ECLI:NL:RBAMS:2022:3725

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
13/123189-22 (EAB II)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door Rechtbank Amsterdam

Op 28 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Okresní soud v Chebu in Tsjechië. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 18 mei 2022. De opgeëiste persoon, geboren in 1973 en gedetineerd in een Nederlandse penitentiaire inrichting, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Jonk, en een tolk tijdens de openbare zitting op 14 juni 2022. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft.

De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin melding wordt gemaakt van een aanhoudingsbevel van 14 april 2022. Het EAB betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon voor een feit dat onder Tsjechisch recht strafbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW), specifiek onder nummer 8, dat fraude betreft. De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering en dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW.

De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Tsjechische autoriteiten toe te staan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/123189-22 (EAB II)
RK nummer: 22/2670
Datum uitspraak: 28 juni 2022
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 18 mei 2022 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 25 april 2022 door
Okresní soud v Chebu(Districtsrechtbank van Cheb), Tsjechië en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
uit anderen hoofde gedetineerd in de [naam PI] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 14 juni 2022. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Jonk, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Tsjechische taal.
De advocaat heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een aanhoudingsbevel van
Okresní soud v Chebu(Districtsrechtbank van Cheb) van 14 april 2022, dossiernummer 4 T 59/2019.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Tsjechisch recht strafbaar feit.
Dit feit is omschreven in onderdeel e) van het EAB.

4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 8, te weten:
fraude, met inbegrip van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad zoals bedoeld in de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Tsjechië een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.

5.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven, dient de overlevering te worden toegestaan.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
Okresní soud v Chebu(Districtsrechtbank van Cheb), Tsjechië voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. M.E.M. James-Pater, voorzitter,
mrs. A.J. Scheijde en W.B. van Bockel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 28 juni 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.