ECLI:NL:RBAMS:2022:3284

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
C/13/716322 / KG ZA 22-317
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsgeschil over de Aanvullende Individuele Ondersteuning door de gemeente Amsterdam

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Werk & Begeleiding Noord Holland B.V. (hierna: Philadelphia) en de gemeente Amsterdam, met Zorgeloos Ambulant als gevoegde partij. Philadelphia had deelgenomen aan een aanbestedingsprocedure voor de Aanvullende Individuele Ondersteuning (AIO) en was ontevreden over de gunningsbeslissing van de gemeente, die de opdracht voorlopig had gegund aan andere zorgaanbieders. Philadelphia vorderde onder meer de intrekking van de gunningsbeslissing en de gunning van de opdracht aan haar. De gemeente voerde verweer en stelde dat Philadelphia geen recht had op bescherming van haar economische belangen onder de Wmo, aangezien deze wet primair gericht is op de zorg voor cliënten.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente in haar gunningsbeslissing niet in strijd handelde met de zorgplicht uit de Wmo. De rechter benadrukte dat de beoordelingscommissie in redelijkheid tot haar oordeel had kunnen komen en dat de zorgen van Philadelphia over de haalbaarheid van de plannen van de winnende partijen niet voldoende onderbouwd waren. De rechter weigerde de gevraagde voorzieningen en veroordeelde Philadelphia in de proceskosten. Dit vonnis bevestigt de ruimte die gemeenten hebben bij het maken van gunningsbeslissingen in aanbestedingsprocedures, mits zij de zorgplicht in acht nemen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/716322 / KG ZA 22-317 MDvH/EB
Vonnis in kort geding van 8 juni 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WERK & BEGELEIDING NOORD HOLLAND B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres bij dagvaarding van 14 april 2022,
advocaten mr. J.C. Plettenburg, mr. L.A.J.M. Peeters en mr. D.W.L.A. Schrijvershof te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M.H. de Vries te Amsterdam,
en
de stichting
STICHTING ZORGELOOS AMBULANT AMSTERDAM,
gevestigd te Amsterdam,
gevoegde partij aan de zijde van gedaagde,
advocaat mr. A.F. de Jong te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Philadelphia, de gemeente en Zorgeloos Ambulant worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Op de zitting van 23 mei 2022 heeft Zorgeloos Ambulant verzocht te mogen tussenkomen, althans zich te mogen voegen aan de zijde van de gemeente. De vermelding, in de daartoe genomen akte, van Werk & Begeleiding Noord
Nederlandals de eisende partij, wordt gezien als een kennelijke verschrijving. Philadelphia en de gemeente hebben geen bezwaar geuit tegen toewijzing van het verzoek van Zorgeloos Ambulant. Nu Zorgeloos Ambulant er belang bij heeft dat de gemeente dit kort geding wint, en zij beoogt de rechtspositie van de gemeente te ondersteunen, is zij tot de procedure toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van de gemeente.
1.2.
Philadelphia heeft op de zitting de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding en de akte aankondiging eiswijziging toegelicht. De gemeente en Zorgeloos Ambulant hebben verweer gevoerd. Philadelphia en de gemeente hebben producties ingediend en alle partijen een pleitnota.
1.3.
Ter zitting waren aan de zijde van Philadelphia aanwezig [naam 1] (directeur), [naam 2] (regiomanager), [naam 3] (manager), [naam 4] (coördinerend begeleider), [naam 5] (aanbestedingsspecialist), [naam 6] (bedrijfsjurist) en mr. Plettenburg met mr. Peeters.
Aan de zijde van de gemeente waren aanwezig [naam 7] (contactpersoon voor de aanbesteding) en [naam 8] van AIO) met mr. De Vries.
Aan de zijde van Zorgeloos Ambulant waren aanwezig [naam 9] (bestuurder en ambulant hulpverlener), [naam 10] (leidinggevende) en [naam 11] (bestuurder) met mr. De Jong.
