Uitspraak
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde eiser, handelend onder de naam Noblessing Juridische & Administratieve Dienstverlening, betaling van kosten voor verleende diensten aan gedaagde. De kantonrechter te Amsterdam heeft op 23 juni 2022 geoordeeld dat gedaagde niet verplicht was om deze kosten te betalen. Eiser had gedaagde geholpen met haar schulden, maar gedaagde betwistte dat zij hiervoor opdracht had gegeven en stelde dat de gefactureerde bedragen niet waren overeengekomen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 april 2022 was eiser niet verschenen, terwijl gedaagde en haar gemachtigde wel aanwezig waren. Eiser had om uitstel gevraagd wegens ziekte, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het de tweede keer was dat hij om uitstel vroeg zonder voldoende onderbouwing.
De kantonrechter oordeelde dat de door gedaagde ondertekende machtiging geen basis bood voor de in rekening gebrachte kosten, omdat er geen duidelijke afspraken waren gemaakt over de omvang van de werkzaamheden en de bijbehorende vergoeding. Gedaagde had expliciet aangegeven dat zij geen geld had om te betalen voor de hulp van eiser, die zich als een vriend had voorgedaan. De kantonrechter concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij de werkzaamheden naar behoren had uitgevoerd en dat hij bovendien had gefraudeerd door een TOZO-uitkering aan te vragen zonder dat gedaagde hiervan op de hoogte was.
Uiteindelijk werd de vordering van eiser afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en transparantie in de dienstverlening, vooral in situaties waarin de cliënt in financiële problemen verkeert.