ECLI:NL:RBAMS:2022:3432

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
17 juni 2022
Zaaknummer
13/139995-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, munitie, harddrugs en voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in harddrugs

Op 10 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een vuurwapen, munitie en harddrugs, alsook van voorbereidingshandelingen voor de productie en handel in methamfetamine. De zaak kwam voort uit een politieactie op 28 mei 2021, waarbij de verdachte in zijn woning werd aangetroffen met een vuurwapen en een aanzienlijke hoeveelheid methamfetamine. De rechtbank oordeelde dat de politie rechtmatig de woning was binnengetreden, aangezien de verdachte toestemming had gegeven. Tijdens de doorzoeking werden niet alleen het vuurwapen en munitie aangetroffen, maar ook twee sporttassen met in totaal ongeveer 32 kilogram methamfetamine. De rechtbank vond de verklaringen van de verdachte niet geloofwaardig, vooral omdat hij geen concrete onderbouwing kon geven voor zijn bewering dat hij slechts in de woning verbleef om schoon te maken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de drugs en het vuurwapen voorhanden had en dat hij zich schuldig had gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor de drugshandel. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 40 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging, waaronder het beroep op vormverzuim, en verklaarde de verdachte strafbaar.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/139995-21 (Promis)
Datum uitspraak: 10 mei 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in: [detentieplaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting op 26 april 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Kurniawan-Ayre en van wat verdachte en zijn raadsman mr. Y. Bouchikhi naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij op of omstreeks 28 mei 2021 in Amsterdam:
Feit 1:
een vuurwapen, patroonmagazijnen en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 2:
samen met anderen, of alleen, voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor de productie van en/of de handel in methamfetamine;
Feit 3:
samen met anderen, of alleen, een hoeveelheid van ongeveer 32 kg methamfetamine voorhanden heeft gehad.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Standpunt Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle feiten. Zij heeft het volgende naar voren gebracht.
De politie is rechtmatig de woning op het adres [adres] in Amsterdam binnen getreden. Verdachte heeft hier verbaal toestemming voor heeft gegeven. Gelet op de waarnemingen van de verbalisanten van de goederen in de woning na het binnentreden en eerdere meldingen met betrekking tot het adres, was er voldoende grondslag om de woning te doorzoeken met toestemming van de rechter-commissaris. Er is geen reden te twijfelen aan de juistheid van de door de verbalisanten opgestelde processen-verbaal en hun verklaringen ten overstaan van de rechter-commissaris. Als de rechtbank oordeelt dat sprake is van enig vormverzuim, kan volstaan worden met de enkele constatering daarvan.
Verdachte heeft zelf verklaard dat er een vuurwapen onder zijn kussen lag. De patroonmagazijnen en de munitie zijn aangetroffen in dezelfde kamer als waar verdachte zijn paspoort vandaan haalde. Verdachte had daarmee wetenschap van en beschikkingsmacht over deze voorwerpen zodat feit 1 kan worden bewezen.
Op de bovenste woonlaag werden twee sporttassen met methamfetamine ontdekt. Bij weging bleken deze een bruto gewicht van 16.31 kilogram respectievelijk 16.34 kilogram te bevatten. Onderzoek naar DNA op de hengsels van de sporttassen heeft uitgewezen dat het DNA afkomstig kan zijn van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij al enkele weken in de woning verbleef. Daarom kan feit 3 worden bewezen. Het ten laste gelegde medeplegen kan niet worden bewezen, zodat daarvan vrijspraak moet volgen.
In de woning, het tuinhuisje en de binnentuin zijn zakken met gekleurd poeder, ongebruikte zakken, sealapparaten, emmers met de opdruk ‘Pemol’, lege potten creatine, 25 kilo taurine en lege ammoniak flessen aangetroffen. Deze goederen waren gezien de aangetroffen hoeveelheid methamfetamine in de woning bestemd voor de productie van en de handel in methamfetamine zodat feit 2 kan worden bewezen. De stoffen creatine en taurine staan niet bekend als versnijdingsmiddel en de stof pemoline staat op lijst II van de Opiumwet vermeld, zodat daarvan gedeeltelijk vrijspraak moet volgen. Ook het medeplegen kan niet worden bewezen, zodat verdachte ook daarvan moet worden vrijgesproken.