1.4.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Met ingang van 1 januari 2015 is de zorg gedecentraliseerd van de rijksoverheid naar de gemeentes. Daarbij is de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) uitgebreid met taken die daarvóór onder de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) vielen en die door zorgkantoren werden uitgevoerd. In 2017 heeft de gemeente na een inkoopprocedure zorgaanbieders gecontracteerd voor de uitvoering van de Wmo. Voor een contract met de gemeente kwamen alle zorgaanbieders in aanmerking die voldeden aan de eisen die de gemeente stelde.
2.2.
In maart 2020 heeft de gemeente besloten tot een grote koerswijziging. Zij heeft buurtteams opgericht, voor ieder stadsdeel één. Die buurtteams moeten het grootste deel (80%) van de maatschappelijke ondersteuning voor hun rekening nemen. Als een volwassen (18+), zelfstandig wonende Amsterdammer specifiekere, specialistische hulp nodig heeft, wordt Aanvullende Individuele Ondersteuning (AIO) ingezet. Van de AIO-zorgaanbieders, hierna ook wel de specialisten genoemd, wordt verwacht dat zij nauw samenwerken met de buurtteams en voor hen een consultatiefunctie vervullen.
2.3.
De buurtteams worden gefinancierd met subsidies. Zij kunnen coalities sluiten met zogenoemde coalitiepartners. Dat kunnen AIO-zorgverleners zijn, maar ook bijvoorbeeld schuldhulpverleners. In drie van de zeven stadsdelen is Philadelphia coalitiepartner van het buurtteam.
2.4.
Voor de AIO wil de gemeente een beperkt aantal zorgaanbieders contracteren. In juli 2020 heeft de gemeente daartoe een (eerste) Europese openbare aanbestedingsprocedure voor Aanvullende Individuele Ondersteuning (AIO) uitgeschreven. In die procedure kwam Philadelphia met een 100% score als een van de winnaars uit de bus. Maar omdat er veel klachten waren over de verdelingssystematiek, heeft de gemeente besloten de voorlopige gunning in te trekken en een nieuwe aanbestedingsprocedure uit te schrijven.
2.5.
Op 3 november 2021 heeft de gemeente de nieuwe aanbestedingsprocedure opengesteld en de ‘Aanbestedingsleidraad AIS-2021-0013 Aanvullende individuele ondersteuning (AIO)’ gepubliceerd.
2.6.
De gemeente heeft de opdracht opgedeeld in vijf percelen: 1) niet-aangeboren hersenletsel, 2) licht verstandelijke beperking, 3) autisme, 4) zintuigelijke beperkingen auditief, 5) zintuigelijke beperkingen visueel. Bij ieder perceel zou een inschrijving worden beoordeeld op de vijf volgende subgunningscriteria: (i) AIO algemeen, (ii) Integraliteit en afgestemde zorgverlening op cliëntniveau, (iii) Samenwerken en leren op organisatie- en netwerkniveau, (iv) Personeel en organisatie en (v) Specialisme.
2.7.
In de Aanbestedingsleidraad heeft de gemeente een aantal geschiktheidseisen gesteld aan de inschrijvers, waaronder de volgende:
(…)
(…)
2.8.
In de Aanbestedingsleidraad heeft de gemeente een aantal vragen gesteld, verdeeld over de subgunningscriteria. De antwoorden van de inschrijvers op die vragen worden beoordeeld op een schaal volgens onderstaande indeling:
2.9.
De omvang van perceel 2, licht verstandelijke beperking (LVB) is ongeveer 700 unieke cliënten per jaar. De gemeente contracteert zoveel aanbieders als nodig is om dat volume aan cliënten te kunnen bedienen. De overeenkomst LVB heeft als ingangsdatum 1 juli 2022 en heeft een looptijd van twee jaar en negen maanden met de mogelijkheid voor de gemeente om die periode te verlengen met maximaal twee keer één jaar.
2.10.
Voor de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2022 heeft de gemeente overbruggingsovereenkomsten gesloten met de huidige zorgaanbieders, waaronder Philadelphia. Aan het einde van de looptijd van die overeenkomsten moeten de huidige zorgaanbieders de cliënten die daarvoor in aanmerking komen, gedurende de overdrachtsperiode van 1 juli tot uiterlijk 31 oktober 2022 overdragen aan een aanbieder aan wie de gemeente de opdracht AIO heeft gegund.
