande toestemming van [eiseres] ;
VI. te veroordelen om AMS Advocaten met onmiddellijke ingang te berichten dat zij niet langer als advocaat van [gedaagde] en/of van [naam vennootschap] kunnen optreden en tevens te berichten dat de facturen van AMS Advocaten ten name van [naam vennootschap] gecrediteerd moeten worden;
VII. te gebieden binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis volledige inzage en afschrift aan [eiseres] te verstrekken van alle informatie die betrekking heeft op de werkzaamheden die AMS Advocaten ten behoeve van [naam vennootschap] heeft verricht, waaronder in ieder geval valt:
i. i) alle informatie en bestanden die verband houden met de werkzaamheden die door mr. Hennis en mr. Ruimschotel, althans AMS Advocaten, ten behoeve van [naam vennootschap] zijn verricht;
ii) alle e-mails die verband houden met de werkzaamheden die door mr. Hennis en mr. Ruimschotel, althans AMS Advocaten, ten behoeve van [naam vennootschap] zijn verricht;
iii) alle facturen die door mr. Hennis en mr. Ruimschotel, althans AMS Advocaten, aan [naam vennootschap] in rekening zijn gebracht;
iv) alle betalingen die mr. Hennis en mr. Ruimschotel, althans AMS Advocaten, van [naam vennootschap] heeft ontvangen;
v) een volledig transcript van de inhoud van de gesprekken die mr. Hennis en mr. Ruimschotel met [gedaagde] en eventuele derden hebben gevoerd ten behoeve van [naam vennootschap] ;
VIII. te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat [eiseres] namens [naam vennootschap] de noodzakelijke acties zal nemen om de arbeidsovereenkomst met [naam zoon] te beëindigen;
IX. te veroordelen tot betaling van een dwangsom voor iedere dag of gedeelte van een dag dat hij niet aan het onder I tot en met VIII gevorderde voldoet;
X. te veroordelen in de proces- en nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie

4.1.
[gedaagde] vordert, na vermindering van eis, [eiseres] :
I. te verbieden bedragen over te maken van [naam vennootschap] -rekening naar de GSS-rekening zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van [gedaagde] , zolang de GSS-rekening niet op naam staat van [naam vennootschap] ;
II. te verbieden betalingen voor [naam vennootschap] te doen vanaf de GSS-rekening;
III. te gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis ervoor zorg te dragen dat:
a. in de facturatie (uitsluitend) de gegevens van [naam vennootschap] -rekening worden genoemd;
b. alle toekomstige betalingen op de GSS-rekening direct worden doorgestort naar [naam vennootschap] -rekening;
IV. te gebieden om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis ervoor zorg te dragen dat alle inkomende betalingen die ten goede komen aan [naam vennootschap] voortaan via [naam vennootschap] -rekening lopen en zij hiertoe de volgende handelingen verricht:
a. alle klanten die tot op heden hebben betaald of betalen op de GSS-rekening te informeren dat de betalingen voortaan op [naam vennootschap] -rekening moeten worden gestort (met een kopie van dat bericht aan [gedaagde] );
b. ervoor zorgdragen dat betalingen die via het betalingssysteem in de fabriek worden gedaan (via SumUp) in plaats van op de GSS-rekening op [naam vennootschap] -rekening terecht komen;
V. te gebieden om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis bewerkstelligd te hebben dat [gedaagde] inzagebevoegdheden verkrijgt op de GSS-rekening;
VI. te veroordelen om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis een kopie van alle bankafschriften van de GSS-rekening vanaf 1 januari 2016 tot en met heden aan [gedaagde] te verstrekken;
VII. te veroordelen tot betaling van een dwangsom op overtreding van het onder I tot en met IV gevorderde;
VIII. voorwaardelijk, in het geval de vordering onder V in conventie (gedeeltelijk) wordt toegewezen, te verbieden met onmiddellijke ingang om onbevoegd [naam vennootschap] te (laten) vertegenwoordigen, in het bijzonder door namens [naam vennootschap] rechtshandelingen te verrichten en/of procedures te starten, zonder voorafgaande toestemming van [gedaagde] ;
IX. te veroordelen tot betaling van de proces- en nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
[eiseres] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie

5.1.
De vorderingen in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie lenen zich (deels) voor gezamenlijke behandeling.
Is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen? (vordering in conventie onder I)
5.2.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan (artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek). Voor het tot stand komen van een bindende overeenkomst is in elk geval vereist dat partijen over alle essentiële onderdelen van de overeenkomst - door middel van aanbod en aanvaarding - overeenstemming hebben bereikt. Of partijen overeenstemming hebben bereikt over alle voor hen als essentieel aan te merken onderdelen van de overeenkomst, hangt af van de bedoeling van partijen, waarbij het erop aankomt wat partijen over en weer precies hebben verklaard en uit elkaars gedragingen redelijkerwijs hebben afgeleid en mogen afleiden.
