ECLI:NL:RBAMS:2022:3463

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
C/13 / 717717 / FA RK 22-3052
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging en verplichte zorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 2 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie van het paranoïde type, en functioneert op een licht verstandelijk beperkt niveau. De rechtbank heeft deze machtiging verleend naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, met als doel de betrokkene te voorzien van noodzakelijke zorg en stabiliteit in zijn toestand. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de raadsman, arts, verpleegkundige, mentor en de moeder van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn stoornis, wat leidt tot verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks positieve ontwikkelingen in zijn situatie, zoals medicatietrouw en stabiliteit, blijft de betrokkene ambivalent over zijn verblijf in de kliniek en de medicamenteuze behandeling. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om de betrokkene te beschermen en te zorgen voor een veilige overgang naar een meer geschikte woonplek. De machtiging is verleend voor een periode van vier maanden, tot en met 2 oktober 2022, en omvat verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank benadrukt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verplichte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en schriftelijk uitgewerkt op 17 juni 2022.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 717717 / FA RK 22-3052
kenmerk: ZM / 55539
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 2 juni 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
betrokkene: [betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats]
wonende en verblijvende te [adres]
(kliniek [naam kliniek] )
raadsman: mr. A.L. Cohen te Amstelveen

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op
19 mei 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022 in het gebouw van kliniek Sporenburg. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene;
  • raadsman van betrokkene;
  • arts, mevrouw E. Boske;
  • verpleegkundige, dhr. P. Vos;
  • mentor, de heer B. van Herk;
  • moeder van betrokkene.
De officier van justitie is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie van het paranoide type en functionerend op licht verstandelijk beperkt niveau.
2.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De arts verklaart over de afgelopen periode dat het toestandsbeeld van betrokkene stabiel is, dat betrokkene medicatietrouw is, dagbesteding heeft en al geruime tijd abstinent is van middelen. Wel is enige stimulans nodig bij alledaagse levensverrichtingen. De huidige setting waar genoeg begeleiding, toezicht en hulp is maakt dat betrokkene stabiel is.
2.5.
Ondanks de positieve ontwikkelingen blijft betrokkene ambivalent met betrekking tot het verblijf in de huidige kliniek, de medicamenteuze behandeling en blijft betrokkene hierover zijn twijfels uiten in gesprekken met het behandelend team. Mede gelet daarop volgt de rechtbank het standpunt van de arts dat een negatieve symptomatologie, passiviteit en het ontbreken aan ziektebesef- en inzicht maken dat op dit moment geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Ter zitting is voorts toegelicht dat de verzochte machtiging met name als vangnet is bedoeld om de uitstroom naar een meer passende woonplek te kunnen bewerkstelligen én de zorg voor en de stabiliteit van het toestandsbeeld van betrokkene ook de komende periode te kunnen waarborgen. Verder heeft de arts benadrukt dat een verandering van woonplek spanning met zich mee kan brengen. Juist omdat betrokkene een kwetsbare man is en, om herhaling van het ernstig nadeel zoals dat zich in het verleden heeft voorgedaan te voorkomen, is nu nog verplichte zorg nodig.
2.6.
Van de in het verzoekschrift genoemde vormen van verplichte zorg, die zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • controleren op de aanwezigheid van gedragbeïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, en
  • opnemen in een accommodatie.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.
2.10.
De rechtbank ziet aanleiding om de machtiging voor een kortere duur dan verzocht te verlenen en overweegt daartoe als volgt. Duidelijk is dat betrokkene er klaar voor is om uit te stromen naar een passende woonplek, waar hij begeleid kan wonen. Ondanks inzet van diverse kanten, laat deze passende woonplek inmiddels al drie jaar op zich wachten. De laag verstandelijke beperking in combinatie met het verleden van middelenmisbruik, maken dat de gewenste uitstroom moeizaam verloopt en dat de aanvraag voor een passende woonplek daarom veelal wordt afgewezen, aldus de mentor en arts ter zitting. Alhoewel betrokkene veel vrijheden geniet en in de weekenden bij zijn moeder kan logeren wordt het verblijf in de huidige kliniek en bij de moeder van betrokkene als belastend beschouwd. De rechtbank begrijp dat het behandeld team zijn best doet, maar er moet voortvarender worden gehandeld. De rechtbank kent de problematiek van de lange wachtlijsten, maar betrokkene wacht al té lang en houdt ondertussen een plek in de accommodatie bezet die hard nodig is voor anderen. Op dit moment is ter overbrugging en om de stabiliteit van betrokkene te waarborgen een zorgmachtiging voor de duur van
vier maandenpassend en noodzakelijk. De rechtbank gaat ervan uit dat binnen deze periode voor betrokkene een nieuwe woonsetting gevonden zal zijn, die voor betrokkene dan passend is en waarbij hij de juiste zorg kan krijgen.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleenteen zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] , inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 2.6. genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 2 oktober 2022;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 2 juni 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier en op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.