3.2
Standpunt verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft de politie geen uitdrukkelijke toestemming gegeven om de woning te betreden en er is geen schriftelijke machtiging tot binnentreden afgegeven. Uit het verhoor van verbalisant [verbalisant 1] volgt dat verdachte niet de cautie is gegeven. Daarmee is sprake van een onherstelbaar vormverzuim. Het binnentreden en de daaropvolgende doorzoeking zijn onrechtmatig zodat artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is geschonden. Dit moet leiden tot uitsluiting van al het bewijs. Bij uitsluiting van het onrechtmatig verkregen bewijs kunnen de feiten niet worden bewezen zodat vrijspraak dient te volgen van alle feiten.
Als de rechtbank dit verweer passeert, moet vrijspraak volgen van feit 1 omdat niet blijkt dat verdachte beschikkingsmacht had over het in de woning aangetroffen vuurwapen, de patroonmagazijnen en munitie. Op het wapen is geen DNA van verdachte aangetroffen en het vuurwapen lag niet in de slaapkamer van verdachte. De woning werd bewoond door anderen dan verdachte en verdachte was ook niet de eigenaar van de woning.
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wetenschap had van de goederen die bestemd waren tot het produceren of handelen in methamfetamine of dat deze aan hem toebehoorden. Het dossier biedt evenmin een aanknopingspunt dat verdachte betrokkenheid had bij deze goederen of een concreet crimineel doel voor ogen heeft gehad. De stoffen creatine en taurine staan niet bekend als versnijdingsmiddel en ammoniak kan voor legale zaken worden gebruikt. Ook van feit 2 dient verdachte te worden vrijgesproken.
Dat DNA van verdachte op de hengels van de tassen met methamfetamine is aangetroffen, vormt geen bewijs dat verdachte wetenschap had van de inhoud van de tassen. Verdachte heeft de tassen opgetild om te kunnen schoonmaken en bovendien gaat het om een mengprofiel, wat betekent dat ook iemand anders de tassen heeft vast gehad. Het enkel aanwezig zijn in de woning maakt ook niet dat wetenschap kan worden bewezen. Daarom dient vrijspraak te volgen van feit 3.
3.3
Oordeel rechtbank
3.3.1
Inleiding
Op 28 mei 2021 vond een zogenoemde ‘spookburgeractie’ plaats in Amsterdam waarbij de politie woningen bezocht waar volgens de Basisregistratie Personen niemand stond ingeschreven en waar sprake is geweest van vreemde of verdachte gedragingen waarvan melding is gemaakt. In het kader van dit onderzoek hebben verbalisanten aangebeld bij de woning aan [adres] . De voordeur werd open gedaan door een man. Dit bleek verdachte te zijn. Verbalisanten zijn de woning binnen gegaan. Daar zagen zij verspreid over verschillende woonlagen goederen staan die te maken zouden kunnen hebben met productie van of de handel in verdovende middelen. Daarop is de situatie bevroren en heeft de rechter-commissaris toestemming verleend voor een doorzoeking. Daarbij hebben verbalisanten op aanwijzen van verdachte een vuurwapen aangetroffen en ook werden patroonmagazijnen en munitie ontdekt. Op de bovenste woonlaag stonden twee sporttassen met daarin vermoedelijk verdovende middelen. Verspreid over meerdere woonlagen en buiten in het tuinhuisje werden (vuilnis)zakken met gekleurd poeder, een groot aantal sealbags, lege ammoniakflessen, flessen ammoniak en meerdere sealapparaten aangetroffen.
De vragen die voorliggen zijn – kort gezegd – of verdachte, een vuurwapen, patroonmagazijnen en munitie voorhanden heeft gehad (feit 1) al dan niet samen met een ander of anderen voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor de productie of handel in methamfetamine (feit 2) en methamfetamine voorhanden heeft gehad (feit 3). Voordat de rechtbank deze vragen kan beantwoorden, zal zij eerst moeten beoordelen of de politie op 28 mei 2021 rechtmatig de woning op het adres [adres] is binnengetreden.
3.3.2
Vormverzuimen
De rechtbank is van oordeel dat het binnentreden in de woning van verdachte niet onrechtmatig is geweest en overweegt hierover het volgende.