5.3.
[eiseres] stelt hiertoe dat tussen haar en [gedaagde] op 17 juni 2021 overeenstemming is bereikt en dat zij dit in haar e-mail van 18 juni 2021 (aangehaald onder 2.8) aan [gedaagde] heeft bevestigd. Die overeenstemming houdt in dat [eiseres] en [gedaagde] [naam vennootschap] zullen beëindigen en [gedaagde] als vennoot zal worden uitgekocht voor een nader overeen te komen bedrag. Daarmee stonden de essentialia van de overeenkomst vast. In het geval geen volmaakte overeenkomst tot stand is gekomen, dan hebben partijen in ieder geval op hoofdpunten overeenstemming bereikt. Een overeenkomst op hoofdpunten is ook een juridisch bindende overeenkomst, aldus steeds [eiseres] .
5.4.
[gedaagde] heeft hiertegen aangevoerd dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen, omdat over de essentialia zoals de koopprijs geen overeenstemming is bereikt tussen partijen.
5.5.
Geoordeeld wordt dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen. Uit de e-mail van [eiseres] blijkt alleen dat het de bedoeling was dat [eiseres] [gedaagde] zou uitkopen tegen een nog nader overeen te komen prijs. Hiermee komt geen overeenkomst tot stand. Partijen zijn het vervolgens niet eens geworden over de prijs die [eiseres] aan [gedaagde] zal betalen voor zijn aandeel in [naam vennootschap] . Ter zitting is bovendien duidelijk geworden dat partijen over tal van andere onderwerpen die spelen bij de ontvlechting van [naam vennootschap] evenmin overeenstemming hebben bereikt of überhaupt daarover met elkaar hebben gesproken.
5.6.
Deze vordering wordt dus afgewezen.
Ongerechtvaardigde verrijking en Affiliate links (vordering in conventie onder II tot en met IV)
5.7.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] op (blog)websites van [naam vennootschap] affiliate links heeft geplaatst en hij het geld dat hiermee werd verdiend ten onrechte op zijn privérekening heeft laten storten. [gedaagde] heeft zich daarmee ongerechtvaardigd verrijkt ten koste van [naam vennootschap] en [eiseres] . Er bestaat geen redelijke grond voor deze verrijking, omdat hij deze gelden heeft gekregen zonder hiervoor een verbintenis aan te gaan. De website [website] is door [eiseres] op 25 oktober 2014 geregistreerd op naam van haar eenmanszaak. Deze website is door [eiseres] ter beschikking gesteld aan [naam vennootschap] . [gedaagde] heeft het useraccount van [eiseres] van deze website verwijderd, waardoor zij niet meer kan inloggen, aldus [eiseres] .
5.8.
[gedaagde] heeft hiertegen ingebracht dat onderscheid moet worden gemaakt tussen de blogwebsites die van [naam vennootschap] zijn en door hem als vennoot van [naam vennootschap] worden beheerd en de websites die aan hem in privé toebehoren. Hij heeft op zijn privéwebsites, waartoe ook [website] behoort, en op de blogwebsites van [naam vennootschap] affiliate links geplaatst. Ondanks dat [gedaagde] niet onrechtmatig handelt jegens [naam vennootschap] heeft hij alle affiliate links naar producten van [naam vennootschap] op de websites verwijderd. Hij heeft slechts ongeveer € 125,00 verdiend aan de affiliate links, en dan nog voornamelijk via zijn privésites. Dat bedrag heeft hij onverplicht aan [naam vennootschap] overgemaakt. Dat [eiseres] [website] heeft geregistreerd, betekent nog niet dat zij eigenaar is van deze website. Zij heeft dit gedaan op verzoek van [gedaagde] . Deze website wordt door [gedaagde] voornamelijk gebruikt om (familie)recepten van gerechten op te plaatsen, aldus steeds [gedaagde] .
5.9.
Geoordeeld wordt als volgt. Nu [gedaagde] alle affiliate links van de websites heeft verwijderd, heeft [eiseres] geen belang meer bij haar vordering onder II die daartoe strekt. Die zal dus worden afgewezen.
5.10.
Partijen verschillen van mening over de vraag aan wie de website [website] toekomt. Voor de beantwoording van deze vraag is nader onderzoek naar de feiten nodig, waarvoor dit kort geding zich niet leent. De vordering onder III, die betrekking heeft op de inloggegevens voor toegang tot de website, zal worden afgewezen, temeer nu [eiseres] haar belang om daarover te beschikken onvoldoende heeft toegelicht.
5.11.
