ECLI:NL:RBAMS:2022:33

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 januari 2022
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
13-703095-17 (zaak A) en 13-1706139-18 (zaak B, ter terechtzitting gevoegd)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering in dienstbetrekking van mobiele telefoons en laptops

Op 6 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verduistering van laptops en mobiele telefoons in dienstbetrekking. De zaak betreft twee afzonderlijke tenlasteleggingen: Zaak A, waarin de verdachte wordt beschuldigd van de verduistering van 81 laptops in de periode van 11 november 2016 tot en met 18 september 2017, en Zaak B, waarin de verdachte wordt beschuldigd van oplichting en subsidiair verduistering van 55 mobiele telefoons in de periode van 14 december 2015 tot en met 19 augustus 2016. De rechtbank heeft de zaak op tegenspraak behandeld, waarbij de officier van justitie mr. F.R. Bons en de raadsman mr. J.P. Plasman aanwezig waren.

Tijdens de zittingen is gebleken dat de verdachte als systeembeheerder verantwoordelijk was voor de bestellingen en ontvangst van laptops bij Zamro B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte 43 van de 81 laptops heeft verkocht aan Used Products, wat leidde tot de conclusie dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering. In Zaak B heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering van mobiele telefoons die toebehoorden aan Europe Hotels Private Collection B.V. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 82 dagen, met aftrek van voorarrest, en heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 50.661,31.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde oplichting in Zaak B, omdat niet is komen vast te staan dat de verdachte door middel van oplichting de telefoons heeft verkregen. De rechtbank heeft de teruggave van inbeslaggenomen goederen gelast en de verdachte verplicht tot betaling van de schadevergoeding aan de benadeelde partij.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummers: 13-703095-17 en 13-[jw.sys.2.verdachte_parketnummer] (ter terechtzitting gevoegd)
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13-703095-17 (zaak A) en 13-1706139-18 (zaak B, ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 6 januari 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 maart 2018 en 23 december 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. F.R. Bons en van wat verdachte en zijn raadsman mr. J.P Plasman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
Zaak A: verduistering van 81 laptops in functie gepleegd in de periode 11 november 2016 tot en met 18 september 2017;
Zaak B: oplichting in de periode van 14 december 2015 tot en met 19 augustus 2016. Dit feit is subsidiair tenlastegelegd als verduistering van 55 mobiele telefoons in functie gepleegd.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het in zaak A en in zaak B primair tenlastegelegde. De officier van justitie heeft in zaak A daartoe – kort gezegd - aangevoerd dat aangifte is gedaan van verduistering van 81 laptops en dat uit onderzoek is gebleken dat de serienummers van 43 van die laptops overeenkomen met de door verdachte bij de winkel Used Products aangeleverde laptops. Verdachte dient partieel te worden vrijgesproken van de periode na augustus 2017 nu hij vanaf die datum in detentie zat. Ten aanzien van zaak B heeft de officier van justitie aangevoerd dat het primair tenlastegelegde, oplichting, kan worden bewezen. Verdachte heeft de telefoons bij een leverancier besteld waar normaal gesproken geen zaken mee werd gedaan. Uit het dossier blijkt ook dat vervalste of gekopieerde handtekeningen zijn gebruikt. Verdachte had de telefoons dus niet rechtmatig onder zich en hij heeft zich voorgedaan als bonafide medewerker. Het is evident dat verdachte aangever door het vorenstaande heeft gedwongen tot afgifte van de telefoons.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit met betrekking tot het in zaak A en in zaak B primair tenlastegelegde. Met betrekking tot het in zaak B subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman zich niet verzet tegen bewezenverklaring ten aanzien van het door verdachte bekende aantal iPhones.
Ten aanzien van het in zaak A tenlastegelegde heeft de raadsman - kort gezegd - aangevoerd dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om vast te stellen dat verdachte degene was die de laptops heeft weggehaald noch dat verdachte degene was die de laptops bij de winkel Used Products heeft aangeleverd. Met betrekking tot het in zaak B tenlastegelegde is onder meer geen aangifte van oplichting gedaan. Uit de aangifte is bovendien niet gebleken hoe aangever tot afgifte zou zijn bewogen. De verkoper heeft de telefoons afgegeven in het kader van een normale handelstransactie. Verdachte heeft verklaard dat hij 15 tot 20 mobiele telefoons heeft weggenomen en dat hij deze rechtmatig als werknemer onder zich had.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Zaak A (verduistering laptops)
Op 31 oktober 2017 doet [naam vertegenwoordiger] , als vertegenwoordiger van Zamro BV, aangifte van verduistering in dienstbetrekking van 81 laptops. [naam vertegenwoordiger] heeft in de aangifte verklaard dat hij het vermoeden had dat één van zijn werknemers laptops heeft achtergehouden. Gedurende het jaar 2017 kwam het bedrijf er achter dat de voorraad laptops niet overeenkwam met het aantal laptops dat daadwerkelijk op de werkvloer aanwezig was. Iedere maand verdween een aantal laptops. In de periode van november 2016 tot en met juli 2017 zouden er 81 laptops zijn verduisterd. In de bijlage van de aangifte van Zamro zijn 75 verdwenen laptops met naam en serienummer vermeld.