Uit het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 1] en [verbalisant 3] blijkt dat [verbalisant 2] verdachte eerst in de Nederlandse taal heeft aangesproken en vervolgens in de Engelse taal toen bleek dat verdachte in de Engelse taal aangaf verbalisant niet te begrijpen. Na uitleg over de reden van hun komst, gaf verdachte aan dat hij het begreep en verklaarde hij dat hij alleen in de woning was. Daarop heeft verbalisant [verbalisant 2] verdachte om een geldig identiteitsbewijs gevraagd, waarop hij antwoordde dat zijn paspoort binnen lag. Vervolgens heeft [verbalisant 2] gevraagd of zij met hem mee mochten lopen om zijn paspoort te halen. Verbalisanten hoorden dat verdachte daar bevestigend op antwoordde door in de Engelse taal "ja is goed" te zeggen. De drie verbalisanten zijn daarop achter verdachte aan de woning ingelopen. Nadat verbalisant [verbalisant 1] aan verdachte vroeg of het goed was als er meerdere collega's van de politie naar binnen zouden komen, zei verdachte dat dit goed was. Daarop zijn nog eens vier agenten (in burger) de woning binnen gegaan.
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van bovenstaand proces-verbaal omtrent de gang van zaken. Verbalisanten [verbalisant 2] . [verbalisant 1] en [verbalisant 3] zijn hierover nog verhoord bij de rechter-commissaris en ook uit die verklaringen leidt de rechtbank af dat verdachte verbaal, en daarmee expliciet, toestemming heeft gegeven aan de verbalisanten om mee naar binnen te lopen toen verdachte zijn paspoort zou gaan pakken. Het dossier biedt ook overigens geen aanknopingspunten om aan te nemen dat verbalisanten verdachte op dat moment niet goed hebben verstaan of dat verdachte de verbalisanten niet goed heeft verstaan.
Toen verbalisanten in de woning waren, zagen zij goederen die in combinatie met eerdere meldingen op het adres het redelijk vermoeden deden ontstaan dat er in de woning verdovende middelen aanwezig waren of mogelijk in de woning werden geproduceerd of verhandeld. De situatie werd op dat moment bevroren. Nadat toestemming was verkregen van de rechter-commissaris heeft de doorzoeking plaatsgevonden.
De rechtbank komt tot de conclusie dat geen sprake is van enig vormverzuim in het voorbereidend onderzoek als bedoeld in artikel 359a Sv. Het tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte aangetroffen bewijsmateriaal wordt daarom toegelaten tot het bewijs. De verweren van de raadsman worden verworpen.
3.3.3
Feit 1: voorhanden hebben vuurwapen, patroonmagazijnen en munitie
Nadat de rechter-commissaris toestemming had verleend voor doorzoeking van de woning en aan verdachte de cautie was gegeven, heeft verdachte telefonisch tegenover de rechter-commissaris verklaard dat er een vuurwapen in de woning aanwezig was. Vervolgens verklaarde hij dat het wapen onder zijn kussen lag. Daarop is hem door verbalisanten gevraagd in welke slaapkamer dit was, waarop verdachte de slaapkamer op de derde woonlaag aan wees. Verbalisant [verbalisant 4] is daarop naar deze slaapkamer gelopen en trof onder een van de hoofdkussens een vuurwapen aan met houder. Verbalisanten troffen in het nachtkastje nog een Glock patroonmagazijn aan en nog een patroonmagazijn en patronen in de ladekast.
Uit onderzoek naar dit vuurwapen blijkt dat het een pistool is van het merk Glock, model 26 met kaliber 9x19 mm. Dit vuurwapen was voorzien van een patroonmagazijn dat bestemd is voor een Glock model 19 maar dit patroonmagazijn is wel geschikt om te worden gebruikt in een vuurwapen van het merk Glock model 26. Een van de twee losse patroonmagazijnen bleek bestemd te zijn voor een Glock model 26. Van het andere patroonmagazijn is niet komen vast te staan dat dit bestemd was voor het aangetroffen vuurwapen. Daarnaast zijn nog kaliber 9 x 19 mm patronen aangetroffen die geschikt bleken om te worden verschoten met het inbeslaggenomen vuurwapen. Verder is nog munitie aangetroffen waarvan onbekend is gebleven of die met het aangetroffen vuurwapen kon worden afgevuurd.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte het vuurwapen, de patroonmagazijnen en de munitie opzettelijk aanwezig heeft gehad. Verdachte verbleef blijkens zijn verklaring sinds 16 april 2021 in de woning. Het dossier biedt concrete aanknopingspunten dat verdachte gebruik maakte van de slaapkamer waar deze goederen zijn aangetroffen. Niet alleen verklaarde verdachte ter plaatse over het wapen in de slaapkamer, ook haalde verdachte zijn paspoort uit de ladekast van die slaapkamer en bleek zijn bril in deze slaapkamer te liggen. De rechtbank gaat ervan uit dat de gebruiker van een woning in beginsel wetenschap heeft van de daar aanwezige goederen en deze goederen zich ook in zijn machtssfeer bevinden. Er zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden waaruit voortvloeit dat dit anders is. De rechtbank is van oordeel dat feit 1 is bewezen. De verweren van de raadsman worden verworpen.
