ECLI:NL:RBAMS:2022:3573
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlenging van de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak in een beslagprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 mei 2022 een beschikking gegeven in een verzoek van Eurotop Holding B.V. om de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak te verlengen. Eurotop Holding had eerder verlof gekregen om beslag te leggen op de goederen van de gerekestreerde, en de termijn voor het instellen van de eis was oorspronkelijk vastgesteld op zes maanden na het eerste gelegde beslag. Eurotop Holding verzocht om een verlenging van deze termijn met zes maanden, omdat zij getuigenverhoren wilde afwachten die in de zomer van 2022 zouden plaatsvinden. De voorzieningenrechter heeft de partijen gehoord op 3 mei 2022, waarbij Eurotop Holding haar verzoek heeft toegelicht en de gerekestreerde bezwaar heeft gemaakt tegen de verlenging.
De voorzieningenrechter overweegt dat de gevraagde verlenging in dit geval alleen in het belang van Eurotop Holding is. Volgens de Beslagsyllabus is het gebruikelijk dat een verlenging van de termijn slechts eenmalig en in bijzondere omstandigheden maximaal een maand wordt toegestaan. De voorzieningenrechter concludeert dat Eurotop Holding al een ruime termijn van zes maanden heeft gehad om de eis in de hoofdzaak in te dienen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een verdere verlenging rechtvaardigen. Daarom wordt de termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak met veertien dagen verlengd, te rekenen vanaf 8 mei 2022. De voorzieningenrechter benadrukt dat deze verlenging binnen acht dagen na 8 mei 2022 aan de gerekestreerde moet worden meegedeeld om haar werking te behouden.