Op 23 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in twee strafzaken tegen een 39-jarige man, die op 15 maart 2022 bij het Centraal Station in Amsterdam een vrouw aanrandde. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken voor de feitelijke aanranding van de eerbaarheid, terwijl hij in een tweede zaak werd vrijgesproken van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank oordeelde dat de ten laste gelegde bedreiging niet bewezen kon worden, omdat er geen objectieve vrees bij de aangeefster was ontstaan. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de aangeefsters en de camerabeelden van het incident. De verdachte had verklaard dat hij de vrouw had aangeraakt op verzoek van een man, maar dit werd door de rechtbank niet geloofwaardig geacht. De rechtbank concludeerde dat het knijpen in de bil van de vrouw een ontuchtige handeling was, die in strijd was met de sociaal-ethische norm. De rechtbank legde geen ISD-maatregel op, maar vond een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken passend, mede gezien het strafblad van de verdachte. Daarnaast werd de benadeelde partij, de vrouw die was aangerand, een schadevergoeding van €150,- toegewezen voor immateriële schade, te vermeerderen met wettelijke rente.