3.3Oordeel van de rechtbank
Op 6 december 2021 kwam bij de Douane op Schiphol via FedEx een pakketje uit Amerika binnen van afzender [naam afzender] uit [plaats] . Het pakketje was bestemd voor [naam 1] , wonende op het adres [adres] . Na het openen van de verpakking zag de verbalisant vier voorwerpen waarvan zij vermoedde dat deze onder de bepalingen van de Wet wapens en munitie zouden vallen. Zij heeft hier melding van gemaakt en het pakket overgedragen aan een collega-verbalisant die vanuit zijn functie van vraagbaak Wet wapens en munitie en Strategische goederen tevens opgeleid is voor het beschrijven en determineren van wapens. Deze verbalisant constateerde na het openen van de doos vier donkergekleurde voorwerpen, alle vier in de verschijningsvorm van een slede voor een vuurwapen en allen voorzien van het logo van de firma Glock. De voorwerpen zijn vervolgens door een materiedeskundige (vuur)wapens onderzocht. Het bleken vier complete sledes van het merk Glock van kaliber 9x19 voor verschillende modellen van Glock vuurwapens te betreffen.
Op 14 december 2021 werd het pakket zonder vuurwapenonderdelen aangeboden bij het
adres [adres] . De bewoner vertelde dat er geen [naam 1] op dat adres woonachtig was. Het pakket werd niet geaccepteerd en niet afgeleverd. De politie werd op 15 december 2021 door een medewerker van FedEx in kennis gesteld van het feit dat een persoon navraag had gedaan over het pakket. Deze medewerker was op 15 december 2021 omstreeks 11.00 uur gebeld door een persoon die zei dat hij [naam 1] heette en die gebruik maakte van het telefoonnummer [nummer] . Deze ‘ [naam 1] ’ vertelde dat hij zijn pakket op het adres [adres] wilde laten bezorgen. Door de medewerker van FedEx werd een aantal controle vragen gesteld, zoals welk oorspronkelijk adres op de verpakking van het pakket stond, waarop ‘ [naam 1] ’ de juiste antwoorden wist te geven. ‘ [naam 1] ’ deelde mee dat hij verwachtte dat het pakket op 16 december 2021 voor 12.00 uur bij het adres [adres] zou worden bezorgd.
Op 16 december 2021 om 10:38 uur bleek uit zendmastgegevens dat de gebruiker van dit telefoonnummer in beweging was. Verbalisanten zijn een observatie gestart bij de woning op de [adres] . De rechtbank constateert dat er in het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer 7, documentcode 15742518 is opgeschreven dat er een observatie is gestart aan de [adres] . De rechtbank gaat ervan uit dat dit om een kennelijke verschrijving gaat en dat men heeft willen opschrijven dat het gaat om de [adres] , mede gelet op het feit dat er in het proces-verbaal wordt gesproken over het voertuig dat linksaf de Pinksterbloemweg in slaat. Deze weg is verbonden met de [adres] . In het opvolgend proces-verbaal met proces-verbaalnummer PL1300-2021251442-13, wordt gesproken over een levering aan de [adres] .
Omstreeks 11:15 uur zagen de verbalisanten op de [adres] een personenauto van het merk Renault, type Twingo voorzien van kenteken [kenteken] de straat in rijden. Er zat een donker getinte man in de auto met een zwarte jas en capuchon en een mondkapje op. Dit bleek later verdachte te zijn. Verdachte keek om zich heen en keek vervolgens naar het balkon van nummer [nummer] . Verdachte reed vervolgens verder, keerde even verderop en reed een zijstraat in. Het voertuig is meerdere keren langs de woning van nummer [nummer] gereden. Bij verbalisanten ontstond het vermoeden dat verdachte de buurt aan het verkennen was. Vervolgens verdween verdachte uit het zicht. Om 11:23 uur kwam hij de hoek omlopen en belde aan bij nummer [nummer] . Op het balkon stond een persoon die later [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) bleek te zijn. Verdachte en [medeverdachte] waren kennelijk met elkaar in gesprek. Zij hadden allebei een telefoon in hun hand. Bij verbalisanten ontstond het vermoeden dat zij telefoonnummers aan het uitwisselen waren. Verdachte vertrok na een aantal minuten weer. Om 11:35 uur kregen verbalisanten door dat er vanaf het getapte telefoonnummer [nummer] werd gebeld naar het telefoonnummer [nummer] . Door de beller werd onder andere gezegd dat dit zijn nummer was en dat de gebelde man “spits voor die pakketje’’ moest zijn. Om 11:47 uur reed de pakketbezorger de straat in. Hij parkeerde zijn bus en belde aan bij nummer [nummer] . De deur van de portiek werd geopend en de bezorger liep naar binnen. Enkele seconden later verscheen [medeverdachte] op het balkon en keek naar beneden. Kort daarna kwam de pakketbezorger naar buiten lopen zonder het pakketje. Om 11:52 uur liep verdachte weer naar de woning van [medeverdachte] , belde aan bij de woning en keek naar boven, naar het balkon. Verdachte is vervolgens aangehouden nadat hij eerst wegrende voor de politie.