2.11.
Philadelphia heeft ingeschreven op perceel 2, LVB.
2.12.
Op 31 maart 2022 heeft de gemeente aan Philadelphia bericht dat zij 88 van de 100 punten (88%) heeft behaald met haar inschrijving, en daarmee op de zesde plaats is geëindigd. De inschrijving van Philadelphia is door de beoordelingscommissie als volgt beoordeeld:
2.13.
Als nummers 1 tot en met 4 zijn geëindigd Stichting Cordaan (97%), het Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg (hierna: het Leger, 96%), Zorgeloos Ambulant (96%) en Leveo Care (95%). De opdracht is voorlopig aan hen gegund. In de gunningsbeslissing van 31 maart 2022 is die beslissing als volgt toegelicht:
2.14.
Philadelphia heeft de gemeente op 6 april 2022 verzocht om:
toe te lichten waarom zij op drie subgunningscriteria ‘goed’ had gescoord in plaats van ‘uitstekend’;
per subgunningscriterum de beoordeling van elk individueel beoordelingscommissielid te verstrekken; en
een overzicht met de kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijvers te verstrekken, inclusief beoordeling per subgunningscriterium.
2.15.
In het antwoord van de gemeente van 8 april 2022 staat onder meer het volgende:
2.16.
Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft de gemeente onder voorwaarden, waaraan Philadelphia heeft voldaan, alsnog een overzicht verstrekt van de kenmerken en relatieve voordelen van de inschrijvers, inclusief beoordeling per subgunningscriterium. Hieronder is weergegeven hoe de scores ‘goed’ op de subgunningscriteria 1, 2 en 3 van Philadelphia zijn gemotiveerd.

3.Het geschil

3.1.
Philadelphia vordert na wijziging van haar eis, de gemeente te veroordelen:
de gunningsbeslissing in te trekken;
en als de gemeente de opdrachten nog wenst te vergeven:
primair
de inschrijvingen van Zorgeloos Ambulant, het Leger en Leveo op het Perceel LVB ongeldig te verklaren en de opdracht (in ieder geval) te gunnen aan Philadelphia;
subsidiair
de inschrijvingen op het Perceel LVB opnieuw te laten beoordelen door een nieuwe beoordelingscommissie, met inachtneming van wat in dit vonnis is bepaald over de zorgplicht, de aanbestedingsrechtelijke beginselen van gelijkheid, transparantie en proportionaliteit en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
meer subsidiair
a) een nieuwe aanbesteding uit te schrijven met inachtneming van wat in dit vonnis is bepaald over de zorgplicht, de aanbestedingsrechtelijke beginselen van gelijkheid, transparantie en proportionaliteit en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur; en
b) ter overbrugging van de nieuwe aanbestedingsperiode de overeenkomst met Philadelphia te verlengen, tegen de huidige tarieven;
meest subsidiair
een andere voorlopige voorziening te treffen die recht doet aan de belangen van Philadelphia; en
in alle gevallen
de gemeente hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
De gemeente en Zorgeloos Ambulant voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De gemeente heeft een aanvullende motivering gegeven op haar gunningsbelissing, waarop Philadelphia haar aanvankelijke bezwaar dat de motivering van die beslissing onvoldoende was, heeft laten varen.
Wel houdt zij staande dat de uitkomst van de aanbesteding onbegrijpelijk is en dat de gunningsbeslissing niet in stand kan blijven. De inschrijvingen van de winnaars zijn namelijk niet goed op haalbaarheid getoetst, aldus Philadelphia. Door aan die gunningsbeslissing vast te houden, schendt de gemeente volgens Philadelphia de zorgplicht die zij heeft op grond van de Wmo en handelt zij in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Daaraan heeft Philadelphia toegevoegd dat voor haar niet te controleren is of de inschrijvingen van het Leger, Zorgeloos Ambulant en Leveo Care inderdaad ‘onderscheidend’ zijn, zoals de gemeente stelt, maar aan dat standpunt heeft zij geen (juridische) consequenties verbonden.
4.2.
