In deze zaak heeft de besloten vennootschap Coty International B.V. een verzoek ingediend bij de kantonrechter in Amsterdam om een vergoeding te verkrijgen wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst met een werknemer die in Italië woont. Coty heeft op 22 april 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin zij onder andere een vergoeding van € 43.056,29 vraagt, vermeerderd met wettelijke rente, en een boete van € 10.000,-. Daarnaast verzoekt Coty om terugbetaling van bonussen die aan de werknemer zijn uitgekeerd. De werknemer, aangeduid als [verweerder], is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.
Coty stelt dat de kantonrechter in Amsterdam bevoegd is, omdat in de arbeidsovereenkomst een forumkeuzebeding is opgenomen voor de Nederlandse rechter. Echter, de Italiaanse rechter is op grond van de EEX-verordening bevoegd, aangezien de werknemer in Italië woont. De kantonrechter oordeelt dat het niet reageren van de werknemer op de communicatie van Coty niet kan worden gezien als stilzwijgende instemming met de bevoegdheid van de Nederlandse rechter. De kantonrechter concludeert dat Coty haar verzoeken alleen kan indienen bij de Italiaanse rechter en verklaart zich onbevoegd om van de zaak kennis te nemen.
De beschikking is gegeven door mr. M.V. Ulrici op 23 juni 2022, waarbij Coty de eigen proceskosten moet dragen.