Op 29 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de handel in harddrugs en deelneming aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1996 en gedetineerd, samen met anderen handelde in verschillende soorten harddrugs, waaronder cocaïne en MDMA, van 20 december 2020 tot en met 7 december 2021. De zaak kwam aan het licht na de aanhouding van een medeverdachte, waarbij de politie ontdekte dat de verdachte betrokken was bij een criminele organisatie die zich richtte op drugshandel. De rechtbank heeft de rol van de verdachte in de organisatie vastgesteld, waarbij hij fungeerde als manager van een dealtelefoon die werd gebruikt voor het plaatsen van bestellingen voor harddrugs. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 42 maanden, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 32 maanden opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook beslag gelegd op een auto en een telefoon die in verband stonden met de drugshandel. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.