Het oordeel van de beoordelingscommissie kan in dit kort geding slechts marginaal worden getoetst. De voorzieningenrechter kan en mag niet op de stoel van die commissie plaatsnemen. Alleen als de beoordelingscommissie in redelijkheid niet tot haar oordeel had kunnen komen, kan worden ingegrepen.
4.3.
In het door de gemeente overgelegde overzicht zijn de scores ‘uitstekend’ die het Leger, Zorgeloos Ambulant en Leveo Care hebben gekregen, uitgebreid gemotiveerd. Die motivering heeft de twijfels van Philadelphia over de vraag naar de haalbaarheid van de plannen van de winnaars niet weggenomen. Zij stelt dat de gemeente heeft gekeken naar het ‘verkooppraatje’ en niet naar de realiteit. De gemeente heeft daartegen gemotiveerd ingebracht dat alle gegunde partijen voldoen aan de geschiktheidseisen en dat zij na gunning zal controleren of die partijen (blijven) voldoen aan de uitvoeringseisen. Dit komt verderop in de beoordeling nog nader aan de orde.
4.4.
De kernvraag die voorligt is of de gemeente, als zij de opdracht definitief gunt aan de winnende partijen, de zorgplicht van 2.1.1. van de Wmo schendt, zoals Philadelphia stelt. In artikel 2.1.1. van de Wmo is vastgelegd dat het gemeentebestuur zorg draagt voor de maatschappelijke ondersteuning (lid 1) en voor de kwaliteit en continuïteit van de voorzieningen (lid 2). De gemeente voert – onder verwijzing naar de memorie van Toelichting – als verweer dat Philadelphia geen beroep op de Wmo toekomt, omdat de Wmo is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen en het ontmoeten van anderen en niet strekt tot bescherming van de (economische) belangen van Philadelphia. In het midden kan blijven of zorgaanbieders als Philadelphia bij een aanbesteding als de onderhavige rechtstreeks een beroep toekomst op de (zorgplicht in de) Wmo. Het spreekt voor zich dat de gemeente zelf deze zorgplicht moet naleven, ook bij (de beoordeling van de inschrijvingen in) een aanbesteding als de onderhavige. Dit geldt te meer, nu de Wmo meerdere bepalingen bevat die relevant zijn voor de rechtspositie van Philadelphia en andere zorgaanbieders, ‘aanbieders’ in de termen van de Wmo, ook bij een aanbestedingsprocedure. In de Wmo wordt bijvoorbeeld van zorgaanbieders verwacht dat zij zich zoveel mogelijk inspannen om na een aanbestedingsprocedure te bewerkstelligen dat de bestaande relaties tussen hulpverleners en cliënten worden voortgezet, door het betrokken personeel over te nemen. Dit betekent dat de zorgen van Philadelphia of de winnaars wel in staat zijn de opdracht uit te voeren, meegewogen moeten worden bij de vraag of de beoordelingscommissie in redelijkheid tot haar oordeel had kunnen komen. Die zorgen zullen hierna worden besproken.
4.5.
Philadelphia vreest voor het welzijn en de zorgcontinuïteit van de cliënten. Zij stelt dat (behalve Cordaan) geen van de winnaars tot nog toe heeft samengewerkt met de buurtteams. Volgens Philadelphia missen het Leger, Zorgeloos Ambulant en Leveo Care de gewenste ervaring. Daar komt volgens Philadelphia bij dat het Leger zich actief heeft verzet tegen de komst van de buurtteams, zodat niet valt te verwachten dat de samenwerking met die buurtteams soepel zal verlopen. De gemeente laat daar zelfs een duur extern onderzoek naar uitvoeren en het Leger heeft nog steeds niet 80% van haar cliënten overgedragen aan de buurtteams, zoals de bedoeling is (zie onder 2.2). Bovendien zou het Leger volgens inschatting van Philadelphia circa 15 fte moeten werven om de gevraagde zorg te kunnen leveren, wat niet makkelijk zal zijn, mede vanwege de protestants christelijke signatuur van het Leger. De winnaars van de aanbesteding rest nog minder dan drie maanden om zich te organiseren en wegwijs te worden in de (nu goed draaiende) coalities met de betrokken buurtteams. Dat is volgens Philadelphia veel te kort.