Het voertuig van verdachte is doorzocht. Aan de bestuurderszijde werd een sealzakje met daarin een papiertje aangetroffen waarop stond: "DXT2 NIGHT SIGHTS”. Er stond verder op geschreven: “DXT2 Standard Dot Green – Glock 17, 19, 22, 24, 26, 27, 32, 36, 38, 45”. Ook zat in het sealzakje een ijzeren buisje, een zwart pennetje en een klein doorzichtig buisje met daarin een roze vloeistof. Uit onderzoek is gebleken dat dit product gebruikt kan worden om de richtmiddelen op vuurwapens in het donker zichtbaarder te maken.
Verdachte heeft op de terechtzitting van 16 maart 2022 verklaard dat hij het pakketje zou ophalen. Ook was hij degene die telefonisch contact heeft opgenomen met de medewerker van FedEx en zich daarbij heeft voorgedaan als [naam 1] en de adreswijziging heeft doorgegeven. Verdachte heeft tegen [medeverdachte] gezegd dat hij spits moest zijn op het pakketje. Verdachte heeft een foto gemaakt van het busje en heef die gestuurd naar de vriend die hem vroeg het pakketje op te halen.
Verder heeft verdachte verklaard dat hij niet wist wat er in het pakketje zat en hij dit op zou halen voor een vriend, als een gunst. Verdachte weet niets van het in het voertuig aangetroffen briefje en de richtmiddelen. Vrienden van verdachte maken ook wel eens gebruik van zijn auto en zitten ook wel eens aan de bestuurderskant.
Op grond van de genoemde feiten en omstandigheden – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank de verklaring van verdachte, dat hij een vriend wilde helpen bij het in ontvangst nemen van het pakket en niet wist wat er in het pakket zat, ongeloofwaardig. Door een valse naam te gebruiken in het contact met FedEx, heeft verdachte kennelijk de waarheid willen bemantelen of zijn betrokkenheid bij het pakketje willen verdoezelen. Uit dit handelen en uit de omstandigheid dat verdachte (toe)zicht heeft gehouden op de bezorging van het pakket en hij [medeverdachte] nog heeft opgedragen om ‘spits te zijn op het pakketje’, kan het niet anders zijn dan dat verdachte op de hoogte was van de gevoelige inhoud en de herkomst van het pakket. Verdachte is blijven wachten tot het pakketje was afgeleverd. Van dat moment heeft hij een foto gemaakt. Toen de politie arriveerde, is verdachte weggerend. Vervolgens zijn in het voertuig van verdachte goederen aangetroffen die verband houden met vuurwapens. Een verklaring voor deze gedragingen is uitgebleven. Uit het vorenstaande leidt de rechtbank af dat verdachte in ieder geval voorwaardelijk opzet heeft gehad op de aanwezigheid van vuurwapenonderdelen.
De rechtbank acht ook het medeplegen bewezen. Verdachte vervulde voor het doen binnenkomen van het pakketje een essentiële rol. Ook is sprake van een voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte wist dat het pakket uit Amerika kwam en was verantwoordelijk voor het contact met FedEx over de aflevering, het contact met [medeverdachte] voor de ontvangst en heeft er zelf op toegezien dat het pakket daadwerkelijk op het adres [adres] was bezorgd. Dat uit dit dossier niet kan worden herleid wie de mededaders waren, maakt dat niet anders.
De verweren van de raadsman worden verworpen. De rechtbank acht het primair tenlastegelegde feit bewezen.