ECLI:NL:RBAMS:2022:3464

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
C/13 / 717523 / FA RK 22-2964
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van zorgmachtiging in verband met psychische stoornis en uitzicht op ambulante behandeling

Op 2 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank behandelde het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1956, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een depressieve stoornis en schizofrenie. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkene, haar raadsvrouw mr. N.D. 't Zand, en een waarnemend arts gehoord. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische aandoeningen, wat leidt tot financiële schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene geen ziektebesef heeft en niet in staat is om de gevolgen van haar handelen te overzien. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van vier maanden, met de mogelijkheid tot uitstromen naar een ambulant behandelkader. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 717523 / FA RK 22-2964
kenmerk: ZM / 56866
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 2 juni 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
betrokkene: [betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
verblijvende te [verblijfsadres] (Arkin)
raadsvrouw: mr. N.D. 't Zand te Amsterdam

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
16 mei 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022, in het gebouw van [verblijfsadres] . Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene;
  • raadsvrouw van betrokkene;
  • arts, mevrouw L. Berry (waarnemend voor arts, de heer F. Kern);
De officier van justitie is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een depressieve stoornis, ongespecificeerde schizofreniestoornis, ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en differentiaal diagnostisch een depressie met psychotische kenmerken.
2.2.
Anders dan namens betrokkene is aangevoerd is de rechtbank van oordeel dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Het ter zitting gedane verzoek tot afwijzing zal de rechtbank niet volgen en overweegt daartoe als volgt. Betrokkene heeft geen ziektebesef- en inzicht heeft en is niet in staat de gevolgen van haar eigen handelen te overzien om adequaat een keuze te maken met betrekking tot de benodigde zorg. Betrokken is medicatieontrouw en daardoor is zij meerdere malen psychisch gedecompenseerd. Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende basis om erop te vertrouwen dat de behandeling op basis van vrijwilligheid kan worden voortgezet.
2.5.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van verplichte zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, en
  • opnemen in een accommodatie.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Sinds betrokkene gedwongen is opgenomen en adequaat is ingesteld op medicatie waarbij de dosering is verhoogd laat betrokkene een minder psychotisch beeld laat zien. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.9.
Ten aanzien van de te verlenen duur van de zorgmachtiging overweegt de rechtbank als volgt. Ter zitting is gebleken dat betrokkene op korte termijn kan uitstromen, waarbij van belang is dat het FACT betrokken wordt om de overdracht naar een ambulant behandelkader te kunnen bewerkstelligen. Informatie over een precieze uitstroom datum of overdracht naar een FACT-team heeft de waarnemend arts niet. Hoewel betrokkene op dit moment een minder psychotisch beeld laat zien, acht de rechtbank het herstel van het toestandsbeeld van betrokkene nog precair en dient dit stabieler te worden. Alles overwegende, ziet de rechtbank aanleiding om de zorgmachtiging voor een kortere duur dan verzocht, namelijk
vier maandente verlenen. In deze periode kan het stabiele psychotisch beeld van betrokkene bestendigd worden en kan naar het ambulante behandelkader worden toegewerkt.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleenteen zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.5. genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 oktober 2022;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 2 juni 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier en op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.