Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 januari 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn vader, genaamd [slachtoffer] (geboren in 1944) opzettelijk van het leven te beroven, een of meermalen (met kracht) met twee, althans een of meer messen heeft gestoken en/of gesneden in de richting van de buik en/of lichaam en/of in/tegen de (linker) (onder)arm van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 20 januari 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn vader, tot wie hij in familierechtelijke betrekking stond, genaamd [slachtoffer] (geboren in 1944) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, een of meermalen (met kracht) met twee, althans een of meer messen heeft gestoken en/of gesneden in de richting van de buik en/of lichaam en/of in/tegen de (linker) (onder)arm van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
op 20 januari 2022 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn vader, tot wie hij in familierechtelijke betrekking stond, genaamd [slachtoffer] (geboren in 1944) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met twee messen heeft gestoken in de richting van de buik van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 20 januari 2022 te Amsterdam, zijn vader, genaamd [slachtoffer] (geboren in 1944) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door twee messen te tonen aan voornoemde [slachtoffer] en tegen voornoemde [slachtoffer] te zeggen; “Wil je vechten”.
6.De strafbaarheid van de feiten en van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsrapport waaruit blijkt dat verdachte door dit feit zijn baan is kwijtgeraakt en dat hij bij opnieuw vastzitten zijn huis zal kwijtraken. De reclassering adviseert bijzondere voorwaarden op te nemen ter voorkoming van recidive.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
poging tot zware mishandeling, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn vader tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat;
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
180 dagen.
127 dagen, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 jarenvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.