3.3.4
Feiten 2 en 3: voorbereidingshandelingen productie/handel methamfetamine en het voorhanden hebben van methamfetamine
Onderzoeksbevindingen
Nadat verbalisant [verbalisant 5] de woning via de middelste woonlaag had betreden, is hij naar de onderste bouwlaag toegelopen. In deze ruimte stond direct zichtbaar een pallet met daarop 8 dozen. Ook stonden er vuilniszakken. In de dozen en zakken zaten meerdere zakken met ‘Ral Painting Powder’. In een keukenlade trof verbalisant ongebruikte zilverkleurige sealbags aan. Dit waren dezelfde sealbags als waarin de gekleurde poeder verpakt zat. Vlakbij de pallet stond ook een sporttas met daarin drie sealapparaten. Op deze sealapparaten zaten poederresten in de kleuren groen, geel, oranje en blauw. Dit waren dezelfde kleuren als de poeder in de Ral Painting Powder zakken. Vervolgens heeft verbalisant [verbalisant 5] via de onderste bouwlaag de binnentuin betreden. Daar stond een tuinhuisje. Dit bleek tot aan het dak te zijn volgestapeld met plastic vuilniszakken met daarin ook kleurenpoederzakken in de kleuren rood, groen, geel en blauw. In twee dozen zaten ook weer zilverkleurige ongebruikte sealbags. Verder trof verbalisant meerdere flessen ammoniak aan. In de gang stonden dozen met daarin 24 grote zakken met geel poeder. Na onderzoek door forensisch opsporing bleek dat dit baking soda zou zijn. In de leefkeuken stonden onder meer 2 flessen ammoniak en een sealapparaat in het zicht. Nader onderzoek naar de sealbags in vuilniszakken en kartonnen dozen wees uit dat er in totaal 271 gevulde sealbags aanwezig waren. In de woonkamer op de bovenste, derde bouwlaag werden twee sporttassen aangetroffen met daarin witte substantie verpakt in sealbags. Ook werd administratie aangetroffen.
Na weging bleek de inhoud van de sporttassen bruto 16.31 kilogram respectievelijk 16.34 kilogram te zijn. Van de inhoud in elke sporttas zijn een tweetal monsters genomen. Daaruit bleek dat de sporttassen methamfetamine bevatten. Op de hengsels van de sporttassen is DNA van verdachte aangetroffen.
Verklaring verdachte
Verdachte heeft zich in eerste instantie bij de politie en de rechter-commissaris op zijn zwijgrecht beroepen toen hem vragen werden gesteld over voornoemde aangetroffen goederen in de woning en sporttassen met methamfetamine. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij de sporttassen waarin de methamfetamine bleek te zitten op de dag van zijn aanhouding heeft opgepakt en verplaatst omdat hij aan het schoonmaken was. Verdachte plaatste geen vraagtekens bij de aanwezigheid van de sporttassen of het gewicht daarvan. In de woning was volgens hem een gym aanwezig. Vanwege de coronasituatie kwamen mensen in de woning langs om te sporten. Verdachte heeft op de eerste woonlaag pakken met verf zien staan. Die stonden er al toen hij in de woning kwam. Ook stonden er dozen. Voor zover verdachte weet is ammoniak een schoonmaakmiddel. De andere spullen en sealapparaten heeft verdachte niet gezien. De woning is van een vriend van verdachte die daar samen verblijft met zijn vriendin. Ook verblijft er nog iemand in de woning die verdachte nauwelijks kent. Verdachte beroept zich op zijn zwijgrecht op vragen omtrent deze personen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet (feit 2) en aan het voorhanden hebben van een hoeveelheid van ongeveer 32 kilogram methamfetamine (feit 3). De rechtbank overweegt daarover het volgende.