[gedaagde] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat aan het plaatsen van affiliate links slechts zeer geringe inkomsten zijn verbonden. [gedaagde] heeft een bedrag van ongeveer € 125,00, dat hij naar eigen zeggen hiermee heeft verdiend, gestort op de rekening van [naam vennootschap] . [eiseres] heeft zich niet op het standpunt gesteld dat [gedaagde] hier veel meer aan moet hebben verdiend. Gelet op het voorgaande en in het licht bezien van de (grotere) problemen die spelen tussen partijen, heeft [eiseres] geen rechtmatig belang bij afgifte van privé bankafschriften, waarmee zij bovendien ook inzicht zou krijgen in de privéuitgaven van [gedaagde] . Deze vordering (onder IV) wordt eveneens afgewezen.
Onbevoegde vertegenwoordiging (vordering in conventie onder V en in (voorwaardelijke) reconventie onder VIII)
5.12.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] [naam vennootschap] onbevoegd heeft vertegenwoordigd door zonder haar toestemming AMS Advocaten in te schakelen. [gedaagde] wist dat [eiseres] geen toestemming zou geven om namens [naam vennootschap] een advocatenkantoor in te schakelen om vervolgens een procedure tegen [eiseres] te starten. Gelet op deze handelswijze van [gedaagde] moet het hem voor de toekomst worden verboden om rechtsmaatregelen namens [naam vennootschap] in te stellen zonder voorafgaande toestemming van [eiseres] , aldus steeds [eiseres] .
5.13.
[gedaagde] heeft hiertegen aangevoerd dat partijen geen vennootschapsovereenkomst hebben gesloten, zodat de wet van toepassing is. Artikel 17 Wetboek van Koophandel bepaalt dat iedere vennoot vertegenwoordigingsbevoegd is.
5.14.
Deze vordering is door van [eiseres] ingesteld, omdat [gedaagde] namens [naam vennootschap] AMS Advocaten heeft ingeschakeld en haar opdracht heeft gegeven een kort geding te starten tegen [eiseres] . Ter zitting is echter gebleken dat - naar aanleiding van het geschil hierover - AMS Advocaten de werkzaamheden voor [naam vennootschap] heeft gestaakt en niet langer [naam vennootschap] vertegenwoordigt, maar alleen nog [gedaagde] . Dit brengt mee dat [eiseres] geen belang meer heeft bij deze vordering en deze dus zal worden afgewezen.
5.15.
Over de vordering in voorwaardelijke reconventie hoeft niet te worden beslist, omdat de voorwaarde waaronder deze is ingesteld, niet wordt vervuld.
AMS Advocaten (vordering in conventie onder VI en VII)
5.16.
Zoals gezegd is ter zitting duidelijk geworden dat AMS Advocaten [naam vennootschap] niet langer vertegenwoordigt en dat alle facturen van AMS Advocaten aan [naam vennootschap] zijn gecrediteerd. Bij haar vordering onder VI, voor zover het AMS Advocaten betreft, heeft [eiseres] dan ook geen belang meer, zodat ook die zal worden afgewezen. Voor een gebod aan [gedaagde] om AMS Advocaten te berichten dat zij hem niet langer mogen bijstaan bestaat geen aanleiding.
5.17.
Zoals gezegd heeft AMS Advocaten de facturen aan [naam vennootschap] gecrediteerd. [eiseres] kan zelf via [naam vennootschap] -rekening nagaan of en zo ja wat er door [naam vennootschap] is betaald aan AMS Advocaten en of dit bedrag volledig door haar is teruggestort. Bij de overige gevorderde informatie heeft [eiseres] geen belang, dan wel is haar vordering te onbepaald en te ruim opgesteld. Ook deze vorderingen worden daarom afgewezen.
Arbeidsovereenkomst [naam zoon] (vordering in conventie onder VIII)
5.18.
Tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling heeft [eiseres] meegedeeld dat zij het einde van de - volgens haar tijdelijke - arbeidsovereenkomst van [naam zoon] heeft aangezegd. Vervolgens is gebleken dat [naam zoon] een advocaat in de arm heeft genomen en zich op het standpunt heeft gesteld dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft die niet rechtsgeldig is opgezegd. Dit is vooraleerst een geschil tussen [naam vennootschap] en [naam zoon] .
5.19.
Verder is het nog onduidelijk hoe de eventuele ontvlechting van [naam vennootschap] wordt vormgegeven. Vooralsnog is niet uitgesloten dat [gedaagde] een deel van [naam vennootschap] overneemt. Als dat het geval is, zal hij begrijpelijkerwijs het dienstverband met zijn zoon willen voortzetten.
5.20.
Het bovenstaande geeft aanleiding om deze vordering van [eiseres] af te wijzen.
De GSS-rekening (vorderingen in reconventie)
5.21.