Getuige [naam getuige] , verantwoordelijk voor de financiën binnen Zamro BV, heeft daarbij verklaard dat ze eind mei 2017 facturen en de financiën die zij betaald hadden, zijn gaan vergelijken met wat er in werkelijkheid binnen was gekomen en dat daaruit naar voren kwam dat er een groot verschil was. De werkelijke lijst bevatte ongeveer 50 laptops, terwijl de facturen ongeveer 120 laptops aangaven. Volgens [naam getuige] is nagegaan welke laptops op het bedrijfsnetwerk zijn ingelogd. Voor de laptops die bij de aangifte zijn opgegeven geldt dat deze nooit op het bedrijfsnetwerk zijn ingelogd. Binnen het bedrijf heeft men daarom de conclusie getrokken dat deze laptops nooit door een medewerker in gebruik zijn genomen. Na intern onderzoek is verdachte, die op dat moment nog bij Zamro werkzaam was, bij Zamro in beeld gekomen. Hij was verantwoordelijk voor de bestellingen van de laptops binnen het bedrijf, nam deze in ontvangst zodra deze werden bezorgd en was verantwoordelijk voor het tekenen voor ontvangst. Volgens [naam getuige] is [verdachte] half juli 2017 op non-actief gezet en is eind juli 2017 het verschil tussen de bestelde laptops en de laptops die daadwerkelijk op kantoor arriveerden niet verder veranderd.
In de aangifte zijn 75 verdwenen laptops met naam en serienummer vermeld. Van deze 75 heeft de politie 43 laptops teruggevonden in de opkoopregisters van Used Products Amsterdam. Used Products registreert aan de hand van een identiteitsbewijs dat de verkoper moet tonen wie welke goederen ter verkoop heeft aangeleverd. Volgens deze registratie heeft verdachte deze 43 laptops aan Used Products verkocht.
Verdachte heeft ontkend dat hij de laptops heeft verduisterd. Verdachte heeft verklaard dat het hem ook was opgevallen dat de verhouding van mensen en laptops niet klopte en dat hij dit bij de manager heeft aangegeven. Zijn manager zou daar echter niets mee hebben gedaan. Verdachte heeft verklaard dat hij binnen Zamro BV zorgde voor een laptop als er iemand bij het bedrijf kwam werken en ook dat alle handtekeningen er waren voor het indienen van een purchase order. Ook maakte hij de laptop gebruiksklaar en zorgde ervoor dat deze werd gekoppeld aan de werknemer. Verdachte heeft verder verklaard dat het klopt dat hij weleens laptops aan Used Products heeft verkocht, maar niet de in de aangifte genoemde laptops. Hij zou spullen opkopen bij onder meer veilingen om deze vervolgens te verkopen.
De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de registratie in de opkoopregisters anders dan de telefoons waarover de medewerker van Used Products expliciet heeft verklaard dat die door een registratiefout op naam van verdachte zijn geregistreerd. Nu vast staat dat 43 laptops waarvan de serienummers overeenkomen met de laptops in de aangifte door verdachte aan Used Products zijn verkocht, acht de rechtbank bewezen dat verdachte die laptops heeft verduisterd in dienstbetrekking. Verdachte zal van verduistering van de overige laptops worden vrijgesproken.
Zaak B (oplichting c.q. verduistering mobiele telefoons)
De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering van mobiele telefoons toebehorende aan Europe Hotels Private Collection BV, welke telefoons verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich had. Op 22 augustus 2016 heeft [naam 1] namens Europe Hotels Private Collection BV aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat uit intern onderzoek is gebleken dat verdachte telefoons op naam en rekening van het bedrijf heeft gekocht en dat hij deze telefoons heeft gestolen.
Verdachte heeft verklaard dat hij 15 à 20 telefoons heeft verduisterd. Hij heeft de telefoons verkocht op Marktplaats en met de winst heeft verdachte zijn schulden afgelost.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich een aantal telefoons van Europe Hotels Private Collection BV wederrechtelijk heeft toegeëigend en dat hij de telefoons niet heeft teruggegeven aan zijn werkgever. Vast staat dat verdachte telefoons heeft meegenomen en deze voor eigen gewin heeft verkocht. Niet kan worden vastgesteld hoeveel telefoons het precies betreft, anders dan dat het minimaal het door verdachte genoemde aantal van 15 á 20 betreft. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat deze gedragingen verduistering opleveren, zoals subsidiair is tenlastegelegd en niet de primair tenlastegelegde oplichting. De rechtbank overweegt hiertoe dat niet is komen vast te staan dat NDI ICT door middel van enig oplichtingsmiddel is bewogen tot de afgifte van de telefoons. De verdachte zal aldus worden vrijgesproken van het onder 1 primair tenlastegelegde.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
zaak A
in de periode van 11 november 2016 tot en met 12 juli 2017 in Nederland, opzettelijk laptops, toebehorende aan Zamro B.V., welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als systeembeheerder onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
zaak B
subsidiair
hij in de periode van 14 december 2015 tot en met 19 augustus 2016 te Amsterdam opzettelijk mobiele telefoons, merk: Apple iPhone, type S6, toebehorende aan Europe Hotels Private Collection B.V., welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als IT-systeembeheerder bij Europe Hotels Private Collections B.V. onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Motivering van de straffen en maatregelen