4.6.
Voor zover Philadelphia bedoelt te betogen dat de kwaliteit en continuïteit van de zorg eigenlijk alleen gewaarborgd is als de AIO-opdrachten worden verleend aan zorgverleners die nu al coalitiepartner zijn omdat die nu al samenwerken met de buurtteams, komt dat neer op een bezwaar tegen de opzet van de aanbesteding. De gemeente heeft er immers voor gekozen om de aanbesteding ook open te stellen voor niet-coalitiepartners. Philadelphia heeft dit bezwaar niet eerder kenbaar gemaakt, hoewel zij dat wel had kunnen doen, bijvoorbeeld door het stellen van kritische vragen. Zij is daarmee nu te laat en heeft haar recht om over dit punt te klagen dus verwerkt (vergelijk HvJEG 12 februari 2004, C-230/02
Grossmann). Anders dan Philadelphia stelt, is geen sprake van een feit dat pas bij gunning is gebleken. Van meet af aan was duidelijk dat ook niet-coalitiepartners konden inschrijven. Overigens lijkt dit betoog een gelegenheidsargument te zijn. Niet in geschil is dat de opzet van de opdracht onder de eerste aanbestedingsprocedure hetzelfde was. Philadelphia, die toen als winnaar uit de bus kwam, heeft destijds geen bezwaar gemaakt tegen de opzet.
4.7.
Resteren de zorgen die Philadelphia heeft over de capaciteiten van het Leger, Zorgeloos Ambulant en Leveo Care, en het vermoeden dat het Leger niet zal willen samenwerken met de buurtteams, waardoor de AIO-zorg met deze partijen niet haalbaar zou zijn.
4.8.
Vooropgesteld wordt dat de gemeente in de aanbesteding heeft gekozen voor geschiktheidseisen om de kwaliteit van zorgaanbieders te borgen. De inschrijver moest zijn deskundigheid en ervaring aantonen aan de hand van kerncompetenties. Als hij aantoonbaar beschikt over de vereiste kerncompetenties, komt hij in aanmerking voor een opdracht. Volgens de gemeente hebben alle gegunde aanbieders bewezen ervaring met zorgverlening in Amsterdam en beschikken zij over de vereiste kerncompetenties. Vooralsnog is er geen reden om daaraan te twijfelen. Dat wordt hierna toegelicht.
4.9.
Zorgeloos Ambulant voert aan dat zij – in afwijking van wat Philadelphia stelt – al ruim een jaar samenwerkt met buurtteams in twee stadsdelen, en dat zij al langer, sinds 2017, contractspartner van de gemeente is en de dienstverlening naar tevredenheid uitvoert. De gemeente heeft dat bevestigd. Die heeft ook bevestigd dat Zorgeloos Ambulant heeft meegeschreven aan kwaliteitsnormen voor de AIO-zorg, die met alle gegunde partijen zullen worden gedeeld. Zorgeloos Ambulant heeft daaraan toegevoegd dat zij in 2016 is opgericht, en dat haar grondleggers/bestuurders vóór de oprichting al ongeveer twintig jaar in de zorg hebben gewerkt, onder meer bij het ambulant specialistisch team van Amsta. Volgens Zorgeloos Ambulant beschikken ook haar medewerkers over ruime ervaring bij verschillende instanties zoals de GGD, Amsta en het expertisecentrum LVB. Haar focus ligt op Wmo-zorg voor volwassenen en de opdracht is haar daarom op het lijf geschreven, aldus Zorgeloos Ambulant. Zij stelt jaarlijks tussen de 150 en 200 cliënten te begeleiden waarvan 70 à 80% een verstandelijke beperking heeft.
4.10.