Partijen verschillen van mening in hoeverre [gedaagde] ervan op de hoogte was dat de GSS-rekening op naam staat van (de eenmanszaak van) [eiseres] . Wat daar ook van zij, [gedaagde] wil terecht dat deze rekening niet langer wordt gebruikt voor betalingen ten behoeve van [naam vennootschap] . De GSS-rekening behoort immers in juridische zin tot het privévermogen van [eiseres] , niet tot het afgescheiden vermogen van [naam vennootschap] , wat betekent dat het saldo op de GSS-rekening, waarvan niet in geschil is dat dit aan [naam vennootschap] toekomt, als verhaalsobject beschikbaar is voor eventuele schuldeisers van [eiseres] .
5.22.
Bovenstaande leidt ertoe dat de vorderingen in reconventie onder I en II worden toegewezen. De daaraan te verbinden dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.23.
De vorderingen onder III en IV worden eveneens toegewezen, op de wijze zoals in de beslissing vermeld. Alleen aan de vordering onder III onder b zal een dwangsom worden verbonden. Deze zal worden gematigd en gemaximeerd op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.24.
Ook de vordering onder V wordt toegewezen. [gedaagde] heeft er immers als vennoot van [naam vennootschap] belang bij om toegang te hebben tot en inzicht te krijgen in de GSS-rekening zolang daar nog betalingen voor [naam vennootschap] op binnenkomen. [eiseres] heeft ter zitting verklaard dat de GSS-rekening door haar niet voor privézaken is gebruikt, maar alleen ten behoeve van [naam vennootschap] . Eventuele privacybelangen staan dan ook niet aan toewijzing van deze vordering in de weg. [gedaagde] heeft niet gespecificeerd hoe hij inzagebevoegdheden wil verkrijgen op de GSS-rekening, maar denkbaar is dat [eiseres] de inloggegevens aan hem verstrekt. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
5.25.
De vordering onder VI zal bij gebrek aan belang worden afgewezen. [gedaagde] krijgt toegang tot de GSS-rekening en kan online de bankafschriften inzien. Dat bankafschriften online mogelijk niet tot 2016 zijn in te zien, maakt het niet anders. Er zijn geen aanwijzingen dat [eiseres] vanaf 2016 dubieuze betalingen heeft verricht via de GSS-rekening. [gedaagde] heeft desgevraagd ter zitting ook bevestigd dat hij twijfels heeft over betalingen die zijn gedaan door [eiseres] vanaf eind 2020.
Proceskosten
5.26.
Naar aanleiding van de dagvaarding heeft [gedaagde] de affiliate links verwijderd, € 125,00 gestort op [naam vennootschap] -rekening en AMS Advocaten opdracht gegeven haar werkzaamheden voor [naam vennootschap] te staken. Een en ander is pas op zitting duidelijk geworden. Een aantal vorderingen van [eiseres] is daarom bij gebrek aan belang afgewezen. Hierin wordt aanleiding gezien om de proceskosten in conventie te verrekenen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. In reconventie worden de proceskosten eveneens verrekend, nu partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
6.2.
verrekent de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in reconventie
6.3.
verbiedt [eiseres] om zonder voorafgaande toestemming van [gedaagde] bedragen over te maken van [naam vennootschap] -rekening naar de GSS-rekening, zolang de GSS-rekening niet op naam staat van [naam vennootschap] , op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere keer dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum is bereikt van € 2.500,00,
6.4.
verbiedt [eiseres] om betalingen voor [naam vennootschap] te doen vanaf de GSS-rekening, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere keer dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum is bereikt van € 2.500,00,
6.5.
gebiedt [eiseres] om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis ervoor zorg te dragen dat:
a. in de facturatie uitsluitend [naam vennootschap] -rekening wordt genoemd;
b. alle toekomstige betalingen op de GSS-rekening binnen 48 uur na ontvangst worden doorgestort naar [naam vennootschap] -rekening,
ten aanzien van de veroordeling onder b op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere keer dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum is bereikt van € 2.500,00,
6.6.
gebiedt [eiseres] om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis ervoor zorg te dragen dat alle inkomende betalingen die ten goede komen aan [naam vennootschap] voortaan via [naam vennootschap] -rekening te laten lopen en hiertoe in ieder geval de volgende handelingen te verrichten:
a. alle klanten die tot op heden hebben betaald of betalen op de GSS-rekening te informeren dat de betalingen voortaan op [naam vennootschap] -rekening moeten worden gestort, met een kopie van dat bericht aan [gedaagde] ;
b. ervoor zorg te dragen dat betalingen die via het betalingssysteem in de fabriek worden gedaan (via SumUp) in plaats van op de GSS-rekening op [naam vennootschap] -rekening terecht komen,
6.7.
gebiedt [eiseres] om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis te hebben bewerkstelligd dat [gedaagde] inzagebevoegdheden verkrijgt op de GSS-rekening, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte van een dat dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum is bereikt van € 2.500,00,
6.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.9.
verrekent de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MvG