De rechtbank stelt vast dat verdachte al enkele weken voor de komst van de politie van de woning gebruik maakte. Voor de verklaring van verdachte dat de woning van een vriend was en hij daar samen met deze vriend en met nog twee personen verbleef, is geen concrete onderbouwing door hem gegeven – zo noemt hij geen namen van andere bewoners – en er zijn geen aanwijzingen voor te vinden in het dossier. De verklaring van verdachte dat hij in de slaapkamer op de bovenste verdieping was alleen maar omdat hij de woning van deze vriend aan het schoonmaken was, dat hij geen weet had van de inhoud van de sporttassen en hij de meeste goederen behalve de verfpoeder niet heeft gezien, vindt de rechtbank niet geloofwaardig. Behalve de bovenste woonlaag, waar de woonkamer en een slaapkamer waren gelegen, was de woning niet ingericht op bewoning. Uit de foto’s in het dossier van de onderste verdieping, waar de hiervoor onder onderzoeksbevindingen beschreven pallet met dozen, vuilniszakken, sporttas met drie sealapparaten en de keukenlade met sealbags werden aangetroffen, kan worden opgemaakt dat de daar aanwezige keuken van de woning niet als zodanig in gebruik was. Door de gehele woning zijn goederen aangetroffen die te maken hebben met verdovende middelen.
Op grond van de hiervoor beschreven bevindingen van de politie over het aantreffen van een onverklaarbare hoeveelheid (verf)poeder, grote voorraad sealbags, flessen ammoniak en de sealapparaten in de woning, is de rechtbank van oordeel dat deze stoffen en goederen dienden voor het onder meer verwerken en vervoeren van methamfetamine. Ammoniak wordt als oplosmiddel gebruikt bij de verwerking van synthetische drugs. Drugs worden over het algemeen in sealbags verpakt ten behoeve van vervoer en handel en vaak verborgen in een zogenaamde deklading. De sealapparaten en de grote voorraad sealbags zijn bovendien met alleen verdachte als gebruiker aangetroffen in een woning in combinatie met een grote hoeveelheid methamfetamine verpakt in sealbags.
Verdachte was de gebruiker van de gehele woning en had beschikkingsmacht over de goederen in de woning, waarin hij de enige aanwezige was. Uit concrete feiten en omstandigheden uit het dossier en uit zijn eigen verklaring op de zitting volgt dat verdachte van de aanwezigheid van deze goederen op de hoogte was. Verdachte verbleef al een aantal weken in de woning en kon zich vrijelijk door de woning bewegen. De goederen die verband houden met de productie en handel in methamfetamine en de sporttassen met methamfetamine zelf stonden zichtbaar voor een ieder in de woning. Verder werden in de woning diverse notities over bedragen en opslagplaatsen en het vuurwapen met patroonmagazijnen en munitie aangetroffen. Het vuurwapen is aangetroffen onder het kussen in de slaapkamer op de bovenste verdieping naast de woonkamer waar de sporttassen met ongeveer 32 kilo methamfetamine zijn aangetroffen.
Verdachte’s DNA is aangetroffen op de handvatten/sluiting van beide sporttassen. Hoewel verdachte betwist dat hij de gebruiker was van de slaapkamer op de bovenste verdieping, waar het vuurwapen en de munitie is aangetroffen, was in die kamer zijn bril en heeft hij daar ook zijn identiteitspapieren vandaan gehaald. Dat duidt er op dat dit zijn slaapkamer was en die slaapkamer dus niet in gebruik was bij de door volgens verdachte in de woning verblijvende hoofdbewoner en diens vriendin. Gelet op al deze omstandigheden in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte wist van de aanwezigheid in de woning van goederen die dienden voor het produceren van en handelen in methamfetamine. Ook is de rechtbank van oordeel dat verdachte de in de sporttassen aangetroffen methamfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad. Zeer onwaarschijnlijk is bovendien dat een criminele organisatie zo’n grote hoeveel synthetische drugs met een aanzienlijke straatwaarde achteloos in de woonkamer laat staan waar de op dat moment enig aanwezige bewoner, die van niets zou weten, kan doen en laten wat hij wil. Verdachte had ook over deze goederen feitelijk volledige beschikkingsmacht, hetgeen mede blijkt uit het feit dat zijn DNA op die sporttassen is aangetroffen. Dat er geen sporen van verdachte zijn aangetroffen op de sealbags die zich in de sporttassen bevonden, doet aan het bovenstaande niet af. De feiten 2 en 3 kunnen worden bewezen. De verweren van de raadsman worden verworpen.
