Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
Ja, het is oké”. De verbalisant opende daarom de linker jaszak van verdachte en trof daarin een plastic zak aan met daarin een langwerpig brok met een witte substantie. Hierop werd besloten verdachte aan te houden en is een fouillering op grond van de Opiumwet toegepast. Tijdens deze fouillering werd in de binnen jaszak van verdachte een gripzakje met daarin meerdere enveloppen, zogeheten ponypacks, aangetroffen. [2]
4.De strafbaarheid van het feit
5.De strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Beslag
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
70 (zeventig) dagen.
30 (dertig) dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.
- 9 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: G6108518, cocaïne crack);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: G6108519, in plastic gewikkeld, merk: cocaïne crack);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: G6108523, Enveloppe, merk: cocaïne crack).
- 306,7 EUR IBG (Omschrijving: G6108527);
- Telefoon (Omschrijving: G6108522).