Op 25 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan diefstal met geweld van een Rolex-horloge. De zaak kwam ter terechtzitting op 11 mei 2022, waar de officier van justitie, mr. B.Y. de Boer, de vordering indiende. De verdachte, geboren in 1997 en gedetineerd, werd beschuldigd van het medeplegen van de diefstal, waarbij geweld werd gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 10 september 2021 samen met een medeverdachte op een terras zat en dat er een kledingruil plaatsvond. Na deze ruil werd de aangever beroofd van zijn Rolex-horloge door de medeverdachte, die in het zwart gekleed was. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan de diefstal door zijn jas aan de medeverdachte te geven, waardoor deze onherkenbaar kon blijven. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde, maar achtte de medeplichtigheid bewezen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 4 maanden geëist, wat de rechtbank passend achtte, gezien de ernst van het feit en het strafblad van de verdachte, dat geen relevante eerdere veroordelingen vertoonde. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 4 maanden op, met aftrek van voorarrest, en gelastte de teruggave van een in beslag genomen telefoon aan de verdachte.