Omdat Taurine niet bekend staat als versnijdingsmiddel en de aangetroffen emmers met opschrift Pemoline en de potten creatine leeg waren, zijn dit geen voorwerpen die bestemd zijn tot het plegen van de feiten als bedoeld in artikel 10 lid 4 van de Opiumwet. Verdachte zal van het voorhanden hebben daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank acht ook niet bewezen dat verdachte de feiten 2 en 3 samen met een ander of anderen heeft gepleegd. Verdachte heeft verklaard dat hij samen met een vriend, diens vriendin en nog een man in de woning verbleef, maar de rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig en heeft onvoldoende aanwijzingen dat verdachte met andere nauw en bewust heeft samengewerkt. Het dossier biedt immers geen enkel aanknopingspunt voor de aanwezigheid van andere personen in de woning naast verdachte. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het medeplegen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
Feit 1:
op 28 mei 2021 te Amsterdam een wapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (merk Glock, model 26, kaliber 9x19mm) met patroonmagazijnen en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 2:
op 28 mei 2021 te Amsterdam om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
- een grote hoeveelheid sealzakken met gekleurd poeder
- meerdere sealapparaten
- een grote hoeveelheid lege sealzakken
- meerdere flessen ammoniak
voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van dat feiten;
Feit 3:
op 28 mei 2021 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 32 kilogram methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
De taal- en/of schrijffouten die in de tenlastelegging stonden, zijn verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten en van verdachte

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

6.Motivering van de straf

6.1
Eis officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden, met aftrek van voorarrest.
6.2
Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de strafeis te fors is. Er dient aansluiting te worden gezocht bij de oriëntatiepunten voor de rechtspraak, waarbij ook rekening dient te worden gehouden met de omstandigheid dat het gewicht van de methamfetamine een bruto gewicht is en netto dus lager uitkomt. In strafverminderende zin dient rekening te worden gehouden met de omstandigheid dat verdachte ongewenst is verklaard en hij na het uitzitten van een straf wordt teruggestuurd naar [land van herkomst] . Verdachte heeft tijdens de detentie dan niet de mogelijkheid om met verlof te gaan of te faseren. Daarmee zal hij netto een langere gevangenisstraf moeten uitzitten dan een Nederlandse onderdaan.
De raadsman heeft voorts strafvermindering bepleit als gevolg van het vormverzuim in het kader van de binnentreding en doorzoeking.
6.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Aard en ernst van de feiten
Bewezen wordt verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen, patroonmagazijnen en munitie, het treffen van voorbereidingshandelingen gericht op de handel in methamfetamine en ook heeft hij een grote hoeveelheid methamfetamine voorhanden gehad. Dat zijn ernstige strafbare feiten.
De aangetroffen hoeveelheid methamfetamine vertegenwoordigt een enorme straatwaarde. Verdovende middelen en met name harddrugs vormen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid. Daarnaast heeft verdachte met zijn handelen bijgedragen aan de ondermijnende criminaliteit die gepaard gaat met georganiseerde drugshandel. Deze heeft een voor de samenleving ontwrichtend karakter. Met de handel in verdovende middelen worden grote illegale winsten behaald. De wetgever beschouwd voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs niet voor niets als een ernstig misdrijf. De combinatie van het voorhanden hebben van een vuurwapen dat voor het grijpen onder het kussen in de woning ligt en het aanwezig hebben van ongeveer 32 kilogram methamfetamine wekken de indruk dat verdachte diep in de drugscriminaliteit zit.
Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens brengt een onaanvaardbaar risico met zich voor de veiligheid van personen en het gevoel van veiligheid in de maatschappij.
