ECLI:NL:RBAMS:2022:3564

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 juni 2022
Publicatiedatum
24 juni 2022
Zaaknummer
8642952 CV EXPL 20-12591
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vattenfall's verplichtingen bij telefonische overeenkomsten met consumenten

In deze zaak vorderden eisers, Vattenfall Sales Nederland N.V. en Vattenfall Warmte N.V., betaling van een bedrag van € 1.794,44 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast vorderde eiseres sub 2 ontbinding van de overeenkomst met een machtiging om zelf de verplichtingen te vervullen die gedaagde niet is nagekomen. De eisers stelden dat gedaagde, een consument, een overeenkomst had gesloten via een telefoongesprek, waarbij het initiatief van gedaagde zou zijn uitgegaan. De kantonrechter diende ambtshalve te onderzoeken of de bedingen in de overeenkomst oneerlijk waren volgens Richtlijn 93/13 EG en of de eisers voldaan hadden aan hun informatieverplichtingen bij het sluiten van de overeenkomst.

De kantonrechter wees op de verplichtingen van de handelaar bij het sluiten van een overeenkomst op afstand via de telefoon, zoals vastgelegd in artikel 6:230v lid 6 BW. Indien de overeenkomst niet schriftelijk is vastgelegd, kan deze op grond van artikel 3:39 BW nietig zijn. De eisers moesten hun stelling dat gedaagde het initiatief had genomen om telefonisch een overeenkomst aan te gaan, verder onderbouwen met bewijs, zoals een uitdraai van het informatiesysteem van het telefoongesprek. De zaak werd naar de rol verwezen, waarbij eisers de gelegenheid kregen om nadere toelichting en bewijsstukken in te dienen.

De kantonrechter hield iedere verdere beslissing aan en bepaalde dat eisers de akte ten minste twee weken voor de rolzitting aan gedaagde moesten sturen, met de mogelijkheid voor gedaagde om te reageren. Het vonnis werd uitgesproken door mr. L. van Berkum op 17 juni 2022.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8642952 CV EXPL 20-12591
vonnis van: 17 juni 2022
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e

1.de naamloze vennootschap Vattenfall Sales Nederland N.V.,voorheen genaamd N.V Nuon Sales Nederland

2. de naamloze vennootschap Vattenfall Warmte N.V.,voorheen genaamd N.V Nuon Warmte
beide gevestigd te Amsterdam
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij dagvaarding van 3 juli 2020 met producties, hebben eisers gevorderd als nader in die dagvaarding omschreven.
Gedaagde heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord. Tegen gedaagde is verstek verleend.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Eisers vorderen onder meer gedaagde te veroordelen tot betaling van € 1.794,44 aan hoofdsom, te vermeerderen met rente en kosten. Eiseres sub 2 vordert daarnaast – kort gezegd – ontbinding van de overeenkomst met een machtiging om zelf datgene te bewerkstelligen waartoe gedaagde is gehouden maar waaraan niet is voldaan.
2. Eisers stellen dat gedaagde een overeenkomst met eisers heeft gesloten door middel van een telefoongesprek, waarbij het initiatief van gedaagde is uitgegaan. Ter toelichting van de vordering hebben eisers een overzicht overgelegd waaruit volgt dat een aantal facturen niet is voldaan.
3. Gedaagde is een consument. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen partijen gesloten overeenkomsten oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen), of eisers de op hen rustende informatieverplichtingen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst hebben nageleefd en of sprake is van oneerlijke handelspraktijken.
4. In artikel 6:230v lid 6 BW is bepaald dat de handelaar, bij het gebruik van de telefoon met als doel het sluiten van een overeenkomst op afstand, bepaalde mededelingen moet doen en voorts dat een overeenkomst tot het geregeld leveren van elektriciteit, water of stadsverwarming, die het gevolg is van dit telefoongesprek, schriftelijk wordt aangegaan.
5. Als de overeenkomst niet schriftelijk is aangegaan is deze op grond van artikel 3:39 BW nietig. De overeenkomst waarin een tussen partijen bestaande overeenkomst wordt verlengd of vernieuwd is overigens uitgezonderd van het schriftelijkheidsvereiste. Ook wanneer de consument op eigen initiatief de handelaar telefonisch benadert, hoeft de overeenkomst niet schriftelijk te worden gesloten en kan deze telefonisch worden gesloten (MvT,
Kamerstukken II2012/13, 33520, 3, p. 52 e.v.).
6. Het is aan de kantonrechter om (ambtshalve) te controleren of aan het constitutieve vereiste van artikel 6:230v lid 6 BW is voldaan. Eisers hebben weliswaar gesteld dat gedaagde het initiatief heeft genomen om (telefonisch) een overeenkomst aan te gaan, maar dit is verder niet toegelicht. Gelet op de eerdergenoemde consumentenbescherming ligt het op de weg van eisers om hun stelling te staven met (bijvoorbeeld) een uitdraai van het informatiesysteem waaruit het inkomende telefoongesprek van gedaagde volgt.
7. Eisers krijgen de gelegenheid zich nader uit te laten over en stukken in het geding te brengen ter toelichting van de stelling dat gedaagde eisers telefonisch heeft benaderd voor het sluiten van een overeenkomst. Het is aan eisers om (onder meer) uiteen te zetten wanneer gedaagde heeft gebeld, met wie gedaagde toen heeft gesproken en wat precies is besproken. De zaak wordt daartoe naar de rol verwezen.
8. Eisers dienen de toelichting en eventuele stukken tenminste twee weken voor de hierna te bepalen rolzitting aan gedaagde te sturen, met de mededeling dat gedaagde op die rolzitting daarop mag reageren dan wel uitstel kan vragen en hoe en wanneer gedaagde uiterlijk moet reageren. Eisers wordt in dat kader verzocht naast de akte ook de mededeling/brief aan gedaagde in het geding te brengen. Wanneer niet kan worden vastgesteld dat de akte tijdig en/of met de juiste mededeling aan gedaagde is toegestuurd, wordt deze in beginsel buiten beschouwing gelaten.

9.Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

BESLISSING
De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van 15 juli 2022 te 10.00 uur voor uitlating en overleggen stukken aan de zijde van eisers;
bepaalt dat eisers de akte tenminste twee weken voor deze rolzitting aan gedaagde sturen, een en ander zoals in rov. 8 is bepaald;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.