2.2.In de statuten van de Stichting, zoals gewijzigd op 31 oktober 2012 wordt onder meer bepaald:
“(…)
Samenstelling bestuur
Artikel 6
1. De stichting kent als bestuursorganen het algemeen bestuur, bestaande uit de algemeen bestuursleden en daarnaast het dagelijks bestuur, bestaande uit de dagelijks bestuursleden.
Het dagelijks bestuur is, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van de statuten, belast met het besturen van de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen en fungeert derhalve als bevoegd gezag in de zin van de Wet op het primair onderwijs van de onder de stichting ressorterende scholen. Het algemeen bestuur is, met inachtneming
van het bepaalde in artikel 9 van de statuten, belast met het toezicht op het besturen van
de stichting en de onder de stichting ressorterende scholen.
2. Het algemeen bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste negen leden. Het aantal leden wordt vastgesteld door het algemeen bestuur. De leden van het algemeen bestuur worden benoemd door het algemeen bestuur.
(…)
7. De leden van het algemeen bestuur worden benoemd voor een bepaalde tijd van vier jaar.
Zij zijn terstond, maximaal twee maal herbenoembaar.
(…)
9. De leden van het algemeen bestuur treden na het verstrijken van hun zittingstermijn af volgens een door het algemeen bestuur vast te stellen rooster van aftreden. (…)
Benoemingsvereisten en onverenigbaarheden
Artikel 7
1. Leden van het algemeen en dagelijks bestuur onderschrijven de doelstelling en grondslag
van de stichting en haar scholen.
2. Tot lid van het algemeen of dagelijks bestuur zijn niet benoembaar:
(…)
c. personen die als advocaat, gemachtigde of adviseur betrokken zijn bij de stichting
dan wel voor de wederpartij van de stichting;
d. personen die op enige wijze direct of indirect betrokken zijn bij het leveren van
goederen of diensten aan de stichting;
e. personen die deel uitmaken van een bestuur, raad van toezicht of vergelijkbaar
orgaan van en andere een stichting of organisatie voor onderwijs in de regio
waarmee onverenigbare belangen zouden kunnen bestaan, alsmede de bloed- en
aanverwanten van deze personen in de eerste graad.
3. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur functioneren zonder last of ruggespraak
en waken in algemene zin tegen verstrengeling van hun persoonlijke of zakelijk belangen
met de belangen van de stichting.
4. Een bestuurslid neemt geen deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp waarbij dit bestuurslid een eigen belang heeft.
Beëindiging bestuurslidmaatschap
Artikel 8
1. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur eindigt door:
a. overlijden;
b. aftreden, c.q. ontslag op eigen (schriftelijk) verzoek;
c. aftreden overeenkomstig het rooster van aftreden, c.q. het eindigen van de
arbeidsovereenkomst;
d. ontslag door het algemeen bestuur;
e. ontslag door de rechtbank;
(…)
Vergaderingen en besluitvorming algemeen bestuur
Artikel 11
Het algemeen bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee algemeen
bestuursleden dit wenst, casu quo dit wensen, doch ten minste vier keer per jaar.
2. De oproeping tot de vergadering van het algemeen bestuur geschiedt door de voorzitter,
ten minste zeven dagen van te voren, de dag der oproeping en die der vergadering niet—
meegerekend. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
3. Zolang in een vergadering van het algemeen bestuur alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met meerderheid van stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van de vergadering niet in acht genomen.
4. Er kunnen geen besluiten genomen worden wanneer minder dan de helft van het aantal bestuursleden aanwezig is. In dat geval wordt binnen een maand een nieuwe vergadering belegd, welke gemachtigd is, ongeacht het aantal aanwezigen, besluiten te nemen over onderwerpen van de vorige vergadering.
5. Ieder bestuurslid heeft het recht een stem uit te brengen. Voor zover niet anders bepaald, worden de besluiten genomen met een gewone meerderheid van stemmen. Een blanco stem wordt geacht niet te zijn uitgebracht.
(…)
8. Van het verhandelde in de vergaderingen van het algemeen bestuur wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur
vastgesteld. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van het algemeen bestuur.
9. Een lid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering, voldoende volmacht. De volmacht dient te zijn verleend voor ÇÇn of meer duidelijk bepaalde onderwerpen. Een lid van het algemeen bestuur kan slechts voor een medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
10. Een algemeen bestuurslid neemt geen deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft.
(…)”