Oriëntatiepunten
Bij de bepaling van de hoogte van de op te leggen straf neemt de rechtbank de oriëntatiepunten voor straftoemeting van de Rechtspraak tot uitgangspunt. In deze oriëntatiepunten wordt voor het aanwezig hebben van in totaal meer dan 20 kilogram harddrugs een gevangenisstraf van 36 maanden passend genoemd. Voor het voorhanden hebben van een vuurwapen zoekt de rechtbank aansluiting bij de landelijke oriëntatiepunten die daarvoor een gevangenisstraf vanaf 4 maanden noemen. Dat het vuurwapen in woning is aangetroffen is een strafverzwarende omstandigheid, evenals het feit dat er ook een munitie en losse patroonmagazijnen zijn aangetroffen. Ook het feit dat het wapen in combinatie met de verdovende middelen en overige daarmee verband houdende goederen is aangetroffen, vindt de rechtbank strafverzwarend.
Overige factoren
Uit het Nederlandse strafblad van verdachte blijk dat hij in Nederland niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Wel blijkt uit het strafblad van de Engelse autoriteiten dat verdachte in 2019 is veroordeeld tot een langere gevangenisstraf vanwege opiumwetdelicten. De rechtbank weegt dit in het nadeel van verdachte mee bij het bepalen van de op te leggen straf.
Gelet op het voorgaande is de oplegging van een gevangenisstraf van een aanzienlijke duur, passend bij de ernst van de feiten en uit het oogpunt van preventie noodzakelijk. De rechtbank zal bij het bepalen van de strafduur wel afwijken van de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank in strafmatigende zin meeweegt dat verdachte niet in zijn thuisland gedetineerd is, hij daardoor geen bezoek ontvangt en de resocialisatie in de laatste fase van zijn detentie daardoor slechts beperkt kan worden opgestart. Dat geldt te meer nu verdachte ongewenst is verklaard en hij na het uitzitten van de straf meteen zal worden teruggestuurd naar [land van herkomst] .
Nu de rechtbank, anders dan de raadsman heeft bepleit, tot een veroordeling komt, zal het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis worden afgewezen.
Tot slot merkt de rechtbank op dat het verweer omtrent strafvermindering als gevolg van het gestelde vormverzuim geen bespreking meer behoeft nu de rechtbank in het bovenstaande heeft geoordeeld dat geen sprake is van een vormverzuim.
Conclusie
Alles afwegende vindt de rechtbank de oplegging van een gevangenisstaf voor de duur van 40 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte al in voorlopig hechtenis heeft doorgebracht, in dit geval passend.

7.Beslag

Onder verdachte zijn verschillende voorwerpen in beslag genomen. Deze goederen staan vermeld op de beslaglijst in
bijlage IIIdie aan dit vonnis is gehecht.
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de voorwerpen onder nummers 3, 4, 5 en 7 tot en met 51 op de beslaglijst verbeurd verklaren, omdat deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met betrekking tot die voorwerpen de onder 2 en 3 bewezen verklaarde feiten zijn begaan, zijn voorbereid, zijn bestemd of deze voorwerpen hiervoor zijn vervaardigd.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de inbeslaggenomen drugs, vuurwapen, patroonmagazijnen en munitie, zoals opgenomen onder nummers 1, 2, 6 en 52 tot en met 56 op de beslaglijst, onttrekken aan het verkeer, omdat de feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36c, 36d en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10, 10a van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Feit 2:
om een feit, bedoeld in het vierde/vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen/stoffen/gelden/andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
40 (veertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst afhet verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Verklaart verbeurd:
  • 13 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6061338, gevulde zakken met verfpoeder, Zwart) (nr. 3)
  • 8 DS Doos (Omschrijving: G6061342, dozen gevuld met zakken ral paintpowder) (nr. 4)
  • 2 DS Doos (Omschrijving: G6061343, kartonnen dozen incl. verpakkingsmateriaal) (nr. 5)
  • 1 STK Sporttas (Omschrijving: G6061356, linker lus van Adidas sporttas, Adidas) (nr. 7)
  • 1 STK Sporttas (Omschrijving: G6061358, Rechter lus van adidas sporttas, Adidas) (nr. 8)
