Uitspraak
- de dagvaarding van 5 november 2021, met producties,
- het verstekvonnis van 23 december 2021 (hierna: het verstekvonnis),
- de verzetdagvaarding van 19 januari 2022, met een productie,
- het tussenvonnis van 22 februari 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald.
2.Feiten en omstandigheden
€ 13.143,88 bruto. Manto Nouveau heeft voormeld bedrag aan werkneemster betaald.
3.Het geschil
€ 13.143,88, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de eerste afwijzing van het UWV (de kantonrechter begrijpt: 17 september 2020), en in de kosten van de procedure. Zij heeft hiertoe kort gezegd gesteld dat het UWV ten onrechte de aanspraak van Manto Nouveau op compensatie op grond van artikel 7:673e van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft afgewezen, hetgeen is aan te merken als een onrechtmatige daad die bij Manto Nouveau tot schade van voormeld gevorderd bedrag heeft geleid.
4.Beoordeling
€ 1.484,52 komt te vervallen. Het door UWV aan Manto Nouveau op grond van het verstekvonnis betaalde bedrag is daarmee onverschuldigd betaald. Het UWV heeft onbestreden aangevoerd dat zij in totaal € 15.618,66 aan Manto Nouveau heeft betaald. Manto Nouveau zal daarom worden veroordeeld tot terugbetaling van € 15.618,66 aan het UWV. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente vanaf twee weken na de datum van deze uitspraak zal als onbestreden worden toegewezen.
- explootkosten € 125,03
- salaris gemachtigde