5.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten in zaken A en B zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 100 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 18 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar.
5.2.
Het strafmaatverweer van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat bij het bepalen van de straf in matigende zin rekening moet worden gehouden met de schending van de redelijke termijn en (de schorsing van) het voorarrest van verdachte. Verdachte heeft al repercussies ondervonden.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende anderhalf jaar schuldig gemaakt aan verduistering van een flink aantal laptops en telefoons. Verdachte heeft deze goederen van zijn werk meegenomen en heeft deze verkocht. Hij heeft dat geld onder andere gebruikt om zijn schulden af te lossen. Verdachte heeft vooral financieel gewin nagestreefd en heeft door zijn handelen het vertrouwen dat zijn werkgevers in hem mochten stellen ernstig geschonden.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 21 december 2021. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies en het verslag betreffende de voortgang van het toezicht tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis waaruit blijkt dat verdachte tijdens de schorsing zich zeer meewerkend heeft opgesteld en dat hij aan zijn schuldenproblematiek heeft gewerkt. Om die reden acht de reclassering een nieuw reclasseringstoezicht niet wenselijk.
De rechtbank constateert dat verdachte op 20 december 2017 is aangehouden en in verzekering is gesteld. Nu in deze strafzaak niet binnen twee jaar vonnis wordt gewezen, is de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM overschreden. Na afweging van alle daartoe in aanmerking te nemen belangen – waaronder de mate van overschrijding van de redelijke termijn maar ook het feit dat de voorlopige hechtenis van de verdachte op 9 maart 2018 is geschorst – zal de rechtbank de overschrijding van de redelijke termijn compenseren door de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden te verminderen.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest passend en geboden. De rechtbank ziet in tegenstelling tot de officier van justitie, mede gelet op het tijdsverloop, geen aanleiding om daarnaast nog een voorwaardelijk strafdeel op te leggen.