Om het gebrek aan ervaring van Zorgeloos Ambulant te staven, heeft Philadelphia een e-mail overgelegd die zij op 30 maart 2022 aan Zorgeloos Ambulant heeft verstuurd en waarin melding wordt gemaakt van handelingsverlegenheid bij medewerkers van Zorgeloos Ambulant als cliënten aan haar worden toegewezen via de Wmo-ambulant maar het eigenlijk om een gezinsprobleem gaat. Die e-mail is volgens Zorgeloos Ambulant uit zijn verband gerukt. Zij stelt dat Philadelphia die e-mail had toegezonden na een bespreking binnen het expertisenetwerk. Zorgeloos Ambulant stelt tijdens die bespreking alleen te hebben gemeld dat zij geen zorg biedt aan kinderen die vanuit de Jeugdwet recht hebben op ondersteuning. Ondersteuning van kinderen is geen onderdeel van de opdracht waar het hier om gaat. Om ieder misverstand te voorkomen, heeft Zorgeloos Ambulant opgemerkt dat zij wel degelijk zorg biedt aan volwassenen in een gezinssituatie.
4.11.
Over Leveo Care heeft de gemeente aangevoerd dat de doelgroep van Leveo Care blijkens haar website weliswaar jongeren tot 23 jaar en hun gezinnen zijn, maar dat zij ook ondersteuning kan bieden aan 23-plussers en dat aantoonbaar ook al heeft gedaan. Leveo Care werkt volgens de gemeente al een jaar als Wmo-specialist samen met een buurtteam. Het plan van aanpak van Leveo Care kende in ieder geval geen leeftijdsbeperking en de gemeente heeft vertrouwen in de haalbaarheid van dat plan.
4.12.
Over het Leger heeft de gemeente aangevoerd dat zij de stelselwijziging niet heeft tegengewerkt. Wel hebben het Leger en andere partijen destijds hun zorgen over de beoogde stelselwijziging geuit, waarna een goed gesprek daarover is gevoerd. Het Leger ondersteunt een moeilijke doelgroep waar andere partijen vaak niet mee uit de voeten kunnen. Het is daarom de vraag of de aanname van de gemeente dat ongeveer 80% van de cliënten van het Leger naar de buurtteams kan, klopt. Daarnaar wordt nu onderzoek verricht. Dat zegt echter niets over de vraag of het Leger bereid is binnen het nieuwe stelsel te opereren, aldus de gemeente. Sinds de invoering van de buurteams heeft het Leger zich volgens de gemeente een betrouwbare samenwerkingspartner getoond.
4.13.
Waarop Philadelphia baseert dat het Leger 15 fte zal moeten aantrekken om de opdracht te kunnen vervullen, is onduidelijk. De gemeente heeft daar in ieder geval tegen ingebracht dat het Leger momenteel ambulante ondersteuning biedt aan 800 cliënten in Amsterdam, wat alleen kan als het Leger voldoende personeel heeft. En als het nodig mocht zijn om personeel aan te trekken, heeft de gemeente er vertrouwen in dat het Leger daarin zal slagen. Het Leger heeft in haar inschrijving overtuigend beschreven hoe zij personeel werft en waarom personeel voor het Leger kiest, aldus de gemeente. Mogelijk kiezen protestants christelijken vaker voor zorgberoepen uit geloofsovertuiging.
4.14.
Tegenover deze gemotiveerde betwistingen heeft Philadelphia haar stellingen over het ontbreken van voldoende kwaliteit bij het Leger, Zorgeloos Ambulant en Leveo Care, en haar stellingen over de onwelwillendheid van het Leger om samen te werken met de buurtteams onvoldoende aannemelijk gemaakt. Voorshands is er dan ook geen reden om aan te nemen dat de gemeente haar zorgplicht schendt door in zee te gaan met de gegunde aanbieders en dat de zorg aan de doelgroep in gevaar komt door gunning aan deze aanbieders. Van schending van algemene beginselen van behoorlijk bestuur, meer in het bijzonder het zorgvuldigheidsbeginsel, is daarom evenmin sprake.
4.15.
Dat de gemeente de zorgen van Philadelphia niet deelt, neemt niet weg dat zij wel oog heeft voor die zorgen en voor de belangen van de cliënten, zo heeft zij ter zitting bevestigd. De gemeente heeft verklaard het proces van overdracht van cliënten in de overdrachtsperiode nauwlettend te zullen volgen, en in te zullen grijpen als niet aan uitvoeringseisen wordt voldaan. Mocht het nodig zijn om de overdrachtsperiode te verlengen, dan kan dat tot maximaal vier maanden na oktober 2022.
