ECLI:NL:RBAMS:2022:3461

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
C/13 / 718142 / FA RK 22-3275
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1994. De officier van justitie had op 1 juni 2022 een verzoek ingediend tot verlenging van de eerder op 31 mei 2022 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juni 2022 zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de raadsman van de betrokkene en een arts. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene na zijn ontslag uit een kliniek veel heeft gedronken en niet heeft geslapen, wat heeft geleid tot psychotisch gedrag en een situatie van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende vertrouwen was in de vrijwillige voortzetting van de behandeling en dat een langere gedwongen opname noodzakelijk was om de stabiliteit van de betrokkene te waarborgen. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldt tot en met 23 juni 2022. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13 / 718142 / FA RK 22-3275
kenmerk: VCM / 79431
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 2 juni 2022naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
betrokkene: [betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
verblijvende te [verblijfsadres] (Arkin)
raadsman: mr. G.E. Menick te Amsterdam

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 juni 2022 heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 31 mei 2022 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van dit verzoek heeft plaatsgevonden op 2 juni 2022 in het gebouw van kliniek Arkin, locatie [verblijfsadres] . Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene;
  • raadsman van betrokkene;
  • arts, de heer T. van den Boogert;
  • broers van betrokkene.
De officier van justitie is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht.

2.Beoordeling

2.1.
Eerder is op 30 mei 2022 het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen
(C/13 / 717973 / FA RK 22-3181). Deze beschikking dient als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
2.2.
Op basis van de verklaringen van de broers van betrokkene en de arts ter zitting blijkt dat betrokkene na ontslag veel heeft gedronken en niet heeft geslapen. Betrokkene heeft vervolgens opnieuw psychotisch gedrag vertoond met het beschreven ernstig nadeel tot gevolg. Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
Alhoewel de arts net als de vorige keer heeft verklaard dat geen evident psychotische symptomen zijn waargenomen, bestaat het vermoeden dat er aanwijzingen zijn voor een psychotische stoornis, mogelijk in het kader van een eerder gestelde schizofreniespectrum stoornis. Tevens is sprake van een lichtverstandelijke beperking. De arts heeft verklaard dat met drank in het spel de stabiliteit van het toestandsbeeld uit evenwicht lijkt te raken met het beschreven ernstig nadeel tot gevolg. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
De situatie van betrokkene is in een paar dagen tijd tweemaal ernstig geëscaleerd. De periode na ontslag afgelopen maandag is anders gegaan dan verwacht en was besproken met betrokkene. De zorgen om het toestandsbeeld van betrokkene zijn dan ook onverminderd aanwezig. De rechtbank heeft er onvoldoende vertrouwen in dat de behandeling op basis van vrijwilligheid kan worden voortgezet.
De rechtbank is van oordeel dat een langere gedwongen opname is aangewezen, omdat rust en structuur kennelijk leiden tot meer stabiliteit van het toestandsbeeld. Daarbij dient het behandelend team tijd en ruimte geboden te worden om nadere diagnostiek te verrichten en tot een adequaat behandelplan te komen. Ter zitting is gebleken dat belangrijke zaken om de behandeling vanuit een ambulant behandelkader te kunnen bewerkstelligen nog ontbreken. Om het toestandsbeeld van betrokkene te stabiliseren, de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving te waarborgen, de overdracht naar een ambulant behandelkader en de voortzetting van de noodzakelijke zorg met voldoende waarborgen te omkleden is verplichte zorg nodig.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedragbeïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.7.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van
drie wekenna heden.

3.Beslissing

De rechtbank:

verleenteen machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] , voor zover het de in rechtsoverweging 2.6. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 juni 2022.
Deze beschikking is op 2 juni 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door G.P. Menkveld als griffier en op 17 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.