6.De vordering van de benadeelde partij

De benadeelde partij [naam vertegenwoordiger] namens Zamro B.V. vordert € 149.195,43 aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
6.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot het bedrag van € 123.000,-. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank aan verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 123.000,-, subsidiair 50 dagen hechtenis, ten behoeve van Zamro B.V.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering. Allereerst blijkt niet uit het dossier dat Van Leeuwen is gemachtigd om de vordering in te dienen. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de vordering dient te worden gematigd omdat de btw door Zamro B.V. kan worden verrekend. Allerlaatst dient de vordering te worden beperkt tot het aantal laptops dat op de lijst van Used Products is aangetroffen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de benadeelde partij ontvankelijk aangezien niet gemotiveerd is betwist dat degene die namens Zamro B.V. het formulier heeft getekend daartoe gemachtigd is (HR 16 nov 2004, NJ 2005/45).
De rechtbank zal de vordering gedeeltelijk toewijzen. Daarbij gaat de rechtbank uit van het aantal van 43 laptops waarvan op grond van de bewijsmiddelen vast staat dat verdachte deze heeft verduisterd. Ten aanzien van de waarde per laptop gaat de rechtbank, bij gebreke van concretere informatie, uit van de prijs van de goedkoopste laptop op de lijst die de benadeelde partij heeft verstrekt, te weten € 1.178,17 ex BTW. In totaal zal de rechtbank daarom thans een bedrag van 43 x € 1.178,17 = € 50.661,31 toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren omdat voor een beoordeling van het meer gevorderde nader onderzoek nodig zou zijn hetgeen een onevenredige belasting van het strafgeding zou betekenen, mede gelet op de tijdsverloop in deze zaak.

7.De inbeslaggenomen goederen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de inbeslaggenomen auto, te weten een Personenauto MERCEDES-BENZ A 250 2012 met kenteken [naam vertegenwoordiger] (beslagnummer: 4967072), kan worden geretourneerd aan de rechthebbende. De officier van justitie merkt op dat het klassieke beslag dan komt te vervallen, maar dat het conservatoir beslag voortduurt.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het beslag.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave gelasten van het op de beslaglijst genoemde voorwerp.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 57 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

9.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van zaak A en zaak B subsidiair:
verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
82 (tweeëntachtig dagen).
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij Zamro B.V.:
Wijst de vordering toe tot een bedrag van € 50.661,31 (vijftigduizend zeshonderdéénenzestig euro en éénendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2017 tot aan de dag van algehele voldoening. Dit betreft vergoeding van materiële schade.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan Zamro B.V. voornoemd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van Zamro B.V. € 50.661,31 (vijftigduizend zeshonderdéénenzestig euro en éénendertig cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 juli 2017 tot aan de dag van algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan maximaal 287 (tweehonderdzevenentachtig) dagen gijzeling worden toegepast. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat als en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan daarmee de andere is vervallen.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van het op de beslaglijst onder 1 genummerde voorwerp, te weten een Mercedes personenauto met kenteken [naam vertegenwoordiger] (beslagnummer: 4967072).
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.L.C.M. Ficq, voorzitter,
mrs. R.M. Troost en I. Timmermans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Nieuwenhuijs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 januari 2022.