4.16.
Philadelphia heeft aangekondigd zich als coalitiepartner te zullen terugtrekken als de opdracht niet alsnog aan haar wordt gegund. Voor de consultatierollen die AIO-zorgaanbieders vervullen voor de buurtteams krijgen zij, zo is tijdens de zitting duidelijk geworden, namelijk niets betaald. Zij doen dat werk uit verantwoordelijkheidsgevoel en kunnen dat doen omdat de AIO-diensten die zij als specialist leveren wel betaald worden. De gemeente betreurt deze stap van Philadelphia, maar dat is geen reden voor een andere beslissing. De opzet van de aanbesteding bracht dit risico met zich en de gemeente heeft in dit verband aangevoerd dat de buurtteams steeds meer expertise opbouwen en ondersteuning door (de huidige) AIO-zorgaanbieders in de coalities steeds minder nodig zal zijn.
4.17.
De investeringen in tijd en moeite die Philadelphia heeft gedaan om de buurteams van de grond te krijgen, vormen evenmin een reden om de haar vordering toe te wijzen. Zij is daarmee al begonnen vóór de eerste aanbestedingsprocedure. Er was dus altijd een risico dat tegenover die investeringen geen inkomsten zouden komen te staan. De periode waarin Philadelphia zich voor de buurtteams heeft ingespannen is door de intrekking van de eerste aanbestedingsprocedure veel langer geworden dan aanvankelijk voorzien, maar daar staat tegenover dat zij al die tijd op basis van een overbruggingsovereenkomst inkomsten heeft gegenereerd. Bovendien heeft zij hier nooit eerder een punt van gemaakt.
4.18.
Tot slot heeft Philadelphia er tijdens de zitting nog op gewezen dat deze (tweede) aanbesteding niet wezenlijk anders is dan de eerste aanbesteding en dat het – gelet op de overlap – onbegrijpelijk is dat de inschrijving van Philadelphia dit keer niet als ‘uitstekend’ is beoordeeld. Ook dit kan haar niet baten. Het is voor Philadelphia zuur dat ze een van de winnaars was in de vorige aanbestedingsprocedure en dat zij nu buiten de boot valt, maar de gemeente en Zorgeloos Ambulant hebben afdoende toegelicht dat deze tweede aanbestedingsprocedure niet identiek was aan de vorige. De subgunningscriteria zijn in de tweede aanbestedingsprocedure uitgebreider geformuleerd en van de inschrijvers werd meer verdieping in de antwoorden gevraagd. Philadelphia lijkt die verdieping onvoldoende te hebben gegeven en teveel hebben vertrouwd op haar eerdere – zeer succesvolle – inschrijving. Voorshands is ook dit dan ook geen reden om aan te nemen dat de inschrijving van Philadelphia hoger had moeten eindigen dan het geval is.
4.19.
Al met al is er geen grond om de vorderingen van Philadelphia toe te wijzen.
4.20.
Philadelphia zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Haar betoog dat de gemeente ongeacht de uitkomst van het kort geding in de proceskosten moet worden veroordeeld omdat zij pas ná dagvaarding de scores van de voorlopig gegunde zorgaanbieders op de subgunningscriteria heeft verstrekt en per voorlopig gegunde zorgaanbieder de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving zijn benoemd, gaat niet op. Philadelphia heeft de procedure immers doorgezet na ontvangst van die informatie omdat zij het ook op andere gronden niet eens is met de voorlopige gunningsbeslissing. De kosten aan de zijde van de gemeente en aan de zijde van Zorgeloos Ambulant worden voor elk van die partijen begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.692,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Philadelphia in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente en Zorgeloos Ambulant tot op heden begroot op € 1.692,00 voor elk,
5.3.
veroordeelt Philadelphia in de na dit vonnis ontstane kosten, aan de zijde van de gemeente en Zorgeloos Ambulant voor elk begroot op € 163,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.4.
veroordeelt Philadelphia tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten, met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2022. [1]

Voetnoten

1.type: eB