8.5Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [aangever 2] vordert € 12.625,45,- aan vergoeding van materiële schade en € 750,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De materiële schade bestaat uit:
1. voor Noodvoorziening (aftimmering met hout)
2. € 3.075,54,- voor Glaszetter (vervanging gebroken ramen/opgeblazen ramen)
3. € 2.844,00,- voor Herstel houtwerk binnen en buiten (zwaar beschadigd door glasregen en kracht bom)
4. € 392,27,- voor Nieuwe bloembakken (opgeblazen door de vuurwerkbommen)
5. € 91,38,- voor Aarde, bloembollen en bloemen (opgeblazen door de vuurwerkbommen)
6. € 175,- voor Kapotte beeldjes in vensterbank (hoofd en ledematen zijn er vanaf gebroken)
7. €185,99,- voor Beschadigde platenspeler in vensterbank (defect door glas en modder)
8. € 1.758,91,- voor Geannuleerde Airbnb huurder 1
9. € 1.850,30,- voor Geannuleerde Airbnb huurder 2
10. € 1561,20,- voor Geannuleerde Airbnb huurder 3
Van de materiële schade is reeds € 8.767,54 vergoed door de opstal- en inboedelverzekering. Er blijft in totaal dus nog € 4.607,90,- over aan schade dat niet is vergoed.
De benadeelde partij [aangever 1] vordert € 750,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen geheel en hoofdelijk kunnen worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Vast staat dat aan de benadeelde partij [aangever 2] door het onder feiten 1 tot en met 3 bewezenverklaarde rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht en aan de benadeelde partij [aangever 1] immateriële schade. De vorderingen zijn niet betwist. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom hoofdelijk worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de strafbare feiten zijn gepleegd voor zowel [aangever 2] als [aangever 1] .
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [aangever 2] en [aangever 1] voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.