ECLI:NL:RBAMS:2022:3465

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
C/13 / 718080 / FA RK 22-3241
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot een betrokkene zonder vaste woon- of verblijfsplaats

Op 2 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene zonder vaste woon- of verblijfsplaats. De officier van justitie had op 30 mei 2022 verzocht om verlenging van de op 27 mei 2022 opgelegde crisismaatregel, die was ingesteld vanwege het risico op onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene. Tijdens de zitting op 2 juni 2022 zijn verschillende personen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, die met behulp van een tolk in het Pools aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat dit nadeel vermoedelijk voortkwam uit een psychische stoornis van de betrokkene.

De rechtbank weigerde het verzoek van de raadsman om de crisismaatregel af te wijzen en concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was. De betrokkene had aangegeven bereid te zijn om aan de behandeling mee te werken, maar er waren twijfels over zijn intrinsieke motivatie. De rechtbank benadrukte dat de situatie van de betrokkene niet alleen nadelig was voor hemzelf, maar ook voor anderen, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De rechtbank verleende daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur had tot en met 23 juni 2022.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 718080 / FA RK 22-3241
kenmerk: VCM / 79213
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 2 juni 2022naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
betrokkene: [betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1978
zonder vaste woon- of verblijfsplaats
verblijvende te [verblijfsadres] ( [naam instelling] )
raadsman: mr. R.M.G. Sussenbach te Amsterdam

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 mei 2022 heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 27 mei 2022 opgelegde crisismaatregel.
Na de doorverwijzingsbeschikking van 31 mei 2022 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden op 2 juni 2022 in het gebouw van [naam instelling] . Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene (gehoord met hulp van een tolk in de taal Pools);
  • raadsman van betrokkene;
  • semi-arts, de heer Sandeep;
  • basisarts, mevrouw J. Busker;
  • begeleider [naam] .
De officier van justitie is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht.

2.Beoordeling

2.1.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De rechtbank zal het ter zitting gedane verzoek tot afwijzing niet volgen en overweegt daartoe als volgt.
Betrokken heeft naar voren gebracht dat hij het verblijf in de kliniek wenst voort te zetten. Hij stelt zich bereidwillig op om aan de voorgeschreven behandeling mee te werken. Er bestaan bij zijn behandelaren echter twijfels over de intrinsieke motivatie van betrokkene. De arts merkt op dat betrokkene weinig andere keuze heeft omdat een zwervend bestaan op straat het alternatief is. Ter zitting is voorts besproken dat de psychische stoornis zorg behoeft en dat betrokkene vanuit desorganisatie niet in staat is een leven in Nederland op te bouwen. De stoornis van betrokkene heeft niet alleen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene zelf tot gevolg, maar leidt ook tot diefstal, fysieke agressie en overlast gevend gedrag en aldus ernstig nadeel voor anderen. De beoordeling van wilsbekwaam verzet zoals de raadsman heeft betoogd, is dan ook niet aan de orde.
Het geheel overwegende is de rechtbank van oordeel dat het vorenstaande onvoldoende vertrouwen biedt om de noodzakelijke behandeling op basis van vrijwilligheid voort te zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig.
Verder houdt de rechtbank rekening met het feit dat betrokkene meerdere keren vanuit Nederland naar Polen is gerepatrieerd. Ook ditmaal heeft het behandelend team het doel om betrokkene naar Polen te repatriëren en is het proces daartoe ver gevorderd. De raadsman heeft terecht gesteld dat repatriëring geen doel is dat met de Wvggz gediend wordt. De rechtbank is echter van oordeel dat, zou betrokkene de kliniek zonder adequate behandeling verlaten, het risico op herhaling van het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel onverminderd aanwezig blijft. Om de stabiliteit van het toestandsbeeld van betrokkene te bestendigen, de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving te waarborgen en de noodzakelijke zorg middels het repatriëringsproces met voldoende waarborgen over te dragen naar de beoogde kliniek in Polen is verplichte zorg nodig.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedragbeïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, en
  • opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van
drie wekenna heden.
3. Beslissing
De rechtbank:
verleenteen machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1978, voor zover het de in rechtsoverweging 2.5. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 juni 2022.
Deze beschikking is op 2 juni 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier en op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.