  • 1 STK Sporttas (Omschrijving: G6061361, hengsel van draagtas, Zwart) (nr. 9)
  • 3 STK Zak (Omschrijving: G6062324, 2x groen, 1x geel) (nr. 10)
  • 10 STK Zak (Omschrijving: G6062325, Blauw) (nr. 11)
  • 19 STK Zak (Omschrijving: G6062326, Blauw) (nr. 12)
  • 10 STK Zak (Omschrijving: G6062327, Blauw) (nr. 13)
  • 9 STK Zak (Omschrijving: G6062329, Blauw) (nr. 14)
  • 10 STK Zak (Omschrijving: G6062330, Geel) (nr. 15)
  • 6 STK Zak (Omschrijving: G6062331, Geel) (nr. 16)
  • 1 STK Zak (Omschrijving: G6062332, Blauw) (nr. 17)
  • 10 STK Zak (Omschrijving: G6062334, Blauw) (nr. 18)
  • 9 STK Zak (Omschrijving: G6062335, Geel) (nr. 19)
  • 18 STK Zak (Omschrijving: G6062336, Onbekend) (nr. 20)
  • 17 STK Zak (Omschrijving: G6062338, Blauw) (nr. 21)
  • 10 STK Zak (Omschrijving: G6062339, Geel) (nr. 22)
  • 11 STK Zak (Omschrijving: G6062340, Blauw) (nr. 23)
  • 11 STK Zak (Omschrijving: G6062342, Blauw) (nr. 24)
  • 15 STK Zak (Omschrijving: G6062344, Geel) (nr. 25)
  • 15 STK Zak (Omschrijving: G6062345, Geel) (nr. 26)
  • 15 STK Zak (Omschrijving: G6062346, Groen) (nr. 27)
  • 15 STK Zak (Omschrijving: G6062347, Geel) (nr. 28)
  • 13 STK Zak (Omschrijving: G6062348, Groen) (nr. 29)
  • 15 STK Zak (Omschrijving: G6062351, Groen) (nr. 30)
  • 15 STK Zak (Omschrijving: G6062352, Groen) (nr. 31)
  • 14 STK Zak (Omschrijving: G6062353, Geel) (nr. 32)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062357, Zak 1 (twee zakken in elkaar)) (nr. 33)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062358, Zak 2 (twee zakken in elkaar)) (nr. 34)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062359, zak 3 (twee zakken in elkaar)) (nr. 35)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062360, zak 4 (twee zakken in elkaar)) (nr. 36)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062361, zak 5 (twee zakken in elkaar)) (nr. 37)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062362, zak 6 (twee zakken in elkaar)) (nr. 38)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062363, zak 7 (twee zakken in elkaar)) (nr. 39)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062364, zak 8 (twee zakken in elkaar)) (nr. 40)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062365, zak 9 (twee zakken in elkaar)) (nr. 41)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062366, zak 10 (twee zakken in elkaar)) (nr. 42)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062367, zak 11 (twee zakken in elkaar)) (nr. 43)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062368, zak 12 (twee zakken in elkaar)) (nr. 44)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062369, zak 13 (twee zakken in elkaar)) (nr. 45)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062370, zak 14 (twee zakken in elkaar)) (nr. 46)
  • 1 STK Vuilniszak (Omschrijving: G6062371, zak 15 (twee zakken in elkaar)) (nr. 47)
  • 6 STK Zak (Omschrijving: G6063637, komt uit goednr. 6062937, diende als verpakking voor drugs) (nr. 48)
  • 6 STK Bouwmateriaal (Omschrijving: G6063645, Zwart) (nr. 49)
  • 6 STK Zak (Omschrijving: G6063648, zakken diende als verpakking drugs) (nr. 50)
  • 6 STK Bouwmateriaal (Omschrijving: G6063650, zakken mee gesloten drugs gerelateerd) (nr. 51)
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
  • 16,31 KG Verdovende Middelen (Omschrijving: G6061344, Methamfetamine) (nr. 1)
  • 16,34 KG Verdovende Middelen (Omschrijving: G6062937, Methamfetamine) (nr. 2)
  • 56 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: G6061355, handschoen met een witte substantie) (nr. 6)
  • 1 STK Pistool (Omschrijving: G6061305, Glock 26) (nr. 52)
  • 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: G6061307, losse Glock houder, Glock 26) (nr. 53)
  • 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: G6061314, lege patroonmagazijn, Glock 26) (nr. 54)
  • 4 STK Patroon (Omschrijving: G6061309, munitie uit Glock 26 magazijn) (nr. 55)
  • 6 STK Patroon (Omschrijving: 6061306g) (nr. 56)
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.P.E. Meewisse, voorzitter,
mrs. H.M. Patijn en J.J.C.M. Wirken, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Breukelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 mei 2022.
[(...)]

1.[(...)]

[(...)]

  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]
  • [(...)]